Persconferentie na de ministerraad, 13 juli 2012

Letterlijke tekst van de persconferentie van minister-president Rutte na afloop van de ministerraad op 13 j00i 2012.

RUTTE:
Goedemiddag. Het is vandaag voor een aantal van u de tweede keer dat ik u tref. Eerder vandaag zagen wij elkaar in het zaaltje van de Rijksvoorlichtingsdienst waar ik samen met Liesbeth Spies een toelichting gaf op de conclusies van de Rijksministerraad. Dus daar zal ik nu verder niet op ingaan.

Verder vandaag hebben we ook een normale ministerraad gehad. We hebben onder andere vandaag besloten tot het indienen van een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer waarmee het aantal Kamerleden van dezelfde Tweede Kamer wordt verminderd van 150 naar 100. En het aantal Eerste Kamerleden van 75 naar 50. Dat past in het streven van dit kabinet om te komen tot een compacte en slagvaardige overheid die een geringer beslag legt op de publieke middelen dan op dit moment het geval is. We zijn op alle niveaus bezig met die afslanking. Nog vorige week zijn de wetsvoorstellen behandeld over het afschaffen van de deelraden. En we zijn natuurlijk ook heel erg hard bezig met het afslanken van het ambtelijk apparaat. Dus in die hele beweging past ook deze ontwikkeling. Dit zal niet van de een op de andere dag geregeld zijn. Dit vraagt Grondwetswijziging, dus dat betekent dat de hele behandeling wel even gaat duren. Maar het stuk ligt er nu, het advies van de Raad van State ligt erbij dus men kan zich daar nu een oordeel over vormen in het kader van de trap van bovenaf schoonvegen.

U kunt zien vandaag veel presberichten uit de ministerraad. Er is veel gebeurd, vooral op het terrein van de regeldruk. Zo zal – vooral voor Julius van belang – de leeftijd voor de medische keuring omhoog gaan van 70 naar 75 jaar. Ook gaan we het voor huiseigenaren eenvoudiger maken om hun te koop staande woning tijdelijk te verhuren. En we hebben ingestemd met een ingrijpende vereenvoudiging van de procedures rond het aanvragen van een kentekenbewijs. Uiteindelijk moet dat de vorm krijgen van een creditcard.

Afgelopen week grote wetsvoorstellen ook door de Eerste Kamer gekomen. Grote bewondering voor de Eerste Kamer die er in hele korte tijd in geslaagd is grote wetgeving te behandelen. Bijvoorbeeld over het verhogen van de AOW-leeftijd, maar ook de nationale politie. Allemaal afgelopen dinsdag is dat nog door de Eerste Kamer gekomen voor het reces. Dat reces begint nu ook, vandaag is de laatste vergaderdag van het kabinet. Wij zullen weer bijeenkomen op vrijdag 17 augustus. Dan beging overigens een hele drukke periode op die 17de augustus, want dan hebben we twee weken met begrotingsraden, campagne, verkiezingen, zoals u weet zijn die verkiezingen op 12 september, dan Prinsjesdag en dan begint ook uiteraard die kabinetsformatie. In die periode na 17 augustus zijn er in beginsel geen vrijdagse persconferenties, uitzonderingen daargelaten. En bij belangrijke gebeurtenissen of besluiten zal ik u uiteraard graag te woord staan. Maar toch wel graag op dit moment een goede vakantie gewenst.

HEYMANS (RTL NIEUWS):
Meneer Rutte, het kabinetsbesluit om de Kamers te verkleinen. U negeert daarmee een dringend advies van de Raad van State om dat niet te doen.

RUTTE:
De Raad van State is kritisch over dit punt, dit wetsvoorstel wat ooit nog door Piet Hein Donner is opgesteld. Dat kan. Wij hebben daar op gereageerd. Wij menen dat de uitbreiding in 1956 van 100 naar 150 achteraf bezien niet nodig was, dat we toe kunnen met 100 Kamerleden. Dat zo’n Kamer ook in staat is om het werk goed te doen en op hoofdlijnen te besturen en te voorkomen dat niet ook het parlement gezogen wordt in alle details, maar op hoofdlijnen in staat is sturing te geven aan grote processen van de Nederlandse staat.

