Toespraak minister Spies tijdens de ondertekening van de Nationale verklaring huisvesting arbeidsmigranten
Dames en heren, Welkom allemaal hier bij BZK. We gaan vandaag onze handtekening zetten onder een belangrijk document: de Nationale verklaring huisvesting arbeidsmigranten. Daarmee geven we het startsein voor de aanpak van een probleem dat zich de afgelopen jaren op diverse plaatsen in heel Nederland heeft gemanifesteerd: de huisvesting van werknemers uit andere EU-lidstaten, vooral uit Midden- en Oost-Europese landen.
Nederlandse bedrijven doen in toenemende mate een beroep op medewerkers uit die landen. Zij leveren daarmee een positieve bijdrage aan onze economie. Inmiddels verblijven er ca. 300.000 arbeidsmigranten uit Midden- en Oost- Europa in ons land; een aantal dat de komende jaren mogelijk nog zal toenemen.
Door deze toestroom is een relatief nieuw huisvestingsvraagstuk ontstaan: de groeiende behoefte aan tijdelijke en flexibele huisvesting, zoals kamergewijze verhuur, kort verblijf-adressen en logies-mogelijkheden. Daar is nu een tekort aan. De buitenlandse werknemers moeten daardoor vaak noodgedwongen hun toevlucht zoeken tot bijvoorbeeld huisjesmelkers. Of ze wonen met te veel mensen in één huis of op één etage. Dat leidt tot allerlei leefbaarheidsproblemen voor zowel de werknemers als voor de directe omgeving.
En diverse instanties die hier iets aan zouden kunnen doen, hebben te lang naar elkaar gewezen als het ging om de verantwoordelijkheid voor de huisvesting van deze mensen. Maar daar hebben we de afgelopen maanden een kentering in weten aan te brengen. Gemeenten, woningcorporaties, werkgevers, vakbonden en het Rijk hebben afgesproken zich sterk te gaan maken voor voldoende en veilige tijdelijke huisvesting voor werknemers uit andere landen.
Overigens is er op diverse plaatsen in ons land al het nodige gebeurd of in gang gezet. Zo komt er in Den Haag wat men in de volksmond noemt een Polenhotel en in Rotterdam een Polenpension. In Den Haag gaat het om een wooncomplex voor 360 werknemers uit Midden- en Oost-Europa. In het Westland staat al een dergelijk complex en in Brabant heeft een aardbeienkweker tijdelijke huisvesting voor zijn werknemers gerealiseerd die voldoet aan alle eisen van het Bouwbesluit.
Maar dat waren gunstige uitzonderingen, die na vandaag forse navolging krijgen. Bijvoorbeeld de zogeheten bed-voor-bedregeling. Die regeling houdt in dat gemeenten en werkgevers ervoor zorgen dat bedden die nu nog in panden staan die op plekken waar het niet mag en waarin vaak veel te veel mensen moeten overnachten, komen te staan in woningen of complexen die wél passen in de omgeving en waarin een fatsoenlijk aantal mensen is ondergebracht. Ook juich ik het toe dat werkgevers en vakbonden werken aan normen voor goede huisvesting en voor het toezicht daarop.
Je zou kunnen zeggen: we dweilen nog een beetje en we draaien de kraan dicht. Dweilen doen we door op te treden tegen wat onacceptabel is en de kraan dichtdraaien door te zorgen voor extra aanbod. Bijkomend voordeel van deze maatregelen is dat huisjesmelkers de wind uit de zeilen wordt genomen en dat is natuurlijk een mooie bijvangst!
De bed-voor-bedregeling is onderdeel van de verklaring die we zo gaan tekenen. Dat geldt ook voor een campagne in minimaal acht regio’s. Lokale bestuurders en andere betrokken partijen in die regio’s moeten onderling gaan afspreken wie er hoeveel wooneenheden gaat realiseren en waar. Ik zal u bemoedigend achter de broek aanzitten en u zonodig aansporen tot actie.
Ik verwacht dat uiterlijk eind dit jaar die afspraken zijn gemaakt en met de uitvoering ervan is begonnen. Bij die afspraken gaat het mij vooral om aantallen extra plekken voor tijdelijke huisvesting en om locaties waar wordt gebouwd of verbouwd.
We moeten elkaar scherp houden op het nakomen van de afspraken die zijn opgenomen in de Nationale verklaring. Ik ga er overigens van uit dat iedereen doet wat ‘ie beloofd te gaan doen. Maar een bijeenkomst als deze laat zien dat we hand in hand dit probleem gaan aanpakken.
Want ik vind deze kwestie té belangrijk om te laten versloffen. Ik wil dat de afspraken die we vandaag met elkaar maken, ertoe leiden dat over een jaar of twee à drie de misstanden rond de huisvesting van arbeidsmigranten tot het verleden behoren.
Verder zal er worden geëxperimenteerd met nieuwe vormen van tijdelijke huisvesting. Enkele ondertekenaars van de Nationale verklaring hebben toegezegd deze proefprojecten te adopteren. Als ze succesvol zijn, zullen deze projecten hopelijk snel de bekende olievlekwerking hebben.
Ik noem de projecten nu even kort. Straks zal de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting ze verder toelichten. Het gaat om de volgende vijf projecten:
• transformatie van een kantoorgebouw door ontwikkelaar Centacon uit Den Haag;
• een nieuwbouwproject van uitzendbureau OTTO-Work Force uit Horst aan de Maas;
• transformatie van een leegstaand gebouw in Dordrecht door Woningcorporatie Woonbron;
• woonconcepten in kleine kernen door woningcorporatie Thuisvester in samenwerking met de gemeente Zundert en
• een nieuwbouwproject van tuinbouworganisatie ZLTO, samen met de gemeente Drimmelen.
Alleen al deze korte opsomming laat zien op hoeveel plekken we in Nederland aan de slag gaan.
Alles bij elkaar denk ik dat we vandaag een belangrijke stap zetten op weg naar voldoende, goede en veilige huisvesting voor arbeidsmigranten. Daarvoor moet de komende tijd veel gebeuren. Ieder van u zal de eigen achterban op de huid moeten zitten en hen helpen afspraken te maken én die ook uit te voeren. Want een intentieverklaring is mooi, maar je kunt er niet in wonen, om voormalig staatssecretaris Jan Schäfer te parafraseren.
Tot slot vraag ik u namens mijn collega Leers aandacht voor de taal. De arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa zijn doorgaans heel goed opgeleid. Naar schatting 20 procent heeft een universitaire opleiding. Zij zouden dus goed in staat moeten zijn om met behulp van de zelfstudiepakketten die BZK heeft laten ontwikkelen, onze taal te leren en in te burgeren. Met werkgevers en gemeenten willen Leers en ik dit jaar afspreken dat zij de arbeidsmigranten gaan stimuleren om daadwerkelijk gebruik te maken van deze pakketten en daarmee aan de slag te gaan.
Wat mij betreft kunnen we nu gaan tekenen en daarna: aan de slag!