Beelden van bewakingscamera’s meer inzetten bij opsporing
Beelden van bewakingscamera’s van particulieren en bedrijven moeten efficiënter kunnen worden gebruikt om bijvoorbeeld winkeldieven, inbrekers of overvallers op te pakken.
Dat staat in een wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Hoe sneller politie en justitie over de beelden beschikken, hoe groter de kans dat criminelen worden aangehouden.
Nu is voor dat tonen nog een langdurige en omslachtige procedure nodig. Het kabinet vindt dat burgers en bedrijven onder voorwaarden zelf beelden van bewakingscamera’s op internet mogen zetten. Maar willekeurige verspreiding van beeldmateriaal kan mensen ten onrechte in verband brengen met strafbare feiten of het opsporingsbelang doorkruisen. Daarom moet eerst aangifte worden gedaan. Daarna kunnen politie en justitie de beelden beoordelen en gebruiken. Pas na toestemming van justitie mogen particulieren en bedrijven hun camerabeelden verspreiden. Zo wil het kabinet het evenwicht bewaren tussen privacybelangen en de belangen van opsporing en vervolging.
Ook openbaarvervoerbedrijven, decentrale overheden of voor het publiek toegankelijke instellingen als openbare bibliotheken kunnen van de maatregel gebruik maken. Zij hebben vaak naast internet ook andere mogelijkheden om informatie openbaar te maken, zoals elektronische billboards.
Daarnaast ziet het kabinet mogelijkheden om beelden van particuliere beveiligingsbedrijven beter te benutten. Zoals in winkelcentra, op de grote beeldschermen voor het aanprijzen van producten en diensten. Die zijn geschikt om verdachten van inbraken, diefstallen en overvallen aan het bezoekend publiek te tonen, met het verzoek om aangifte te doen als zij een verdachte herkennen. Ook in deze gevallen is de regie in handen van politie en justitie.
Verder bevat het voorstel een meldplicht voor datalekken. Aanbesteders van informatiediensten worden straks verplicht om diefstal, verlies of misbruik van persoonsgegevens te melden, zoals in het regeerakkoord is aangekondigd. Dat zijn dus meer dienstverleners dan de aanbieders van elektronische communicatienetwerken en -diensten voor wie op grond van de Telecommunicatiewet een meldplicht geldt om de persoonsgegevens van abonnee of gebruiker beter te beschermen.
Door een beveiligingsfout kunnen grote hoeveelheden persoonsgegevens op straat belanden. De toezichthouder - het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) - ontvangt een melding. Is er sprake van nalatigheid, dan kan het Cbp een boete opleggen van maximaal 450.000 euro.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.