HEYMANS:
U bent het niet eens met de Raad van State?

RUTTE:
Wij menen het Raad van State-advies goed beargumenteerd te hebben in het nader rapport. Dus we geven commentaar op het commentaar. Het leidt natuurlijk altijd ook tot verdere aanscherpingen van de eigen argumentatie. Dus in die zin is zo’n Raad van State-advies van groot belang. Soms leidt het ook tot meer fundamentele aanpassingen van wetsontwerpen, als er kritische adviezen zijn, maar niet altijd. In dit geval menen wij dat er overwegende redenen zij om door te gaan met  de ontwikkeling van de Kamers.

HEYMANS:
Dit pas natuurlijk in uw streven, u zei het net al, om de trap van boven af aan schoon te vegen, minder ambtenaren, minder ministeries, minder ministers, minder staatssecretarissen, daar was de afgelopen week nogal wat kritiek op. Met name van de kant van CDA-bewindslieden, die zeiden we moeten veel te hard werken.

RUTTE:
Ik heb daar kennis van genomen, en ik zie inderdaad dat men hard werkt. Maar dat is ook iets wat, denk ik, hoort bij het hoge ambt van minister of staatssecretaris.

HEYMANS:
De kritiek ging er vooral om dat bewindslieden geen tijd meer hebben om na te denken over nieuwe plannen en noem maar op, omdat ze zo druk bezig zijn met een zeer uitgebreide portefeuille.

RUTTE:
Ja, ik weet uit eigen ervaring dat die bewindslieden die dat van zichzelf beweren, zichzelf tekort doen. Dat zijn nu juist de bewindslieden die wel heel veel nadenken en ook in de ministerraad, gezien hun bijdrage aan de discussie over een veelheid van onderwerpen, ook buiten hun eigen portefeuille, er blijk van geven zichzelf tekort te doen met die eigen analyse.

HEYMANS:
Maar is het niet zo dat er, toen u minister-president werd en u uw kabinet formeerde, met ik zeg even uit mijn hoofd twaalf ministers en acht staatssecretarissen, dat u achteraf zegt van misschien was het een tikkeltje te weinig?

RUTTE:
Nee, eerder te veel.

HEYMANS:
Nog steeds te veel?

RUTTE:
Ja, dit is op zich nu acceptabel, bij een volgende formatie moet je opnieuw kijken hoe je het allemaal precies gaat inrichten, maar ik vind als je van heel Nederland vraagt om in te leveren, de lonen bij de overheid gaan niet omhoog, de uitkeringen ontkoppeld, wanneer je bezig bent met een nullijn, wanneer je bezig bent met vergaande bezuinigingen op allerlei terreinen, om de overheidsfinanciën weer op orde te krijgen, in het belang van toekomstige economische groei, dan moet je ook de overheid bereid zijn te verkleinen. Dat moet ook, want die overheid is te groot, die is nog steeds gebaseerd op een economische groei en omvang van 5, 6 jaar geleden, die hebben we niet meer. Dus ook die moet worden aangepast. Daarenboven is het kabinet van mening dat de overheid heel scherp moet zijn waar hij zich wel en niet mee bemoeit, de overheid is geen geluksmachine, moet een aantal randvoorwaarden van het maatschappelijk proces goed organiseren, zoals onderwijs en veiligheid en gezondheidszorg en een fatsoenlijke sociale zekerheid. Maar moet zich vooral niet tot achter de voordeur met mensen bemoeien. En dan is het dus ook prettig om te werken met een kleiner kabinet, want dan heb je gewoon inderdaad simpelweg minder tijd om je met allerlei zaken te bemoeien waar de overheid geen waarde toevoegt. Maar nadenken blijft van groot belang en ik stel vast dat de collega’s dat doen.

HEYMANS:
Maar u zei net: twintig vind ik eigenlijk nog te veel, hoeveel zouden het er dan moeten zijn?

RUTTE:
Het is meer even royerend (slecht verstaanbaar, red), maar als er zijn die zeggen je moet het uitbreiden dan zeg ik je zou net zo goed een argument kunnen bouwen om het in te krimpen. Maar ik denk dat twintig op dit moment de goede omvang is.

