Van Bijsterveldt wil af van statusdenken in het mbo
‘We moeten af van het statusdenken in het onderwijs: Het wordt tijd dat we beroepsonderwijs net zo hoog aanslaan als het algemeen vormend onderwijs’, dat zei minister Marja van Bijsterveldt vandaag tijdens de opening van het mbo-schooljaar op het Koning Willem I College in 's-Hertogenbosch. De minister verrichtte de ceremoniële opening van het mbo- jaar 2012-2013 tijdens een bijeenkomst met docenten in het Theater aan de Parade. Vandaag start voor de bijna 500.000 mbo-studenten het schooljaar.
Volgens Van Bijsterveldt is het middelbaar beroepsonderwijs een prachtige onderwijsvorm die jongeren veel te bieden heeft voor wat betreft de ontwikkeling van hun individuele talent en voor wat betreft hun kansen op de arbeidsmarkt. “De samenleving en de toekomst van ons land draaien op goede vakmensen. Ondanks al het talent, de waardering in onze samenleving voor ambachtelijke beroepen en de noodzaak van goede vakmensen voor onze economie, wordt het beroepsonderwijs in onze samenleving nog steeds niet altijd op waarde geschat en krijgt het niet altijd de waardering die het verdient.”
Hoge verwachtingen
De minister pleitte in haar toespraak tevens voor verwachtingsvol onderwijs dat van scholen, docenten en ouders vraagt om heel scherp te kijken naar de talenten van jonge mensen en naar welke opleiding bij welke jongere past. Iedere student moet volgens Van Bijsterveldt worden uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen.
Kwaliteitsslag
Afgelopen jaren heeft minister Van Bijsterveldt samen met de mbo-sector veel geïnvesteerd in het verbeteren van de kwaliteit van het middelbaar beroepsonderwijs. Dat heeft geleid tot meer uren onderwijs en betere begeleiding en coaching van studenten. Ook is de doorstroom vmbo-mbo-hbo bevorderd door sterkere inzet op het vm2-traject en de vakcolleges. Een groot deel van de opleidingen op niveau 4 is verkort tot 3 jaar. Ook is extra geïnvesteerd in de professionalisering (bij- en nascholing) van mbo-docenten.