Toespraak minister Spies bij symposium CTIVD
Toespraak minister Spies bij het symposium van de CTIVD (Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten) op 18 april 2012.
Dames en heren,
Zeven jaar geleden sprak Ybo Buruma op een symposium over de AIVD en de grenzen van de democratische rechtsstaat. Hij begon zijn betoog met de zaal eraan te herinneren dat de geheime dienst iets bijzonders te weeg brengt namelijk dat zij sommigen tot fantastische complot theorieën aanzet, anderen tot romantische fantasieën en weer anderen tot onvervulbare wensdromen. Dat was – zei hij – het rechtstreekse gevolg van de meest kenmerkende eigenschappen van een geheime dienst: dat ie geheim is.Hij constateerde daarbij dat het merkwaardige van het inlichtingenwerk is dat het zich ten dele onttrekt aan datgene wat de dienst nu juist moet beschermen.
Deze paradox is tien jaar geleden, toen er een nieuwe wet op de inlichten en veiligheidsdiensten werd aangenomen, ook de reden geweest om het toezicht op de inlichten- veiligheidsdiensten beter te regelen. Eén van de middelen daarvoor was de instelling van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten, gelukkig steeds afgekort als: CTIVD.
Terecht vragen we ons regelmatig af of het toezicht op de veiligheidsdiensten nog voldoet!
Het is een belangrijke vraag en ik ben dan ook blij met het initiatief van de CTIVD voor dit symposium en de mogelijkheid die ik daardoor kreeg om iets te zeggen over tien jaar Wiv en het werk van de CTIVD. Ik vind het van belang dat er scherp gekeken wordt naar het stelstel van toezicht en controle op de veiligheidsdiensten. Daarom is het goed dat de CTIVD prof. Fijnaut heeft gevraagd om die kritische blik te geven. Fijnaut heeft goed werk geleverd en constateert dat het stelsel van toezicht complex is. Een terechte constatering, lijkt me. Hij zal daar hierna een toelichting op geven, in ieder dank aan prof. Fijnaut voor zijn rapport.
Terug naar de Wiv.
Op 29 mei 2002 trad de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in werking. Die wet kwam natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. In de jaren daarvoor werd vaak en uitgebreid - vooral bij de bespreking van de jaarverslagen van destijds de BVD - in de Tweede Kamer gesproken over de wenselijkheid van onafhankelijk extern toezicht op de diensten, naast de reeds bestaande ministeriële en parlementaire controle.
Het ging dan ook vooral over de vraag of de diensten binnen de wettelijke kaders werken. Een geheime dienst beschikt immers over verregaande bevoegdheden, die de dienst heimelijk kan inzetten, maar die enorme inbreuk kunnen maken op de privacy van ons allemaal.
De discussie werd gevoed door uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in 1994 en haar uitleg van rechtspraak van het Europese Hof. Het Europese hof heeft in verschillende uitspraken het belang onderstreept van de noodzaak van een toereikend stelsel van controle en toezicht.
Het kabinet was terecht voorstander van een versterking van het toezicht op de diensten, in de vorm van een onafhankelijke commissie, de CTIVD. De inzet van de bijzondere bevoegdheden van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten valt, anders dan bij de opsporingsdiensten, slechts zelden onder rechterlijk toezicht.
Het uitgangspunt hierbij was dat de toezichthouder een onafhankelijke positie moest innemen, dat haar werk verifieerbaar zou moeten zijn en dat het toezicht betrekking zou moeten hebben op de rechtmatige uitvoering van de Wiv 2002 en de Wvo.
Dat was natuurlijk even wennen voor de AIVD en de MIVD; een Commissie die overal mag kijken, met iedereen mag praten en alles mag vragen. Maar de diensten hebben vanaf het begin het belang hiervan ingezien en hebben altijd loyaal meegewerkt met de commissie. Dat is overigens ook steeds de conclusie van de CTIVD geweest.
De CTIVD heeft niet stilgezeten.
In de afgelopen tien jaren was er sprake van een indrukwekkende productie. De commissie heeft 36 rapporten uitgebracht, 23 over de AIVD en 14 over de MIVD, over zeer uiteenlopende onderwerpen. Daarbij is de rechtmatigheid van de inzet van alle bijzondere bevoegdheden aan de orde geweest.
Daarnaast is zij klachtadviseur. In die rol heeft de CTIVD zich ook over diverse kwesties gebogen.
Het belang en de inzet van de CTIVD zijn dus algemeen erkend. Met de komst van de CTIVD is het toezicht op de AIVD en MIVD duidelijk versterkt. De rapporten van de commissie hebben geleid tot aanbevelingen die de professionaliteit van de organisaties hebben versterkt.De praktijk is dat de ministers van Defensie en Binnenlandse Zaken, zowel waar het gaat om rechtmatigheidtoezicht als om advisering in het kader van klachten, de aanbevelingen en adviezen van de CTIVD eigenlijk altijd overnemen.
De aanbeveling om de rol van de AIVD ten behoeve van het besluitvormingsproces voor dergelijke operaties vast te leggen, is inmiddels opgevolgd. Daarbij is één van de speerpunten van de AIVD in de komende jaren de intensivering van de samenwerking met partners in binnen- en buitenland.
De rapporten van de CTIVD helpen ons om dat te doen.
Als we ons afvragen waar het hart van de AIVD voor klopt dan is dat zonder twijfel om de nationale veiligheid van Nederland zo groot mogelijk te maken. Zodat ons land voor ons allemaal veilig en leefbaar blijft. Het effectief combineren van alle eigen mogelijkheden met die van zijn partners staat daarbij centraal. Een verregaande samenwerking met de MIVD, ieder vanuit de specifieke eigen taken en verantwoordelijkheden heeft daarbij prioriteit.