HEYMANS:
Maar ik dacht toch echt te horen zeggen net…

RUTTE:
Het is eerder te veel dan te weinig, laat ik het zo zeggen.

HEYMANS:
En waar denkt u dan aan?

RUTTE:
Aan twintig. Maar als je dan toch een discussie wilt voeren over het weer uitbreiden dan kun je net zo goed een discussie voeren waarom niet verder inkrimpen. Maar ik denk dat twintig de goede omvang is. 

DE ZOETEN (NIEUWSUUR):
Ook even aansluitend, waarom dient het kabinet nog zo’n controversieel voorstel in, zoals het verminderen van het aantal leden van de Tweede Kamer?

RUTTE:
Ja, wij dienen allerlei voorstellen in, wij zijn het regeerakkoord aan het uitvoeren

DE ZOETEN:
U bent demissionair, ik begrijp dat het CDA er ook geen voorstander van is?

RUTTE:
Het CDA heeft getekend voor het regeerakkoord, ik neem aan dat ze dit gewoon steunen, dat ze goed zijn voor hun handtekening. Ik heb geen aanwijzing dat het niet zo is.

DE ZOETEN:
Maar bijvoorbeeld Arie Slob heeft gezegd dat hij het een provocatie zou vinden als u dit voorstel nu op dit moment nog indient.

RUTTE:
Die is niet van het CDA.

DE ZOETEN:
Nee, dat ik weet ik, maar ik breng het gesprek een stukje verder.

RUTTE:
Maar wat is uw punt?

DE ZOETEN:
U bent demissionair, in de Tweede Kamer ligt dit buitengewoon gevoelig, waarom dient u dan op dit moment dat nog in terwijl het toch niet nog voor de verkiezingen gaat lukken om het te behandelen?

RUTTE:
Dit kabinet is het regeer- en het gedoogakkoord aan het uitvoeren, dat lijkt me logisch. En laat iedereen zijn mening daarover vormen. Laat mensen uitleggen waarom de Kamer, terwijl we in heel Nederland aan het inkrimpen zijn, terwijl we vinden dat de overheid zich met minder dingen moet bemoeien, laat anderen dan aantonen waarom de Kamer deze omvang moet behouden of zou moeten uitbreiden. Laten we dat debat dan maar voeren.

DE ZOETEN:
Wat zegt u dan tegen meneer Slob die het een provocatie vindt?

RUTTE:
Dat het geen provocatie is, dat dit een opvatting is van dit kabinet en dat wij het regeerakkoord uitvoeren.

DE ZOETEN:
Een andere vraag. Kamervoorzitter Verbeet heeft vorige week gezegd als er weer een minderheidskabinet zou komen, dan zou ze er geen voorstander van zijn dat er weer maar één gedoogpartner zou zijn. Ze zei dat dat niet goed werkte in de praktijk en dat het beter zou zijn als je dan een echt minderheidskabinet hebt met wisselende meerderheden. Wat vindt u daarvan?

RUTTE:
Ik vind dat partijen zo’n advies - dat geldt in ieder geval voor mijzelf als voorman van mijn partij – dat we nu eerst naar de kiezer gaan, in gesprek gaan met de kiezer over onze ideeën voor Nederland. Dan ga ik ervan uit dat alle collega’s, dat geldt in ieder geval voor mijzelf, onze huid duur zullen verkopen mochten wij überhaupt van de kiezer de gelegenheid krijgen aan de onderhandelingstafel te komen. Wat ik vurig hoop. Daar ga ik mijn best voor doen, daar ga ik respectvol voor steun vragen bij de kiezer en dan gaan we bezien welke coalities er te vormen zijn. Al het gespeculeer daarover nu voegt niets toe.

DE ZOETEN:
Het gaat niet om welke coalitie, maar gaat uw voorkeur uit naar een meerderheidskabinet?

