Spreektekst minister Schultz voor congres n.a.v. 20 jaar bestaan 9292, Diligentia, Den Haag, 3 september 2012

“Er is alle reden om met positief gevoel terug te kijken op 20 jaar 9292. Maar het is ook een mooi moment om te markeren dat we toe zijn aan een nieuw hoofdstuk over reisinformatie. We staan aan de vooravond van een nieuwe stroomversnelling in de OV reisinformatie. Eén die we zelf gaan inzetten.” Dat zei minister Schultz bij het 20-jarig bestaan van 9292 reisinformatie.

Dames en heren,

Twintig jaar 9292: dat lijkt mij een goede gelegenheid om stil te staan bij de toestand van OV reisinformatie.
Wat is er bereikt?
Welke kant moeten we op en gaan we ook op?

Maar allereerst mijn hartelijke felicitaties aan de jubilaris.
Vooral mijn waardering voor wat er is bereikt.
Dat is veel.
Voor miljoenen mensen is 9292 hét merk om de reis te plannen.
Niet meer weg te denken uit het dagelijks leven.
Met meer dan 1 miljoen adviezen per dag.
Het zorgt daardoor voor een betere bereikbaarheid.
Maar het heeft er ook voor gezorgd dat meer mensen voor het OV kiezen.
Het heeft tot slot ook gezorgd voor betere toegankelijkheid van het openbaar vervoer: en dat is van wezenlijk belang!

Alle reden om met positief gevoel terug te kijken.
Maar ook een mooi moment om te markeren dat we toe zijn aan een nieuw hoofdstuk over reisinformatie.
We staan aan de vooravond van een nieuwe stroomversnelling.
Eén die we zelf gaan inzetten.
Ik kom daar zo op terug.

Eerst even terug naar het begin.
Het wonderlijke begin.
Want laat ik u een vraag stellen: weet u wat een föhn van de Hema te maken heeft met 9292?
……
Ik zal u zeggen: het was de basis. Het begin van alles.
Ik neem u mee naar 1988.
Twee broers wilden hun zelfbedachte NS Reisplanner op een Atari-computer presenteren aan een uiterst sceptisch publiek.
Ze klapten de computer open, en er gebeurde niets.
Een regenbui had roet in het eten gegooid; de Atari bleek te vochtig.
Bij de dichtstbijzijnde Hema werd een föhn gekocht om de Atari droog te blazen.
En het werkte….
De computer deed het en er begon een nieuw tijdperk op het gebied van reisinformatie.

De broers heetten Eduard en Wim Tulp.
In de zaal zat ook Gijs Klomp van de NS.
(Ik weet niet of ze nu aanwezig zijn..)
Samen hebben ze later het eerste reisinformatiesysteem van het openbaar vervoer gebouwd.
50.000 haltes werden handmatig ingevoerd.
180.000 straatnamen.
10 miljoen aankomst- en vertrektijden.
400 informatrices werden opgeleid, want het begon allemaal als telefónische service.
50 cent per minuut.

Om de tijdgeest aan te geven een citaat uit het AD 1992:

“Dat de miljoenen reizigers pas in 1992 mogen kennismaken met een 06-nummer terwijl het land via dit fenomeen al jaren babbelt, opgewonden raakt of afspraakjes met wildvreemden tracht te regelen is vooral te wijten aan technische moeilijkheden en besluiteloosheid bij OV-bedrijven. Want het is voor veel vervoersbedrijven een hele stap geweest om hun regionale info-nummers in te ruilen voor een landelijk nummer.”
Einde citaat.

[overigens: het werd destijds ook wel het eerste 06-nummer zonder hijgende dames genoemd…]

Vanaf de eerste dag bleek de service te voorzien in een enorme behoefte.
Het leek alsof de föhn van de Hema nog steeds aanstond.
De wind zat mee.
De telefoon stond roodgloeiend.
Technisch gezien kon het systeem 10 miljoen bellers per jaar aan.
Maar regelmatig ging het aantal hier fors overheen.

Ik ga niet de hele geschiedenis vertellen.
Maar ik wil er twee punten uitlichten.

De techniek die is veranderd en de reiziger die andere eisen stelt.

Allereerst de techniek.
Het begon allemaal als 06-9292. Een telefonische service.
Later deed de sprekende computer zijn intrede.
In 1998 werd het een internet-service. Nu bekend als 9292.nl.
En de laatste jaren staan in het teken van de mobiele reisinformatie.
De app’s.
Het liefst gepersonifieerd en op basis van real-time informatie.

De cijfers zijn spectaculair.
In de begin jaren werden zo’n 12 miljoen adviezen per jaar gegeven.
Nu meer dan 1 miljoen reisadviezen per dag.
Het aandeel telefonische adviezen was eerst 100%; nu is dat 0,3 procent.
Interessant is ook te zien dat de teller vandaag na 20 jaar op 1,1 miljard adviezen staat.
En dat tweederde van dit aantal adviezen de laatste vijf jaar werd gegeven!
Vooral dankzij de opmars van ten eerste internet en ten tweede de explosieve opkomst van de smartphones.

Daarmee kom ik op de reiziger.

De mobiliteit is toegenomen en neemt nog steeds toe.
Steeds meer mensen zijn dagelijks onderweg.
En ze vallen niet meer te verdelen in dé automobilist en dé OV-gebruiker.
Mensen combineren autogebruik vaker met het OV, of kiezen de ene keer voor de auto en de andere keer voor de trein.

Dit willen we stimuleren en ondersteunen met bijvoorbeeld goede P&R-voorzieningen.

Maar ook met goede reisinformatie die mensen vooraf én onderweg kan wijzen op goede reisalternatieven vanwege verstoringen.