Ik constateer dat de beide diensten op meer terreinen al goed samenwerken. Mooie voorbeelden daarvan zijn de gezamenlijke Unit Contraproliferatie en het Team Caribisch Gebied. Beide eenheden kennen hun start in 2008 en bestaan uit medewerkers van AIVD en MIVD, die elkaars gegevens en informatiepositie delen. En eind van dit jaar gaat de gezamenlijke eenheid op het terrein van signal intelligence en cyber intelligence van start. De voorbereidingen daarvoor in het project Symbolon zijn in volle gang.
De CTIVD heeft over verdergaande samenwerking tussen beide diensten in de afgelopen jaren aanbevelingen gedaan en de richting aangegeven. Deze aanbevelingen zijn overgenomen en vertaalt naar concrete samenwerkingsverbanden, zoals ik net noemde.
Behalve dat de CTIVD soms ook de vinger op de zere plek weet te leggen, geven de rapporten ook inzicht in de goede en zorgvuldige wijze waarop de AIVD en de MIVD werken. De commissie oordeelde bijvoorbeeld in haar rapport uit 2006 dat de MIVD in uitgebrachte ambtsberichten zorgvuldige en betrouwbare informatie levert. In het onderzoek naar de ambtsberichten van de AIVD had de CTIVD een beperkt aantal kritiekpunten. Positief oordeelde de commissie over de rechtmatigheid van de uitvoering van de notificatieplicht.
In het rapport uit 2008 over de inzet van bijzondere bevoegdheden, zoals de inzet van de afluisterbevoegdheid en de bevoegdheid tot de selectie van Sigint, werd geconstateerd dat de AIVD doordacht te werk gaat. Aanbevelingen van de commissie uit dit rapport zijn door de AIVD overgenomen.
Juist deze constatering is van groot belang omdat de juridische houdbaarheid van de inzet van de afluisterbevoegdheid binnen de AIVD onderwerp is van een uitgebreide interne toetsingsprocedure, waarbij expliciet wordt getoetst aan het juridische kader. Die toetsing begint al in het onderzoeksteam door de operationeel jurist. Vervolgens beoordeelt het unithoofd de inzet van bijzondere middelen. En de interne toetsing eindigt in schriftelijke verzoeken om toestemming bij het hoofd van de AIVD, die ingaan op noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit. Hij legt deze verzoeken vervolgens met een uitgebreide toelichting aan mij voor, voor akkoord.
Deze uitgebreide procedure, stelt mij daadwerkelijk in staat om mijn verantwoordelijkheid als minister waar te maken voor de inzet van deze bijzondere bevoegdheid. Het geeft mij ook de mogelijkheid kritisch door te vragen en toe te zien op de doelmatigheid van de inzet.
Ook de inzet van andere bijzondere bevoegdheden wordt eerst intern en vervolgens extern getoetst. Voor het openen van een brief of een pakketje moet toestemming worden verleend door de rechter.
Ik stel vast dat de AIVD haar eigen kritisch vermogen als het gaat om toetsing en beoordeling goed heeft georganiseerd. Ik merk daarnaast dat de dienst eventuele problemen bij de inzet van bevoegdheden pro-actief bij mij aandraagt en meedenkt over oplossingen.
Externe toetsing vindt plaats door de CIVD voor de operationele toetsing , de Algemene Rekenkamer op met name financieel gebied en de vaste Kamercommissies voor BZK en Defensie als het gaat om openbare gegevens.
Welke conclusies mag u uit mijn verhaal trekken?
Dat de AIVD en de MIVD waarschijnlijk de meest en best gecontroleerde organisaties in Nederland zijn. Dat moet ook, want het gaat om geheime diensten. Dat betekent overigens niet dat ze ‘fail safe’ zijn.
Terugkijkend over de afgelopen tien jaar mogen we concluderen dat er in Nederland sprake is van een solide stelsel van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten waarin de verschillende rollen en verantwoordelijkheden door de diverse partijen op de juiste manier worden ingevuld en op een professionele manier complementair aan elkaar zijn. Ik heb het hier over het samenspel van de CTIVD, het parlement, waaronder de CIVD, de Algemene Rekenkamer, de Ombudsman, de rechter en de minister van Defensie en mijzelf als de ministers die verantwoordelijk zijn voor een doelmatige inzet van de diensten.
Mijn ervaring is dat de vaste Kamercommissie voor BZK, de CIVD en overigens ook de Algemene Rekenkamer, de ombudsman en de rechter hun taken in dit toezichtstelsel zeer serieus nemen en opnieuw wil ik benadrukken dat de dienst en ikzelf dat ook van wezenlijk belang achten voor het behoud van de legitimiteit van de AIVD.
Dames en heren, de AIVD is onderdeel van mijn departement en vraagt een substantieel deel van mijn tijd. Ik heb dagelijks overleg met de dienstleiding. Samen met de leiding van de AIVD maak ik keuzes en afwegingen en zo dragen wij zorg voor een dienst waar wij trots op kunnen zijn wat betreft resultaat en wat betreft de efficiëntie en effectiviteit.
De CTIVD speelt hierbij een essentiële rol door met haar rapporten duidelijk te maken op welke aspecten in het kader van een rechtmatige taakuitvoering verbetering mogelijk is.
Zij ziet specifiek en exclusief toe op de rechtmatige taakuitvoering van de diensten en vervult die rol met verve.
Ik feliciteer de CTIVD dan ook met haar tienjarig bestaan en dank haar voor haar inzet al die tijd. Ik hoop dat de commissie nog lang haar werk kan blijven doen. Het houdt ons scherp en draagt in belangrijke mate bij aan het vertrouwen in de geheime diensten!