RUTTE:
Mijn voorkeur gaat uit naar een kabinet waarin ik een zo groot mogelijk deel van mijn programma kan realiseren. De precieze vorm zal na de verkiezingen moeten blijken en ik vind het ongepast om daar al over te speculeren voor de verkiezingen. Eerst is de kiezer aan het woord en een van de redenen dat de kiezer zo’n afkeer heeft vaak van de politiek is omdat het lijkt te gaan over de baantjes, of lijkt te gaan over wie met wie en niet meer over de ideeën van partijen wat ze met Nederland willen.

DE ZOETEN:
Maar u speculeert wel over het aantal ministers en staatssecretarissen. Dit lijkt me een fundamentelere vraag: vindt u dat een meerderheidskabinet in eerste instantie de voorkeur heeft en dat een minderheidskabinet er alleen moet komen als er geen andere directe mogelijkheid is.

RUTTE:
Ik ben het met uw aanname totaal oneens. Want de vraag hoe groot een kabinet is qua omvang is een zeer politieke vraag die relevant is ook in een campagne, ook relevant is als opvatting van een kabinet. Dat is een hele andere kwestie dan de vraag: wie met wie na de verkiezingen, wie wordt de premier, hoeveel partijen zitten er in zo’n kabinet? Dat zijn echt zaken voor na de verkiezingen.

DE ZOETEN:
Het gaat mij niet om wie met wie, maar u kunt als premier toch terugkijkend op de afgelopen anderhalf jaar zeggen: een meerderheidskabinet is zeker in deze tijden van crisis misschien stabieler, dat zou mijn voorkeur hebben. Of nee, ik heb dit uitermate prettig gevonden en het zou weer een keer kunnen?

RUTTE:
Ik, en dat geldt denk ik ook voor mijn partij, ga nu echt eerst met de pet in de hand naar de kiezer. We gaan nu eerst praten over onze ideeën voor Nederland. Ik heb vorige week in dit zaaltje ons verkiezingsprogramma gepresenteerd en dat geldt ook voor het CDA, die heeft dat gedaan en alle partijen. Wat we nu moeten doen is proberen zoveel mogelijk mensen te overtuigen om te gaan stemmen. Dat is heel erg belangrijk, dat mensen gebruikmaken van hun stemrecht. En natuurlijk passioneel te verdedigen waarom de ideeën van die partij, mijn partij, of als het om Buma gaat, Sybrand Buma gaat het CDA, Diederik Samsom de Partij van de Arbeid, waarom de ideeën van die partijen de goede ideeën voor Nederland zijn. Daar moet het over gaan. En anders gaat het weer over wie met wie en over minderheids- of meerderheidskabinetten. Uiteindelijk gaat het om de effectiviteit. En wat er precies mogelijk is na verkiezingen zal mede bepaald worden door de verkiezingsuitslag. Hoe versplinterd is het land, is er een duidelijke grootste partij of niet? Dat soort vragen zullen daarvoor bepalend zijn, daar kun je eigenlijk niet op speculeren. Je loopt erop vooruit en door erop vooruit te lopen voed je ook het wantrouwen van veel mensen tegen de politiek. Die willen weten wat zijn de ideeën, waar gaat Nederland naartoe. Wat betekent het voor mijn pensioen, mijn baan, mijn huis. Die zijn niet geïnteresseerd in de poppetjes en in precies wie met wie.

DE ZOETEN:
Maar in die uren die nog over heeft om na te denken, maakt u zich dan wel eens druk over de bestuurbaarheid van dit land?

RUTTE:
Ik maak mij nu druk over de vraag hoe ik zoveel mensen kan overtuigen van waarom ik heel graag zou willen zien dat mijn partij de grootste wordt. Ik weet zeker dat dat ook geldt voor de heer Roemer, dat dat ook geldt voor Samsom, voor Buma. Wij zullen allemaal in die campagne daarvoor gesteld staan. Dat is waar we ons druk over maken. De kiezer bepaalt in volle soevereiniteit en volle onafhankelijkheid op 12 september wat de uitslag wordt voor de verkiezingen. We kijken dan in de spiegel als land waar gaan we naartoe. En de kiezer bepaalt dat. Om 21.00 uur komen de eerste exit polls bij NOS, bij RTL of iets na negenen, in ieder geval begin van die avond. En dan zullen we een eerste trend zien. En dan zien we heel voorzichtig, in de loop van de avond wordt dat duidelijker, wat de kiezer heeft besloten. Daar gaan verkiezingen over, over waar gaat het met Nederland naartoe en niet wie met wie, de baantjes, dat soort zaken.

