Speech van de minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van Haegen, bij de ondertekening van het convenant ‘Warme BLEVE-vrij rijden’, Geleen
‘De kans op een ongeluk was al heel klein, maar wordt hiermee nog kleiner.’ Dat zei minister Schultz van Haegen bij de ondertekening van het convenant dat ‘warme BLEVE-vrij rijden’ bij chemiebedrijf SABIC in Geleen. In het convenant staan afspraken die ervoor zorgen dat goederentreinen met vloeibare gassen en vloeistoffen zo veilig mogelijk worden samengesteld, zodat een eventueel ongeluk niet tot een kettingreactie van explosies leidt. ‘We kunnen elkaar niet beloven dat een gaswolkontoploffing op het spoor nooit zal voorkomen. Elke vorm van vervoer brengt risico’s met zich mee. Maar we moeten altijd aan de veiligheid te blijven werken. Want uiteindelijk gaat het om mensenlevens.’
Dames en heren,
Is dat nu wel nodig?
Een convenant om iets te voorkomen dat we in ons land nog nooit hebben meegemaakt.
Ik kan me voorstellen dat mensen die vraag stellen.
Maar het feit dat we hier vandaag zijn, geeft ook aan hoe belangrijk we dit met elkaar vinden.
Want de gevolgen van een treinongeluk met brandbare gassen kunnen verwoestend zijn.
Zeker in een dichtbevolkt land als Nederland.
U kent vast de beelden uit het Italiaanse Viareggio nog wel.
Toen een goederentrein met LPG ontspoorde en ontplofte.
Het is volgende maand 3 jaar geleden.
In de vlammenzee kwamen 32 mensen om het leven.
En 26 raakten gewond.
Gelukkig hebben we zo’n treinongeluk in Nederland nog niet meegemaakt.
En wat mij betreft komt het ook nooit voor.
Maar zekerheid daarover hebben we nooit.
Het is een illusie, kopte dagblad Trouw afgelopen vrijdag nog.
Er ziet niets anders op dan te leven met risico’s,
Want we willen als consumenten nu eenmaal spullen gebruiken waarin chemische stoffen zijn verwerkt.
Zoals cosmetica, kleding of medicijnen.
Om die goederen te blijven produceren, moeten we brandbare gassen en vloeistoffen vervoeren.
Dat vervoer moet ook weer kunnen groeien.
Want we willen ook dat onze economie groeit.
Maar laten we dat vervoer dan met elkaar wel zo veilig mogelijk maken.
Als we risico’s kunnen wegnemen, moeten we dat ook doen.
Zelfs als dat betekent dat je de productie van ammoniak verplaatst van een fabriek in IJmuiden naar Geleen.
DSM deed dat.
Het maakte een einde aan ammoniaktreinen, die dwars door ons land reden.
Voor veel omwonenden langs het spoor is dat een hele opluchting.
We kunnen ook de infrastructuur veiliger maken.
Door extra automatische treinbeveiliging te installeren op plekken waar veel gevaarlijke stoffen worden vervoerd.
Wat ook helpt, is meer gebruikmaken van de Betuweroute.
Die loopt nauwelijks door bewoond gebied en is dus zeer geschikt voor het vervoer waar risico’s aan kleven.
Al die maatregelen nemen we nu al, in het kader van het Basisnet Spoor.
En ik weet dat velen van u ook zelf veel doen om de veiligheid te vergroten.
Wat we ook kunnen doen, is onze goederentreinen zo veilig mogelijk samenstellen.
Daarom zijn we vandaag hier.
Ik ben blij dat we hierover afspraken hebben kunnen maken met 24 partijen.
Treinwagons gevuld met brandbaar gas en wagons met brandbare vloeistof worden voortaan gescheiden vervoerd.
Bij het samenstellen van treinen zorgen we voor een buffer van 18 meter tussen deze twee soorten tanks.
Dat verkleint de kans op een grote gaswolkontploffing, mocht een van de tanks gaan lekken.
De kans op een ongeluk was al klein, maar wordt hiermee nog kleiner.
Vanaf morgen rijden goederentreinen met brandbare gassen en vloeistoffen dus nog veiliger door ons land.
Dat is goed nieuws voor iedereen.
Voor mij als minister, omdat deze afspraken naadloos passen in mijn beleid om het goederenvervoer veiliger te maken.
Voor u als bedrijven, omdat het vervoer van chemische producten veiliger wordt.
Ik vind het een schoolvoorbeeld van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Maar het is vooral goed nieuws voor al die mensen die in Nederland langs het spoor wonen.
Natuurlijk hebben we niet alles in de hand.
Risico’s horen nu eenmaal bij het leven.
We kunnen elkaar niet beloven dat een ontploffing van een gaswolk in Nederland nooit zal voorkomen.
En de recente treinbotsing in Amsterdam laat zien dat er op het spoor helaas altijd risico’s zullen zijn.
Elke vorm van vervoer brengt risico’s met zich mee.
Maar het is onze verantwoordelijkheid om altijd aan veiligheid te blijven werken.
Want uiteindelijk zijn er altijd mensenlevens in het geding.
Daarom is dit convenant dus wel nodig.
Ook al hebben wij een gaswolkontploffing zoals in Viareggio nog nooit meegemaakt.
Gelukkig, schreef Trouw vrijdag ook, is een chemische ramp in Nederland heel ernstig, maar ook heel onwaarschijnlijk.
De afspraken die we vandaag maken, zorgen ervoor dat het op het spoor weer een stukje veiliger is.
Ik moedig u aan om - met mij - veiligheid altijd op de eerste plaats te zetten.
Dank u wel.