Toespraak opening Bio Base Europe Training Center
Speech van minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Maxime Verhagen, bij de opening Bio Base Europe Training Center, op 11 juni 2012 in Den Haag.
Alleen het gesproken woord geldt
Excellentie Minister-president Peeters, mijne heren de Gouverneurs, mevrouw de Commissaris van de Koningin, Excellenties, dames en heren,
Samen komen we verder. Vandaar dit Training Centrum.
Door samen te werken versterken en verduurzamen we onze economieën. En creëren we voor Vlamingen en Nederlanders nieuwe kansen op werk.
Minister-president Peeters en ik spraken hier boven net met Vlaamse studenten. Mensen die hier via het Vlaamse arbeidsbureau VDAB zijn gekomen. Ze zijn omgeschoold tot procesoperator en gaan nu drie maanden stage lopen in Vlaanderen. Onder meer bij bedrijven die met natuurlijke grondstoffen materialen en energie produceren.
En weet u wat het mooie is? Elk bedrijf dat een stage aanbiedt, heeft wel een vacature. Deze studenten maken dus ècht kans op een baan. Goed betaald zelfs!
Sterker nog, in de biobased sector zijn méér vacatures voor procesoperators en onderhoudstechnici dan dit centrum aankan.
En het tekort blijft groeien! Allen Dow Chemicals heeft elk jaar al 80 vacatures voor procesoperators die ze niet kunnen vervullen.
Daarom is het ook van belang om jongeren te interesseren voor de techniek. U zegt: de kiem van een roeping ligt niet in de pubertijd, maar in de kinderjaren. Dán moet je de toekomstige dragers van de biobased economy zien te boeien.
Daarom laat u kinderen hier zien hoe veel je kan doen met maïs, graan, suikerbieten en groen afval. Minister-president Peeters en ik kwamen hier acht- tot tienjarigen tegen van basisschool Lovendegem-Vinderhoute. Sommigen waren op simulatoren bezig een hele fabriek aan te sturen. Terwijl anderen in het lab badzout, badolie, badschuim en haargel aan het maken waren… allemaal van natuurlijke grondstoffen!
Excellenties, dames en heren,
Met de proeffabriek in Gent en het trainingcentrum hier in Terneuzen versterkt de Vlaams-Nederlandse delta zijn positie als pionier in de nieuwe duurzame economie van morgen.
Een economie waarin we méér, beter en efficiënter gebruik maken van onze natuurlijke grondstoffen. Schoner produceren.
Een méér samenwerken.
Waar we vroeger met één grondstof één product maakten, maken we er straks drie.
Neem maïs: dat kan je eten, we halen er eiwitten en zetmeel uit voor de voedingsindustrie. Dat is de eerste productieketen.
Maar we kunnen ook de vezels gebruiken voor bouwmaterialen en de suikers voor bioplastics. Dat is de tweede productieketen.
En wat er dan overblijft? Afval is er in de biobased economy niet meer. De rest gaat in de compost of vergister en wordt mest, biogas, groene stroom, warmte. Dat is de derde productieketen.
Maar deze duurzame economie komt niet vanzelf tot stand. Daarvoor is samenwerking nodig.
Samenwerking tussen de verschillende topsectoren van onze economie, van chemie en agrofood tot energie en water.
Samenwerking tussen de vier o’s -- ondernemers en onderzoekers, onderwijs en overheden.
En samenwerking tussen provincies. Oost- en West Vlaanderen en Antwerpen aan de ene kant van de grens. Zeeland, Brabant en Zuid-Holland aan de andere.
Anders gezegd, we moeten over de dijken kijken.
Vlaanderen en Nederland zijn het er niet helemaal over eens welke dijken moeten blijven staan; maar we zijn het er wel helemaal over eens dat we over de dijken heen moeten kijken.
Daar is het Vlaams-Nederlandse Bio Base Europe een uitstekend voorbeeld van. Maar ook Ghent Bio-Energy Valley. Biopark Terneuzen. En het Maintenance Valuepark.
Dit soort samenwerking in de regio en over grenzen heen staat ook centraal in mijn topsectorenbeleid. Niet Den Haag bepaalt wat nodig is om onze concurrentiekracht te vergroten, dat doen bedrijven, kennisinstellingen en de regio’s zelf.