En – om het in een bredere context te zetten - die goede reisinformatie is van het grootste belang.
Het draagt bij aan een betere doorstroming en een betere bereikbaarheid.

Een betere infrastructuur helpt voor een betere bereikbaarheid.
Het aantal files is spectaculair afgenomen.
Maar we kunnen niet alles met meer rijstroken oplossen.

Met het programma Beter Benutten zijn we bezig de spits te ontlasten en het openbaar vervoer te verbeteren.

En cruciaal onderdeel daarvan is: betere, op maat gesneden reisinformatie.  

Op dit punt zijn slagen te maken.
De behoefte aan persoonlijke real-time reisinformatie voor onderweg is enorm.
Op de weg zijn ze er al lang.
Als er een file is krijg je een alternatief aangeboden.
Dat is tot nu toe een alternatieve route voor de auto.
Maar waarom zou je de automobilist niet wijzen op bijvoorbeeld het dichtstbijzijnde P&R-voorziening?
Zodat hij eerder op zijn bestemming kan zijn.
Zonder de weg nog verder te belasten.

Geen fictie want de eerste producten zijn in de maak.
Bijvoorbeeld bij Sensorcity: daar wordt door TomTom op basis van 9292-informatie gewerkt aan zo’n navigatiesysteem.

De kern is: de reiziger verwacht dergelijke real-time informatie ook in het openbaar vervoer.
Op dat punt kan het openbaar vervoer een inhaalslag maken.

Daarom ben ik ten eerste blij dat ik straks ‘mijn 9292’ kan openen.
Mensen kunnen hierin hun eigen persoonlijke voorkeuren opgeven.
Je kunt bijvoorbeeld je thuisadres invoeren en opslaan onder ‘thuis’ zodat je niet steeds het hele adres hoeft in te tikken.
Ook kun je aangeven of je liever met de bus dan met de metro gaat.

Het maakt de reisinformatie persoonlijker en meer op maat.

Maar er is meer nodig.
De markt staat te springen om nieuwe producten te maken van OV reisinformatie.
Eerste voorwaarde daarvoor is dat we die real-time gegevens voor reisinformatie van alle vervoerders open stellen en toegankelijk maken, zodat marktpartijen ermee aan de gang kunnen en de reiziger iets te kiezen heeft.

Die aanpak – het open stellen van data – passen we breder toe.
Denk bijvoorbeeld aan de gegevens van het wegverkeer dat het NDW (Nationale Databank Wegverkeersgegevens) aanbiedt sinds 2008.
Het werkt.
Er zijn inmiddels bijna 100 afnemers. Van ANWB tot TomTom.
En via websites, app’s, navigatiesystemen en media wordt de weggebruiker op de hoogte gehouden van het verkeer.Hij kan zo beter plannen en improviseren.

De reis wordt meer voorspelbaar en minder een ongewis avontuur.
Zeker als hij ook op tijd kijkt op de buienradar.
Ook dat is een product dat voortkomt uit het openstellen van data. In dit geval van het KNMI.

Goede reisinformatie bevordert de doorstroming en daarmee de bereikbaarheid van Nederland.

Ik ga de markt dan ook meer ruimte geven.
Het stimuleert innovatie en ondernemerschap.

Nederland was 20 jaar geleden internationaal koploper op het gebied van integrale OV-reisinformatie.
Die positie kunnen we opnieuw innemen.

Met NDOV (Nationale Data Openbaar Vervoer) zijn we met de provincies en stadsregio’s al langer bezig om open data te realiseren.
Daar zijn veel partijen bij betrokken – vervoerders, andere overheden, afnemers en dat maakt het af en toe lastig.

Daarom is het goed nieuws dat we nu een stap verder gaan zetten!
De stap naar een loket dat de gegevens van vervoerders en overheden verzamelt en aanbiedt aan geïnteresseerde marktpartijen.
Zodat zij hier vervolgens nieuwe reisproducten van kunnen maken.

Die gegevens moeten natuurlijk op zo’n manier worden aangeboden dat die partijen daar ook iets mee kunnen doen.
We peilen nu in de markt of er partijen zijn die zo’n loket op kunnen zetten.

Daarom heb ik samen met de decentrale overheden  de voorwaarden opgesteld en afgelopen vrijdag gepubliceerd.
Binnen drie maanden moet duidelijk zijn wie dit gaat doen.
Dat kunnen overigens ook meerdere partijen en dus ook meerdere loketten zijn.
Ik verwacht dat er begin 2013 een loket is.

We voldoen daarmee wat mij betreft aan een lang gekoesterde wens.
De wens om data beschikbaar te stellen aan afnemers.
Dit leidt tot meer reisinformatieproducten en meer keuze voor reizigers.
En wellicht tot meer OV-reizigers.

Ik deel daarom het enthousiaste credo van 9292: kennis is macht, kennis delen is kracht!
Daar klinkt ambitie uit en een open houding.

Ik zal niet verbaasd opkijken als 9292 zich zelf opwerpt als een van de partijen die een loket wilt gaan opzetten.
Het kan een nieuw hoofdstuk toevoegen aan uw geschiedenis die 20 jaar geleden begon.
Een geschiedenis die ooit begon met een doodnormale föhn van de Hema.
Maar een geschiedenis die vooral vorm kreeg door doorzettingsvermogen en creativiteit van mensen.
Mensen die geloofden in vooruitgang.

Dat doorzettingsvermogen, die creativiteit en dat geloof is nu weer hard nodig en ik heb er alle vertrouwen in dat dit in voldoende mate aanwezig is.
Ik wens u allen daarmee heel veel succes.