Toespraak Rutte bij presentatie van biografie 'Mooie Barend'
Toespraak van minister-president Rutte bij de presentatie in Amsterdam van 'Mooie Barend', een biografie over oud premier Barend Willem Biesheuvel (1920-2001) door politicoloog en journalist Wilfred Scholten. De auteur is woensdag aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op het boek gepromoveerd.
Mijnheer de rector, professor De Bruijn, maar natuurlijk vooral: zeergeleerde doctor Scholten,
Allereerst mijn hartelijke felicitaties met uw promotie. Het blijft een mooi academisch ritueel dat recht doet aan de bijzondere prestatie die het schrijven van een proefschrift nog altijd is. Voor mij is het bijzonder en ook een hele eer om aan het einde van deze plechtigheid dit mooie boek in ontvangst te mogen nemen. Heel veel dank daarvoor.
Op het ministerie van Algemene Zaken hebben we een zogeheten Blauwe Zaal waar de geschilderde portretten hangen van alle naoorlogse premiers. We hebben net Jan Peter Balkenende aan onze verzameling toegevoegd - om het woord 'opgehangen' maar even te vermijden. Ooit - dat mag van mij nog even duren - kom ik zelf precies onder Barend Biesheuvel te hangen. Een man aan wie ik persoonlijk overigens nauwelijks actieve herinneringen heb. Ik was per slot van rekening pas vier jaar oud toen Biesheuvel premier werd.
Daarom ben ik gisteren nog even in de Blauwe Zaal gaan kijken of de titel van dit boek wel klopt. En ik kan u melden: ook in olieverf is Barend Biesheuvel een knappe en indrukwekkende persoonlijkheid. Met zijn karakteristieke, donkere verschijning straalde hij autoriteit uit. Biesheuvel was een politiek en bestuurlijk zwaargewicht. Een geboren leider, staat ergens in dit boek. En dat moet ook wel, want met looks alleen red je het echt niet. Logisch dus dat dit boek met ruim 800 pagina's ook niet bepaald een lichtgewicht is.
U weet misschien dat ik een groot liefhebber ben van politieke biografieën, dus ik ben de uitgever dankbaar dat ik de drukproef voor vandaag mocht inzien. Jammer genoeg heb ik te weinig tijd gehad om het boek helemaal van kaft tot kaft te lezen. Maar ik heb dit weekend in een paar uur al bladerend zoveel spannende en interessante passages voorbij zien komen, dat ik het toch aandurf om kort een paar eerste indrukken met u te delen.
Om te beginnen: het bladeren smaakte naar meer, alleen al omdat het boek zo helder is geschreven. Dat is wel eens anders. Dus dat compliment maak ik maar meteen.
En dan de inhoud. Het boek begint met een verhaal dat veel weg heeft van een les in nederigheid voor mensen zoals ik. Wilfred Scholten heeft namelijk heel goed gezocht, maar nergens in Nederland is een straat, plein of parkje naar Barend Biesheuvel vernoemd. Nederlanders houden niet van helden, zeggen we dan al snel. Maar misschien moeten we daar in het geval van Biesheuvel nog net iets meer achter zoeken. Er zijn per slot van rekening genoeg politici die wél een eigen straat hebben.
De gedachte die mij bekroop is deze: is het niet zo dat Biesheuvel als het ware de pech had om politiek actief te zijn in een soort rommelige overgangsfase in onze parlementaire geschiedenis? Dat hij deel uitmaakte van een relatief onbekend gebleven tussengeneratie; tussen iconen als Romme, Schouten en Drees en Den Uyl, Wiegel en Van Agt in? Ook tijdgenoten als Marijnen, Toxopeus en Cals lijken daar zogezegd 'last' van te hebben.
