Kabinetsreactie AIV-advies Iran
Het kabinet maakt zich onverkort zorgen over het Iraanse nucleaire programma. Het IAEA kan nog steeds niet kan vaststellen of het Iraanse nucleaire programma geheel vreedzaam van aard is.
Het kabinet is daarom van mening dat Iran volledige openheid van zaken moet geven. Daarnaast moet het volledig samenwerken met het IAEA en zijn internationale verplichtingen, op basis van resoluties van de VN Veiligheidsraad en de IAEA Bestuursraad, nakomen. Het kabinet heeft dit standpunt opgenomen in de kabinetsreactie op het recente rapport van de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken (AIV) over Iran. Het rapport levert een waardevolle bijdrage aan de discussie over het Iraanse nucleaire programma en helpt het kabinet het beleid op dit terrein verder vorm te geven en te versterken.
In het advies stelt de AIV dat de sancties van de internationale gemeenschap niet het gewenste resultaat hebben bereikt. Het kabinet onderschrijft deze conclusie niet en meent dat de sancties er juist toe hebben geleid dat Iran weer de dialoog over zijn nucleaire programma lijkt aan te willen gaan. Daarom is het van belang om de druk onverminderd hoog te houden. Een verlichting van sancties is niet aan de orde.
Het kabinet vindt het een positief signaal dat Iran vorige maand bereid is geweest tot gesprekken over het nucleaire programma met de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad (Verenigde Staten, Rusland, China, Frankrijk, Groot-Brittannië) en Duitsland onder leiding van Hoge Vertegenwoordiger Ashton. De gesprekken worden op 23 mei voortgezet in de Iraakse hoofdstad Bagdad.