STAAL (NRC HANDELSBLAD):
Waarom zou de overheid slagvaardiger zijn als er minder Kamerleden zijn?

RUTTE:
We zijn bij de hele overheid bezig om de overheid kleiner te maken. Er vallen drie grote gebouwen leeg in Den Haag tussen nu en 2016. Het oude gebouw nu nog in gebruik door I&M, het gebouw van Verkeer en Waterstaat, het gebouw van Sociale Zaken, het gebouw van Buitenlandse Zaken. Veertig procent van de Haagse werkplekken komt leeg te staan tussen nu en 2016. We zijn met een enorme operatie bezig om ervoor te zorgen dat die overheid kleiner wordt, krachtiger wordt, dat die zich bezig houdt met de essentiële zaken. Het kabinet is ingekrompen. Dat betekent zoveel minder ministers en staatssecretarissen. We zijn echt de trap van bovenaf begonnen met schoon vegen. Ik vind dat ook de Kamer daar bij hoort. Dat het voor de hand ligt, dat je zegt met 100 parlementariërs kun je prima een regering controleren. Waarom moeten dat er 150 zijn. Dat is geld, dat betekent nog meer concentreren op de hoofdlijnen, sturing geven aan de grote vraagstukken waar de staat voor staat, waar het land voor staat op nationaal niveau vanuit het parlement. Dat is waar het over gaat en ik vind het ook volstrekt logisch dat je heel kritisch kijkt naar het functioneren van de democratie, naar de totale bestaffing van de democratie, de omvang van de staatsapparaten, als we zoveel vragen van zoveel mensen in dit mooie land.

STAAL:
Denkt u niet dat het ten koste gaat van de controlefunctie van het parlement?

RUTTE:
Nee, dan hadden we het niet voorgesteld, nee.

STAAL:
[onverstaanbaar, red]

RUTTE:
Maar als dat waar is dan kun je het ook verdubbelen. Dan moet je het naar 300 verdubbelen, als u dat vindt. Waarom zou 150 dan een goede omvang zijn. In 1956 is die omvang van 100 op 150 gezet. Het gevolg is dat we de mooiste vergaderzaal van Nederland moesten verlaten begin jaren ’90 omdat we er niet meer in pasten. Iedereen zat daar te krap. Daarom zitten we nou in deze huidige vergaderzaal, die de prachtige historie van die oude zaal mist. We hadden 100 Kamerleden, dat functioneerde goed. Kijk naar de parlementaire geschiedenis. De regeringen werden zeer grondig gecontroleerd. Kijk naar alle debatten die plaatsvonden vanaf de tijd dat het districtenstelsel werd afgeschaft en het stelsel van evenredige vertegenwoordiging met een omvang van 100 Tweede Kamerleden werd ingevoerd. Dat functioneert goed en ik zie werkelijk niet, als je er nu op terugkijkt, wat de meerwaarde is geweest van de uitbreiding naar 150. Echt niet.

VAN SOEST (ALGEMEEN DAGBLAD):
Meneer Rutte, durft u gezien de crisis wel ver te gaan op vakantie?

RUTTE:
Ik ga het niet doen, maar ik zou het wel durven. We hebben gewoon de moderne communicatiemiddelen, maar het is zo gelopen dat ik niet ver weg ga. Maar niet vanwege de crisis.

VAN SOEST:
[onverstaanbaar, red]

RUTTE:
Dan hebben wij een vervangingsregeling. Dat betekent dat ik er af en toe ben, of collega’s, maar er is altijd iemand die ervoor zorgt dat de belangen van de staat worden geborgd.

