Regels infrastructuurprojecten in ontwikkelingslanden vereenvoudigd
De regels voor de faciliteit Ontwikkelingsrelevante Infrastructuur Ontwikkeling (ORIO) worden simpeler en transparanter. Staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken sluit daarmee aan op de aanbevelingen van de Sociaal Economische Raad.
ORIO stelt ontwikkelingslanden in de gelegenheid infrastructuur als wegen en waterwerken aan te leggen. Het Nederlandse bedrijfsleven kan daar met haar kennis en kunde op inspelen. De uitvoerder van het programma (Agentschap NL) is thans doende de procedures aan te passen aan de nieuwe beleidsregels en zal op korte termijn een nieuwe aanvraagronde openen.
In de nieuwe regels wordt meer aandacht besteed aan kwaliteit en internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. De criteria zijn bovendien in lijn gebracht met de OESO/DAC evaluatiecriteria en projecten worden beoordeeld aan de hand van een economische impactanalyse. Ook geldt voortaan als uitgangspunt: wie het eerst komt, wie het eerst maalt. De zogenaamde ‘beauty contest’ die aanvragers in onzekerheid liet over de kansen van een aanvraag komt daarmee te vervallen. Ook dat was een advies van de SER.
De partij die de infrastructuur ontwikkelt, kan ook betrokken zijn bij de uitvoering. Om het voor aanvragers gemakkelijker maken om in te tekenen is het aanvraagformulier vereenvoudigd. Zo wordt niet meer gevraagd naar gedetailleerde cashflowprojecties. Tevens komt er een handboek voor aanvragers. Wanneer een aanvraag wordt afgewezen zal dit beter worden onderbouwd.
De aanpassingenzijn gebaseerd op het SER advies ‘Ontwikkelen door Duurzaam Ondernemen’ en de ervaringen die de afgelopen drie jaar zijn opgedaan door de uitvoerder (Agentschap NL), de onafhankelijke ORIO Adviescommissie en de gebruikers van de regeling (bedrijven en overheden).
Het budget voor ORIO is in 2011 verhoogd van 140 naar 180 miljoen euro per jaar.