Verklaring reistijdverlies en betrouwbaarheid op hoofdwegen 2000-2010
Het tijdverlies door files en vertragingen op het hoofdwegennet nam van 2000 tot 2010 met 49 procent toe. Dit komt vooral door veranderingen in banen, inwoners en autobezit per gemeente. Zonder de aanleg van nieuwe wegen, wegverbredingen, spits- en plusstroken en verkeersmanagement zou het reistijdverlies nog 16 procent hoger zijn geweest.
Tot 2000 liep het tijdverlies door files en vertragingen ongeveer gelijk op met de verkeersomvang. Sindsdien is het reistijdverlies moeilijker te voorspellen. De ontwikkeling van de onbetrouwbaarheid van de reistijd – de mate waarin de reis langer duurt dan verwacht - kwam vrijwel overeen met die van het reistijdverlies. Een deel van de onbetrouwbaarheid van de reistijd is het direct gevolg van extreme reistijden. Het netwerk blijkt dan onvoldoende robuust om de gevolgen op te vangen van incidenten en van uitschieters in de hoeveelheid verkeer. Het reistijdverlies door extreme reistijden nam minder sterk toe dan de totale onbetrouwbaarheid.
Dit zijn enkele conclusies van een onderzoek naar de ontwikkeling en verklaring van aspecten van de bereikbaarheid op hoofdwegen in Nederland. Doel van de studie is om op basis van empirisch onderzoek inzicht te geven in de ontwikkeling en verklaring van bereikbaarheid op het hoofdwegennet vanuit het perspectief van de reiziger. Het KiM heeft dit onderzoek uitgevoerd op verzoek van het directoraat-generaal Bereikbaarheid van het Ministerie van Infrastructuur en Miliieu. Enkele resultaten zijn eerder gepubliceerd in de Mobiliteitsbalans 2011. In dit achtergronddocument wordt een totaaloverzicht gegeven en wordt dieper ingegaan op de beschreven ontwikkelingen en verklaringen voor de bereikbaarheid op het hoofdwegennet.