VAN SOEST:
[onverstaanbaar, red]

RUTTE:
Ik heb het lijstje hier bij me maar dat wisselt nog al eens want dat hangt natuurlijk precies af van hoe die collega’s dan exact wel of niet met vakantie zijn. Maar als u uw volgende vraag stelt ga ik het lijstje er even bij pakken. U heeft geen volgende vraag meer, dat heb ik nog nooit meegemaakt bij een journalist. Even kijken. Van 19 tot en met 21 juli de heer Kamp. Van 23 juli tot en met 28 juli de heer Opstelten. Van 30 juli tot en met 5 augustus mevrouw Spies. En van 6 tot en met 12 augustus de heer Rosenthal.

VRAAG:
[onverstaanbaar, red]

RUTTE:
Ja, ik ben overigens tussendoor ook gewoon in de buurt. Dus als er dingen zijn dan ben ik zo terug.

VRAAG:
[onverstaanbaar, red]

RUTTE:
Nee, daar heeft uiteraard de Raad van State gelijk in. Wij zijn geen ambtenaren. Leden van de Kamer, leden van het kabinet zijn geen ambtenaren maar zijn politieke ambtsdragers. Daar heeft men gelijk in. Maar dat doet niets af aan de redenering dat waar wij vragen aan het hele land om de tering naar de nering te zetten in het belang van toekomstige economische groei. Om te voorkomen dat we de staatsschuld uit de hand laten lopen. Maar ook omdat we daarnaast de overtuiging hebben dat een kleinere overheid, een kleinere krachtige overheid zich veel minder als die geluksmachine zal opstellen en veel meer echt de randvoorwaarden zal organiseren waardoor vrije mensen in staat zijn zelf invulling te geven aan hun leven. Zelf iets van hun leven te maken langs de wegen waar zij voor kiezen. Daarvoor heb je goed onderwijs nodig, veiligheid, sociale zekerheid, de gezondheidszorg, goede defensie. Daarom hebben wij het kabinet ook kleiner gemaakt, Maxime Verhagen en ik, toen we startten in 2010. Daarom hebben we ook in het regeerakkoord gezegd het ligt nu ook voor de hand als het kabinet kleiner wordt, als er zoveel minder ambtenaren komen, we moeten eens kijken naar de klachten die we krijgen van de consultancies in Nederland die vroeger groots werden ingekocht door de overheid en zich inmiddels helemaal op het bedrijfsleven moeten richten. Nou, gelukkig maar want die consultants proberen we zo min mogelijk nog in te huren. Allemaal kosten gesneden. Dan is het ook logisch dat ook de Kamer kritisch kijkt naar zijn eigen omvang.

VRAAG:
U zei het net al een beetje, u bent toch eigenlijk een beetje jaloers over de oude zaal. Wilt u eigenlijk niet gewoon een keer [onverstaanbaar, red]

RUTTE:
Ik ben een romanticus, maar dat kost geld en we gaan geld uitgeven dus we blijven wat mij betreft in de huidige zaal. Maar ik ben geen Kamerlid op dit moment, ik hoop dat weer te worden op 12 september, weer deze promotie door te maken. Maar op dit moment ben ik geen Kamerlid dus ik ga er ook niet over. Ik ben slechts de gast van het parlement. De huidige zaal functioneert goed maar als romanticus, als historicus, kijk ik natuurlijk altijd met grote liefde naar de oude zaal en de beelden en alle termen gelden nog hè, achter het gordijntje gaan staan, in de bankjes zitten. Allemaal dingen die er niet meer zijn en toch zie je dat ze al 20 jaar overleven.

BERGHUIS (RTL NIEUWS):
Meneer Rutte, Nederland is ongeveer het enige land ter wereld waar ministers achter gesloten deuren worden beëdigd. Nu heeft de Tweede Kamer in najaar 2010 een unanieme motie aangenomen dat die beëdiging voortaan in het openbaar moet. Dat betekent dat er de volgende keer in de Oranjezaal van Huis ten Bosch camera’s komen te staan. U heeft dat nog niet geregeld met de Koningin, waarom niet?

RUTTE:
Ik heb wel van u gehoord. U had al een eerste locatiebezoek willen doen begreep ik, als RTL, om te zien waar de camera zou komen te hangen met minimale schade aan de schilderijen. Het is overigens een zaal met prachtige schilderijen van Rubens. En het wordt nog een heel gedoe op televisie om dat niet al te psychedelisch te maken, denk ik. Maar goed, los van dat praktische probleem, het is een unanieme Kamermotie, dus het is een serieus signaal. Ik heb dus ook tegen de Kamer gezegd dat ik dat serieuze signaal in handen zal stellen van de volgende formateur.

