Defensie zet stap in cyberprogramma

Om de kennispositie op het gebied van cyberdreiging te versterken, is Defensie  toegetreden tot een militair samenwerkingsverband, het NATO Cooperative Cyber Defence Centre of Excellence. Dat gebeurde vandaag tijdens een  ceremonie in de Estse hoofdstad Tallinn.

Nederland is het elfde lid dat de meerwaarde erkent van het gezamenlijk optreden in de strijd tegen cyberaanvallen. Een belangrijke eigenschap van een cyberincident is immers dat de gevolgen zich snel via de ICT-infrastructuur kunnen verspreiden en dat het zich niet aan landsgrenzen stoort. De andere partners zijn: Duitsland, Estland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Polen, Spanje, Slowakije en de Verenigde Staten.

Kennispositie

Het aan de NAVO gelieerde militaire kenniscentrum doet sinds 2008 onderzoek naar onder meer technieken, beleid en de juridische aspecten rondom cyberdreiging. Daarnaast delen de landen onderling vakkennis tijdens oefeningen waarbij gefingeerde cyberaanvallen centraal staan.

“De toetreding past binnen het Defensie-cyberprogramma. Dat heeft voornamelijk als doel het beschermen van de Defensiecomputers- en netwerken en het versterken van cyberinlichtingencapaciteit”, zegt commandant Task Force Cyber, kolonel Hans Folmer. “Onze mogelijkheden zijn nu eenmaal niet onbeperkt. Door aan te sluiten bij het NATO Cooperative Cyber Defence Centre of Excellence kunnen we niet alleen de krachten bundelen, maar ook onze kennispositie versterken.” Volgens Folmer waren er wel enkele eisen. “Naast financiële steun moet je als land een officier beschikbaar stellen en bereid zijn om mee te denken en natuurlijk informatie te delen.”