Stilstaan bij offers op Ereveld Loenen
Bij de herdenking op Ereveld Loenen heeft minister Hans Hillen vanmiddag stilgestaan bij de offers van Nederlandse burgers en militairen voor vrede en veiligheid. "Vandaag gedenken wij allen die met hun inzet de vrijheid een dienst bewezen. Op de Waalsdorpervlakte, de Dam, en hier op Ereveld Loenen.”
De minister riep zijn toehoorders op om het verhaal en de offers levend houden, hoewel dat niet gemakkelijk is. “De huidige samenleving is jachtig en bouwt hoge torens op fundamenten die steeds meer vergeten schijnen. Het zijn de fundamenten vrede en vrijheid, die zijn gelegd door hen die daarvoor zijn gestorven. Ik hoop dat wij steeds opnieuw stil blijven staan bij hun offers. En ons door hen laten inspireren. Door hun verhalen te vertellen. Door hun idealen voor te leven. Door stil te zijn.”
De Nederlandse herdenkingscultuur is, anders dan bij de omliggende landen, niet door de Eerste maar vooral door de Tweede Wereldoorlog gevormd. Hillen: “Ons herdenken is ook minder militair. Maar opkomen voor vrede en veiligheid heeft de afgelopen eeuw wel degelijk grote offers gevraagd van Nederlandse militairen. Ik denk aan de militairen die Nederland tot de laatste snik verdedigden in de Tweede Wereldoorlog. Ik denk aan de militairen die zich hebben ingezet in recentere conflicten zoals in Korea, Libanon, voormalig Joegoslavië en Afghanistan. Jonge mannen en vrouwen die zich geroepen voelden om inhoud te geven aan de voor velen zo abstracte begrippen vrede,vrijheid en veiligheid.”
Stilte
Leerlingen van de Koninklijke Scholengemeenschap Apeldoorn overhandigden de minister een krans die hij samen met Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht luitenant-generaal Lex Oostendorp bij ‘De vallende man’ legde. Hierop volgde een minuut stilte.
Op het Ereveld Loenen hebben sinds 9 mei 1940 meer dan 3800 oorlogsslachtoffers, militairen en burgers, hun laatste rustplaats gevonden. Onder hen de in Afghanistan gesneuvelde soldaat der eerste klasse Timo Smeehuijzen (2007), eerste luitenant Dennis van Uhm (2008) en sergeant-majoor Mark Leijsen (2009).