BERGHUIS:
Dat heb ik gelezen, maar waarom heeft u het niet nu al geregeld? U heeft anderhalf jaar de tijd gehad, wekelijks bent u daar op bezoek, het was toch een kleine moeite geweest om het even aan de orde te stellen en te zeggen zo gaan we dat doen, Majesteit.

RUTTE:
Ik ben daar iedere week maar ik scheer daar ook het gras niet, ik scheer de heg niet. En dat doe ik niet omdat ik daar over dingen praat die mij aangaan en de beëdiging is echt een zaak van de formatie.

BERGHUIS:
Dus u spreekt niet met de Koningin over unaniem aangenomen Kamermoties die zijdelings het Koninklijk Huis betreffen als u daar wekelijks bent? Dat doet u niet?

RUTTE:
Nogmaals, ik heb in de Kamer precies gezegd wat ik erover gezegd heb, namelijk dat deze unanieme motie natuurlijk een belangrijk signaal is van de Kamer. Dat dat echt een zaak is van de formatie. En nogmaals, zoals ik inderdaad ook de heg daar niet scheer, de gesprekken gaan natuurlijk over de zaken die op dat moment aan de orde zijn en de formatie is aan de orde als er een formatie is. Dan is er een formateur en die moet dat dan doen. Ik ken uw grote belangstelling voor het onderwerp en ik ben ervan overtuigd dat de volgende formateur daar aandacht aan zal geven.

BERGHUIS:
U heeft het nog niet met haar besproken, dat mag ik concluderen op basis van wat u nu zegt?

RUTTE:
Helaas kan ik op zo’n vraag nooit antwoord geven want we kunnen nooit antwoord geven, de Koningin of ik, op gesprekken die daar gevoerd worden.

BERGHUIS:
Nog een klein vervolgvraagje, nog een paar eigenlijk.

RUTTE:
Over ditzelfde belangwekkende onderwerp.

BERGHUIS:
Ligt het niet op de weg van een minister-president om zorg te dragen voor een uitvoering van Kamermoties, in plaats van op de weg van een formateur. Dat is vrij ongebruikelijk volgens mij.

RUTTE:
Nee, volgens mij moet een motie worden uitgevoerd door diegene die erover gaat. En de formatie is echt een zaak van de formateur.

BERGHUIS:
Betekent dit dan dat als u straks in de omstandigheid verkeert dat wanneer u mogelijk formateur bent, dat u dan garandeert dat die beëdiging in de openbaarheid gaat plaatsvinden?

RUTTE:
Maar nou ga ik terug naar mevrouw Nynke de Zoeten net. U stelt mij nu allerlei als-dan-vragen. Wat nu aan de orde is, is dat ik vanuit mijn programma mijn opvattingen voor Nederland, net zoals de heer Buma dat zal doen en mevrouw Thieme, mevrouw Sap en meneer Roemer, naar de kiezer ga en ga vragen om respectvolle steun. Nu vooruitlopen op opnieuw de kans te krijgen om de grootste partij te zijn dat is echt aan de kiezer en daar ga ik niet over speculeren of op vooruitlopen.

BERGHUIS:
Dus u zegt eigenlijk: ik kan niet garanderen dat als ik straks formateur ben dat die beëdiging in het openbaar zal plaatsvinden?

RUTTE:
Nee, wat ik zeg is dat ik op geen enkele manier wil spreken over de situatie na 12 september omdat ik echt vind dat nu eerst de kiezer aan zet is en wij 12 september in de loop van de avond zullen zien wat de uitslag is. Dan moet er ook nog een formatie plaatsvinden. Wat ik gedana heb is de motie in handen stellen, dat zal ik dan ook doen, van de dan aan te treden formateur.

BERGHUIS:
Is het eigenlijk niet zo dat u het nog niet geregeld heeft omdat de Koningin het niet wil?

