Knapen: ontwikkelingsdenken van Tinbergen is passé

Ontwikkelingssamenwerking staat op een keerpunt in de geschiedenis. De huidige hulparchitectuur verliest haar relevantie en is aan vernieuwing toe. Nederland is daar niet alleen op nationaal niveau, maar ook internationaal mee bezig. Dat zei staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken donderdag bij een conferentie van SOS-Kinderdorpen.

'Het is mijn droom dat we straks kunnen zeggen dat Nederland, net als in de tijd van Tinbergen, een leidende rol heeft gespeeld in het nieuwe ontwikkelingsdenken.'  Het idee van de Nederlandse Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen om een bepaald deel van het nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking te besteden, stamt uit een tijd waarin de wereld simpelweg bestond uit rijke en arme landen. Met de opkomst van landen als India, Brazilië en China is dat beeld nu echt achterhaald. Het aantal arme landen daalt snel en arme mensen wonen in toenemende mate in middeninkomenslanden, aldus Knapen.

Makelaar
Ontwikkelingssamenwerking is daarmee echter allerminst overbodig volgens Knapen: ‘Internationaal wordt vergaand gesproken over nieuwe afspraken en werkvormen. Nationale staten alleen zijn namelijk niet meer in staat de mondiale uitdaging van duurzame ontwikkeling het hoofd te bieden. Maatschappelijke organisaties, filantropen en vooral bedrijven zijn de grote nieuwe spelers. De rol van regeringen verschuift daarom naar die van makelaar in internationale verantwoordelijkheid: partijen bij elkaar brengen en het hulpbudget via publiek-private samenwerking gebruiken als hefboom voor investeringen. Daar ligt de toekomst van ontwikkelingssamenwerking.’

De conferentie van SOS-Kinderdorpen was gericht op het versterken van de samenwerking tussen de overheid, maatschappelijke organisaties en bedrijven.