Spreektekst minister Schultz bij wisseling College van Rijksadviseurs
“U richt zich niet op het bekritiseren van beleid, maar op de vormgeving van oplossingen die door de politiek zijn gekozen. Dat is constructief”. Dat zei de minister bij de wisseling van het nieuwe College van Rijksadviseurs. Nieuwe rijksadviseurs zijn: Eric Luiten (rijksadviseur voor Landschap en water) en Rients Dijkstra (Infrastructuur en Stad). Samen met de rijksbouwmeester Frits van Dongen vormen zij het nieuwe CRA.
Beste leden van het College, dames en heren,
Allereerst dank aan Ton Venhoeven voor dit advies dat qua onderwerpkeuze en timing zeer goed gekozen is.
Het thema knooppunten is terecht ‘op de kaart gezet’; ik zal daar zo iets meer over zeggen.
Over knooppunten gesproken…
Vandaag stappen drie collegeleden uit en twee nieuwe collegeleden stappen in.
Een bijzonder moment voor dit nog jonge college van rijksadviseurs dat zijn derde wisseling meemaakt.
Een goed moment om iets te zeggen over de functie en waarde van het College van Rijksadviseurs.
Ik heb nog eens goed naar uw uitnodiging gekeken en uw motto ‘Op de kaart gezet’.
Het eerste wat ik dacht was: echt bescheiden zijn ze niet! Het klinkt behoorlijk zelfverzekerd.
Maar als je nog eens goed naar de foto kijkt dan zie je drie heren en een dame redelijk weggedrukt in een enorme lege hangar.
En dat is dan toch weer heel bescheiden.
Het interessante is dat de foto de essentie van het werk van het College raakt.
Aan de ene kant de lege nog oningevulde ruimte.
Aan de andere kant vier deskundige persoonlijkheden die klaar staan om die ruimte op een slimme manier te helpen inrichten.
Want dat is in essentie waar het werk van het college om gaat.
Vanuit een onafhankelijke positie, met kennis van zaken, adviseren over de ruimtelijke inrichting van ons land.
Graag wil ik uw werk kort in perspectief zetten.
Want we staan wat ruimtelijke ontwikkeling betreft in een bijzondere periode.
Nederland is in transitie.
We zijn toe aan een nieuw hoofdstuk van onze ruimtelijke ontwikkeling. Er zijn nieuwe vraagstukken die nu om een antwoord vragen.
Groei is niet langer vanzelfsprekend.
De beroepsbevolking krimpt.
De vraag naar duurzame energie stijgt. De mobiliteit van mensen groeit. We hebben het watervraagstuk.
Alle grote maatschappelijke vraagstukken van de komende decennia hebben ruimtelijke consequenties.
Hoeveel ruimte hebben we nodig om ons eten te verbouwen?
Om te wonen, te recreëren en te reizen?
De manier waarop we die vragen kunnen en moeten beantwoorden verschilt zeer per regio.
Waar de ene regio een oplossing moet vinden op de grote druk op woningen, heeft de andere regio juist te maken met krimp en bevolkingsdaling.
Om Nederland verder te ontwikkelen, zijn ten minste twee dingen nodig.
1. Een wezenlijk andere aansturing van de ruimtelijke ontwikkeling. Meer ruimte en slagkracht voor de lokale en regionale overheden. Dichter op de burgers en bedrijven.
2. Een integrale visie op ruimtelijke ontwikkeling.
Ruimtelijke vraagstukken kunnen niet los worden gezien van vraagstukken op het gebied van infrastructuur.
Vraagstukken op het gebied van water, weg, spoor, lucht hebben verbinding met elkaar.
Het mooie van dit college is dat hier alles bij elkaar komt: kennis van de stad, land, infrastructuur, water en ons cultureel erfgoed.
Uw integraliteit komt het rijk juist nu zeer van pas.
Tot zover de context van uw werk; het bredere perspectief.
Hoe zie ik uw rol hierbij?
Er zijn in mijn ogen twee cruciale criteria waar een college van rijksadviseurs aan moet voldoen.
Dat is één: de vakinhoudelijke kennis staat niet ter discussie; ze weten waar ze het over hebben, vanuit de praktijk en vanuit de theorie.
En twee: gevoel voor urgentie. Weten wanneer je welk onderwerp bij de kop pakt. Aansluiting met de politieke, maatschappelijke actualiteit.
Als ik naar de adviezen kijk die dit college de afgelopen jaren heeft opgesteld, dan stel ik met waardering vast dat het college in ruime mate voldoet aan beide criteria.
Uw vakinhoudelijke kennis dwingt respect af, zowel binnen het rijk als bij de vakmensen in het veld.
Dat is zeer waardevol want dat kan zaken in beweging brengen die zijn vastgelopen.
Ik denk bijvoorbeeld aan uw advies ‘Architectuur Nu!’ waarin de actuele Rijksopgaven zijn geformuleerd.
En aan uw gezamenlijk advies over de snelwegen tussen Schiphol, Amsterdam en Almere, om maar een kleine greep te doen uit de adviezen.
Natuurlijk helpt het dat het CRA een onafhankelijke positie heeft, een positie boven de partijen.
Maar alleen daarmee red je het niet, je moet ook inhoud bieden.
