Persconferentie viceminister-president Verhagen na de ministerraad van 1 juni 2012
INLEIDEND STATEMENT:
Goedemiddag, inclusief de jongste aanwinst zo te zien in het journalistieke deel van het publiek. Zoals u weet, de minister-president is op dit moment in het buitenland, vandaar dat ik de ministerraad heb voorgezeten en we hebben vandaag uitgebreid gesproken over de actualiteit in de eurozone, in de Europese Unie en er is veel discussie over die Europese Unie. Dus het is goed om nog eens vast te stellen wat het lidmaatschap van die Europese Unie Nederland oplevert, gewoon in euro's. Deze week heeft het CBS becijferd dat Nederland in 2011 voor 294 miljard goederen exporteerde naar de andere eurolanden. Als je daar de import van aftrekt, dan levert ons dat een handelsoverschot op van maar liefst 147 miljard euro. Dat is bijna een kwart van ons binnenlands product. Dus Nederland verdient daarmee met afstand het meest van alle eurolanden aan die handel binnen Europa. Dus het is goed daar nog eens even bij stil te staan en dat hebben we vandaag ook gedaan.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat we in Europa kampen met grote financiële en economische problemen. Deze week is een nieuwe stap gezet in de aanpak van die problemen met de zogenoemde landenspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie. Het is nu goed dat er voor alle landen aanbevelingen gedaan worden over hoe ze hun economische groei kunnen verbeteren, hoe ze hun overheidsfinanciën op orde kunnen krijgen, want dat is nou precies wat Nederland voor ogen stond toen wij in het afgelopen jaar hebben aangedrongen op de komst van een Europees commissaris met tanden. Commissaris Rehn was positief over het Nederlandse begrotingstekort voor 2013. Samenvattend zegt de Commissie: wij verwelkomen het akkoord, maar nu moet je ook wel doorpakken. Kortom, de Commissie moedigt ons juist aan om door te gaan op die ingeslagen weg en ik ben blij met die steun in de rug. Ik kan u verzekeren dat we dat niet doen voor Brussel, maar dat doen we gewoon voor onszelf, de Nederlandse inwoners. We leggen hiermee namelijk een stevige basis voor het versterken van onze economische groei, als het gaat om het creëren van echte banen, echte economische groei en echte welvaart voor de toekomst van Nederland.
Om die crisis daarnaast effectief aan te pakken in Europa is het belangrijk dat het Europese stabiliteitsmechanisme, het ESM, snel in werking kan treden. Ik verwelkom de uitspraak vanochtend in kort geding van de Haagse rechter over de parlementaire behandeling van die verdragen en in die uitspraak stelt de rechter terecht dat hij niet mag ingrijpen in het wetgevingsproces voor goedkeuring van verdragen, omdat die in de grondwet nadrukkelijk is voorbehouden aan het parlement en de regering. En die rechter die stelt we kennen hier een representatieve democratie, dat de leden van de Tweede Kamer rechtstreeks worden gekozen door de kiesgerechtigde Nederlandse bevolking en dat zij dus ook deze bevolking vertegenwoordigen bij de uitoefening van hun functie en daarin treedt geen wijziging op als een kabinet demissionair wordt. U weet, het kabinet is demissionair en het parlement is niet demissionair. Die Tweede Kamer heeft zelf besloten tot behandeling en heeft ook in meerderheid ingestemd met die instelling van een permanent noodfonds en daarmee is gelet op de representatieve democratie dus ook de Nederlandse bevolking gehoord. Vanzelfsprekend respecteert ook het kabinet de wens van de ruime Kamermeerderheid om dat ESM op te richten. Daarnaast is het natuurlijk van belang wat er in andere landen op dit punt gebeurt. Gisteren hebben de Ieren in een referendum gestemd over dat begrotingspact. En de officiële uitslag wordt daar pas vanavond bekendgemaakt, maar uit de eerste mediaberichtgeving maak ik op dat er aanleiding is voor enig optimisme over de uitslag. Dus ik hoop van harte dat die verwachting uitkomt, want dan kan Europa ook voortvarend verder met de aanpak van die crisis.
We hebben daarnaast bij een aantal andere onderwerpen waarvan u ook persberichten heeft ontvangen stilgestaan. We hebben ook verder stilgestaan bij de ontwikkelingen in Syrië. Die zijn bijzonder zorgwekkend. Sinds het uitbreken van die crisis nu 14 maanden geleden zijn ruim 9000 mensen om het leven gekomen en vele tienduizenden zijn gevangengenomen of worden vermist. Na het vredesinitiatief van Annan en het staakt-het-vuren van 12 april is het geweld slechts korte tijd afgenomen en inmiddels in alle hevigheid weer opgelaaid en het voorlopige dieptepunt daarbij was uiteraard het bloedbad in Houla, waarbij meer dan 100 personen omgebracht onder wie veel vrouwen en kinderen. De internationale gemeenschap, inclusief Nederland, heeft deze moordpartij direct veroordeeld, ook in de VN Veiligheidsraad, en daarnaast heeft een groot aantal landen in EU en daarbuiten, waaronder Nederland, de geaccrediteerde Syrische diplomaat tot persona non grata verklaard. Nederland blijft zich inzetten voor een politieke oplossing van het conflict op basis van het zespuntenplan van Annan en dat komt ook tot uitdrukking in de vele sanctievoorstellen die we in EU-verband hebben gedaan, onze diplomatieke inspanningen, onze steun aan de VN waarnemingsmissie, maar ook financiële bijdragen aan het verbeteren van de humanitaire situatie via de UNHCR en het World Food Program. Dat laat onverlet dat we ook onze inspanningen op dit terrein zullen voortzetten.