Samen hebben we ons gecommitteerd om dit jaar en volgend jaar meer dan 2,5 miljard euro aan publiek en privaat geld te investeren in kennis en innovatie. De biobased sectoren profiteren daar met 370 miljoen euro volop van. En ik ben blij dat bedrijven ook nog 200 miljoen hebben toegezegd voor andere biobased activitetien. Bovendien is de biobased economie een van de twee terreinen waar Vlaanderen en Nederland zich in de samenwerking op willen concentreren.
Dat moet zeker ook innovatieve MKB’ers ten goede komen.
Voor hen heb ik het nieuwe Innovatiefonds MKB+ gelanceerd, dat garanties en leningen verstrekt. En naast de WBSO, de aftrek voor loonkosten van kenniswerkers, is er nu de Research en Development Aftrek voor andere bedrijfskosten bij kennis en innovatie.
Excellenties, dames en heren,
Samen komen we verder. Dat geldt ook in Europa. Laat ik drie terreinen noemen die we vanochtend tijdens de Euregio Scheldemond Rondetafel in Gent hebben besproken.
Ten eerste de Europese fondsen. Ik was twee weken geleden met de boegbeelden van de topsectoren in Brussel, om te zorgen voor een betere aansluiting tussen de Nederlandse en de Europese programma’s voor onderzoek en innovatie.
In het onderzoek- en innovatieprogramma Horizon 2020 is de biobased economy een belangrijk thema. Net als Kris Peeters ben ik blij met het Commissie-voorstel om het onderzoeksbudget voor landbouw, voeding en de bio-economie vanaf 2014 op te trekken tot 4,5 miljard euro.
Laten we nu samen kijken hoe we daar optimaal gebruik van kunnen maken! Samen maken we meer kans op financiering.
Dat geldt ook voor de Europese EFRO- en Interreg-programma’s, waaruit dit centrum ook deels gefinancierd is.
Ten tweede willen we ons profileren als één pioniersregio, in Europa en in de wereld. Want zeker vanuit China en Brazilië is het onderscheid tussen Zeeuws-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen niet te bevatten. Daarom gaan we gezamenlijke handelsmissies uitvoeren. [Onze reis naar Zuid-Afrika is uitgesteld maar niet afgesteld! Al zal dit kabinet hem niet meer meemaken. Maar] ik ben blij dat naast bedrijven nu ook de universiteiten van Gent, Leuven, Wageningen en Delft belangstelling hebben.
Ten derde gaan we in Europa samenwerken om barrières te slechten die de groei van de nieuwe duurzame economie belemmeren.
Denk aan eenduidige certificering en duurzaamheidcriteria.
Denk aan eerlijke concurrentievoorwaarden en het afschaffen van invoerheffingen, waar Dow Chemical bijvoorbeeld tegenaan loopt bij de import van bio-ethanol.
En denk ten slotte aan de erkenning van diploma’s en het vergemakkelijken van opleiden, werven en werken over de grens.
Ik ben blij met de ideeën van de Onderwijs Autoriteit Zeeland om praktische problemen rond grensarbeid, mobiliteit en scholing aan te pakken. Bijvoorbeeld met een gezamenlijk informatiepunt voor bedrijven over de verschillende regels in Nederland en België, van inkomstenbelasting tot kinderbijslag. Ik zie graag een uitgewerkt voorstel!
Excellenties, dames en heren,
Bio Base Europe versterkt de positie van de Vlaams-Nederlandse delta als pionierregio in de nieuwe duurzame economie. Een economie gebaseerd op een optimaal gebruik van natuurlijke grondstoffen.
Dit Training Center helpt biobased bedrijven straks aan technici met de juiste opleiding. En dat is hard nodig. Want waar een operator vroeger maar één dashboard en drie knoppen in de gaten moest houden, werkt hij nu met computers die hele fabrieken aansturen. Dat kunnen Vlamingen en Nederlanders hier leren.
Maar dit Training Center wordt alleen een succes als u allemaal meedoet om jongeren te boeien en werknemers te binden. We hebben veel handen nodig om de biobased economie van de grond te krijgen.
Misschien kunt u ook eens nadenken over een alternatief voor ‘biobased economy’. Want wie -- buiten deze muren -- weet nou wat dat precies is? Onze Vlaamse partners hebben er tenminste nog Nederlands van gemaakt. Maar toch vrees ik dat ook ‘biogebaseerde economie’ weinig harten sneller doet kloppen. En dat is zonde! Want] als je kijkt naar wat er allemaal kan met maïs, suikerbieten, graan en andere natuurlijke grondstoffen, dan gaat je hart juist wel sneller kloppen. En onze economie sneller en duurzamer groeien.
Dat is waar we ons voor inzetten. Samen.
Dank u wel.