Een goede gesprekspartner zijn voor de vakmensen. Weten wat de praktijk inhoudt. En mede door uw vele bezoeken in de regio, heeft u zichzelf inderdaad op de kaart gezet.
Het CRA heeft ook laten zien dat ze gevoel voor urgentie heeft en aansluiting zoekt bij de politieke werkelijkheid.
U richt zich niet op het bekritiseren van beleid, maar op de vormgeving van oplossingen die door de politiek zijn gekozen. Dat is constructief.
U bewijst dit alleen al met de keuze van dit ongevraagde advies over ‘knooppunten’.
Dat is inderdaad een van de actuele vraagstukken.
-Hoe kunnen we de groeiende mobiliteit het beste ondersteunen met ruimtelijke inrichting?
-Hoe kunnen we meer halen uit ons dichte netwerk van spoor, wegen en water en de combinaties daarin?
-Welke positie kunnen en moeten multimodale knooppunten hierin vervullen?
Terecht benadrukt u het belang van een integrale visie op knooppunten.
Dat is ook naar mijn mening precies de manier waarop we moeten werken. Maar hoe, wat, en wie: dat zijn we nu aan het invullen.
In de SVIR – onze structuurvisie op infrastructuur en ruimte waaraan u heeft meegedacht – heb ik al het belang van knooppuntontwikkeling benoemd.
Om hier handen en voeten aan te geven werken we nu aan een concrete rijksaanpak knooppuntontwikkeling.
Daarvoor zijn we in gesprek met andere overheden en marktpartijen. Ik verwacht eind van het jaar dat er meer duidelijkheid is over aanpak en richting.
Laat ik daar één ding aan toevoegen.
U en ik zijn ervan overtuigd dat we meer toe moeten naar een integrale en meervoudige aanpak.
Tegelijkertijd zitten op dit punt nog veel belemmeringen in ons systeem van planning.
Daarom vernieuw ik het omgevingsrecht.
Het moet eenvoudiger, sneller, beter en goedkoper kunnen! Bestuurders, burgers en ondernemers zien door de bomen het bos niet meer.
Uw werkwijze toont in ieder geval aan dat die integraliteit effectief is.
Ik verwacht dat dit de werkwijze zal zijn van het nieuwe CRA, en dat het college bijvoorbeeld een onderwerp als ‘knooppunten’ zal oppakken als een gezamenlijk onderwerp.
Want uw kracht zit niet alleen in uw individuele deskundigheid maar vooral ook in de bundeling ervan.
Dat brengt mij op het meer ceremoniële gedeelte, namelijk de wisseling van de wacht.
Allereerst de drie vertrekkende rijksadviseurs: Yttje Feddes, Wim Eggenkamp en Ton Venhoeven.
Graag spreek ik mijn waardering uit voor jullie bijdrage in de afgelopen vier jaar. En ik doe dat mede namens de andere ministeries.
Ik noem kort een paar wapenfeiten, maar het moge duidelijk zijn dat dit een kleine selectie is.
Yttje Feddes, rijksadviseur voor het landschap. U heeft waterveiligheid gekoppeld aan de landschappelijke kwaliteit zoals in het Deltaprogramma en het programma Ruimte voor de Rivier.
Hier is ook veel internationale belangstelling voor.
Ook uw grote belangstelling voor de ontwikkelingen binnen de landbouw en het energievraagstuk heeft u van enkele krachtige adviezen voorzien.
- Wim Eggenkamp, Rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed.
U was van grote waarde omdat er veel gebeurde op het gebied van herbestemming en herontwikkeling, onder andere in de veertig krachtwijken. Dan is het goed dat er iemand meedenkt met kennis van zaken over hoe je de waarde van cultureel erfgoed kunt vermeerderen.
- Ton Venhoeven, Rijksadviseur voor de Infrastructuur. Al genoemd: de knooppunten. Nog niet genoemd: dankzij u is er nu een supervisor voor het traject Schiphol – Amsterdam - Almere die niet alleen kijkt naar de weg maar ook naar de ruimte erom heen.
Nogmaals: een kleine selectie, uw betekenis was breder en daar dank ik u allen hartelijk voor.
Dan het nieuwe College van Rijksadviseurs.
Daarin hebben we samen met EL&I een paar veranderingen aangebracht.
Het nieuwe CRA bestaat uit de Rijksbouwmeester, een Rijksadviseur voor Landschap en Water en een Rijksadviseur voor Infrastructuur en Stad.
U merkt dat we expliciet in de naamgeving het water en de stad laten doorklinken vanwege het belang van deze thema’s.
U mist wellicht de cultuurhistorie, en dat heeft niets met verminderde belangstelling te maken.
Integendeel: er is nu een stevige borging van de cultuurhistorische expertise door goede samenwerking met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Graag stel ik de nieuwe rijksadviseurs aan u voor.
En ik doe dat mede namens mijn collega van EL&I.
Dat is ten eerste Eric Luiten als rijksadviseur voor Landschap en water.
En ten tweede Rients Dijkstra als Rijksadviseur voor Infrastructuur en Stad.
Samen met de rijksbouwmeester Frits van Dongen, vormt u het nieuwe College van Rijksadviseurs en ik hoop nog veel van u te horen.
Ik wens u veel succes.