Ik geef meteen toe: over deze hypothese kun je een boom opzetten. Maar wat volgens mij onbetwistbaar is, is dat Biesheuvel die worsteling tussen de generaties als het ware in zijn persoon doormaakte. Hij werd zelfbewust opgevoed in een vooraanstaande gereformeerde boerenfamilie en stond in een lange bestuurlijke traditie. Dat was een prima basis en Biesheuvel maakte dan ook met opvallend gemak en groot succes een stille mars door de verzuilde instituties. Eerst de landbouwwereld, toen de Tweede Kamer en daarna het ministerschap - het ging hem allemaal gemakkelijk af, zo leek het.
Maar als fractieleider, formateur en minister-president moest hij positie kiezen in de toenmalige beweging naar meer democratie en openheid. Anders gezegd: Biesheuvel werd politiek actief in een tijd dat er nog kabinetten vielen over dakpannen en TV-reclame. Tien jaar later stond hij in het oog van de storm van polarisatie en ontzuiling. Was je 'radicaal' of niet? Dat was in die dagen de hamvraag, ook - of misschien wel juist - in antirevolutionaire kring.
Als ik het goed zie, is Barend Biesheuvel daar nooit helemaal uitgekomen. Hij heeft zich volgens mij aan het einde van de jaren '60 vaak radicaler uitgelaten dan hij als pragmatisch en bestuurlijk ingesteld politicus diep in zijn hart was. Tegelijkertijd is hij in de beeldvorming van lieverlee wat meer in de conservatieve hoek terecht gekomen, waar hij zich ook niet altijd op zijn gemak moet hebben gevoeld.
Feit is dat Biesheuvel twee keer een heel krachtig pleidooi heeft gehouden voor meer openheid en voor versterking van de democratie. Dat was begin jaren '70, als voorzitter van de Commissie Heroriëntering Overheidsvoorlichting en ongeveer tien jaar later, toen hij voorzitter werd van de staatscommissie die moest adviseren over manieren om de kiezersinvloed te vergroten. En wat ik niet wist: over Piet de Jong wordt altijd gezegd dat hij met de vrijdagse persconferentie na de ministerraad begon om niet steeds thuis gebeld te worden door journalisten. Maar het idee kwam van Biesheuvel en zijn commissie. Ere wie ere toekomt.
De meest fascinerende hoofdstukken in dit boek gaan natuurlijk over de totstandkoming en de val van het eerste kabinet-Biesheuvel in 1971-1972. Volgens veel tijdgenoten en én historici de onbegrijpelijkste kabinetscrisis ooit. Het is een verhaal dat zich laat lezen als een koningsdrama. Maar ook een verhaal dat bewijst dat er in ieder geval één constante is in de Nederlandse politiek: het is mensenwerk en mensen reageren niet altijd rationeel. Meer verklap ik niet.
Als historicus van huis uit, realiseer ik me overigens heel goed dat de geschiedenis zichzelf nooit herhaalt, maar hooguit citeert. Bij een paar van die citaten moest ik wel even glimlachen. Bijvoorbeeld de manier waarop Biesheuvel het kabinet De Jong bijna vanuit een gedoogrol tegemoet trad. Of hoe koningin Juliana met een vooruitziende blik al in 1971 de mogelijkheid van een minderheidskabinet opperde. Of nog één: hoe DS' 70 twee miljard gulden - 0,9 miljard euro - wilde bezuinigen en hoe andere partijen dat als volstrekt onhaalbaar van tafel veegden. Dat waren nog eens tijden…
Tot slot, doctor Scholten, een extra woord van dank omdat ik nu al een paar heel praktische dingen uit uw boek heb geleerd:
- Eén: laat de ministerraad nooit 's nachts doorvergaderen.
- Twee: schenk al helemaal geen cognac tijdens de vergadering.
- En drie, als je een lastige formatie verwacht, ga dan met de hoofdrolspelers een paar dagen naar Londen. Daar gebeuren de mooiste dingen. Dus wie weet wat ik deze zomer nog ga doen…
Nogmaals gefeliciteerd en mijn complimenten. Barend Biesheuvel was letterlijk en figuurlijk een groot man die nu het grote boek heeft gekregen dat hij verdiende. Dankzij u.
Dank u wel.