RUTTE:
Over de gesprekken op Huis ten Bosch kan ik nooit iets zeggen, dus dat soort aannames ontkennen, bevestigen etcetera gaat nooit. Want wij doen nooit mededelingen over die gesprekken. Maar feit is dat deze motie gaat over de formatie. En dat ik ook echt vind dat de formateur die dan aantreedt erover gaat. Maar ik ken de grote belangstelling van u persoonlijk en ook van RTL voor dit belangwekkende thema. Het is natuurlijk een van de grote issues van het land op dit moment, is er wel of geen openbare beëdiging, je draait alles nu om, de hele eurocrisis valt er bijna bij weg. Dus we zullen proberen dat ook na de verkiezingen gerechtvaardigde aandacht te geven.

BOONMAN (EENVANDAAG):
Over de Tweede Kamer, minder Kamerleden, welke rol krijgt dat als het aan u ligt tijdens de formatie?

RUTTE:
Kijk, u kent nogmaals mijn standpunt. Ik vind dat wij allemaal – en ik praat over wij want ik wil hier niet als VVD’er alleen maar praten dus iedere keer noem ik ook mijn collega-lijsttrekkers – wat volgens mij nu aan de orde is, en ik val in herhaling, is nu naar de kiezer, praten over ons programma, wat we willen met Nederland. Voor mijn partij geldt dat we geen ononderhandelbare strijdpunten hebben om zo maar eens een oude PvdA-term uit de jaren ’70 te gebruiken. Hoe groter partijen worden, dat geldt voor mijn partij maar dat geldt ook voor het CDA van Sybrand Buma, dat geldt voor de ChristenUnie van Arie Slob, hoe groter de partijen worden hoe meer je van je programma kunt realiseren.

BOONMAN:
Maar als u anderen meekrijgt [onverstaanbaar, red]

RUTTE:
Het stond nu in het regeerakkoord hè, en ik zou er dus voor zijn dat het de volgende keer in het regeerakkoord staat dat dit wetsvoorstel zo snel mogelijk bevorderd wordt aangenomen te worden. Maar dat moet in twee lezingen en daar geldt dan de paradox dat je hoopt dat dat zo laat mogelijk is want dan zit het kabinet zo lang mogelijk. En afhankelijk van de samenstelling van dat kabinet hoop ik dat of hoop ik dat niet.

BOONMAN:
[onverstaanbaar, red]

RUTTE:
Dat denk zeker, als we dat willen met zijn allen. Zeker weten, dan kan dat. En dat moeten we met zijn allen willen, omdat het ook een logische stap is na alle maatregelen die we hebben genomen om de overheidsfinanciën op orde te brengen die grote gevolgen hebben voor heel veel mensen in het land. Dan ligt het ook echt voor de hand dat wij als politiek kaste ook kritisch kijken naar ons eigen functioneren en onze eigen omvang.

VRAAG:
Waarom heeft het dan zo lang geduurd voordat het voorstel er kwam?

RUTTE:
De reden is dat het inderdaad een kritisch advies had. Ik geloof dat de heer Heymans daar al op wees. We hebben echt tijd genomen om dat kritische advies goed te bestuderen en van commentaar te voorzien.

VRAAG:
[onverstaanbaar, red]

RUTTE:
In het tempo waarop verkiezingen plaatsvinden bent u optimistisch.

VISCHJAGER:
Meneer Rutte, u gaat op vakantie net als iedereen. Ik zou toch wel graag willen weten als u naar het buitenland gaat, neemt u dan uw piano mee?

RUTTE:
Piano mee? Ik reis altijd met mijn piano ja.

VISCHJAGER:
In de Tweede Kamer speel ik ‘s zondags altijd piano, dan mag u ook best komen.

RUTTE:
Op zondag, in de oude zaal?

VISCHJAGER:
Ja, in de oude zaal. We zouden het toch nog een keer samen doen?

RUTTE:
Ja, klopt. Ik zit nu met die verkiezingen. Ik neem geen piano mee op vakantie. Ik hecht eraan dat duidelijk te maken. Nogmaals, goede vakantie. We zien elkaar over een paar weken.