Dutch Financial Club
Toespraak van minister De Jager van Financiën bij de Dutch Financial Club in New York.
Dames en heren,
In de nacht van 16 december 1835 brak er brand uit in een pakhuis in het zuidelijk deel van Manhattan. Het duurde niet lang of tenminste vijftig aangrenzende panden hadden ook vlam gevat. Om de paar minuten stortte er eentje in. Een ramp komt nooit alleen: het was ook nog eens 27 graden onder nul, waardoor álles wat het vuur had kunnen blussen bevroren was: het water, de pompen, en de slangen: er was geen beweging in te krijgen. In die tijd had New York City per wijk een eigen vrijwillige brandweer. Terwijl het vuur om zich heen greep,
begonnen de vrijwilligers te ruziën over wie het waar voor het zeggen had. Het was een chaos. Eén commandant droeg zelfs in z’n wanhoop zijn mannen op om zich eerst aan het vuur te warmen en dan naar de bevroren rivier te rennen om het ijs te smelten. U vermoedde het al: dat was niet het ei van Columbus.
Er waren drastische maatregelen nodig, om te voorkomen dat het vuur in de toekomst nog eens zó om zich heen zou kunnen grijpen. Zo is er in het noorden een enorm waterreservoir gebouwd met een verbindende pijpleiding van 66 kilometer lengte. De brandweer werd omgevormd tot een strakke, professionele organisatie. En voor alle zekerheid werden de daken in de stad voorzien van extra watertanks. Die maatregelen hebben sinds 1835 hun nut bewezen.
Ik kom natuurlijk met dit verhaal omdat er een parallel is met de brand in Europa en de maatregelen die we daartegen nemen. We zijn een heel eind met het bluswerk, maar het is nog te vroeg om ‘brand meester’ te geven. De afgelopen twee jaar zijn enkele landen in de eurozone
in de problemen gekomen. Dat geeft veel onrust op de financiële markten. Het heeft ook geleid tot stevige Europese maatregelen
om de brand te kunnen isoleren.
U kunt ervan verzekerd zijn dat we met grote vastberadenheid werken aan een oplossing voor de huidige problemen. En tegelijkertijd maken we stevige afspraken om te voorkomen dat we nog eens in een dergelijke situatie terecht zouden kunnen komen. Zo hebben we vorige week ons gezamenlijk bereid getoond Spanje een lening uit het noodfonds te geven, om de regering te helpen de bankencrisis te bezweren.
De Europese aanpak rust op drie pijlers:
Ten eerste hebben de landen in de eurozone zich vastgelegd op Europese begrotingsafspraken en stevig toezicht daarop. Want aan dat laatste heeft het lange tijd geschort. Dat is nu anders: wie zich niet aan de regels houdt riskeert een hoge boete.
Ten tweede moeten alle landen waar nodig hun economie brandveilig maken en de zwakke plekken verstevigen.
Ten derde hebben we een firewall aangelegd in de vorm van een noodfonds ter waarde van 1000 miljard euro.
Het kost veel tijd om alle financiële problemen te overwinnen, maar toch zijn er hoopgevende tekenen. Ik noem er een paar: de eurozone als geheel verkeert niet in recessie. De Duitse economie groeide vorig jaar met drie procent.
En wat Nederland betreft: het gaat weer beter met onze export.
Die steeg over de afgelopen twaalf maanden met tien procent tot een waarde van meer dan 35 miljard euro. Samen met Duitsland en de Scandinavische landen vormen we de sterke schakel van Europa.
We zijn niet voor niets de zestiende economie en het zevende financiële centrum van de wereld. En voor de Amerikanen zijn we een interessante springplank naar Europa.
Dames en heren,
Ik wil niets afdoen aan de ernst van de huidige situatie, maar laten we wel zijn: Europa heeft voor nog hetere vuren gestaan. Het is goed om te beseffen dat de reorganisatie van ons brandweerkorps en de installatie van een grote watertanks in volle gang zijn. Wij staan niet verstijfd in de vlammen te staren, we glijden niet uit over het ijs. We werken vastberaden aan een veilige toekomst, voor onszelf en de generaties die na ons komen. Net zoals indertijd in Manhattan, na die nacht in 1835.
Dank u wel voor uw aandacht.