Afspraken Nederland en Angola over terugkeer afgewezen asielzoekers
Nederland en Angola hebben nieuwe afspraken gemaakt over het bestrijden van illegale migratie en over de terugkeer van Angolezen uit Nederland.
De afspraken zijn vandaag in Luanda, Angola, ondertekend door minister Leers (Immigratie, Integratie en Asiel) en de Angolese minister Martins (Binnenlandse Zaken).
Nederland steunt Angolezen die vrijwillig terug gaan, financieel en materieel. Zo kunnen zij met opgeheven hoofd in Angola terugkomen en daar weer een nieuw bestaan opbouwen. Daarvoor kunnen er projecten komen, bijvoorbeeld onderwijsprojecten om vreemdelingen die terugkeren in Angola een opleiding te geven waarmee zij aan de slag kunnen.
Speciale aandacht is er voor de terugkeer van minderjarige Angolese vreemdelingen, en van Angolezen die als kind naar Nederland kwamen maar inmiddels 18 of ouder zijn.
De afspraken gaan onder andere over het verstrekken van reispapieren door Angola, zowel bij vrijwillige als gedwongen terugkeer. Verder ligt de nadruk op de persoonlijke begeleiding (maatwerk) van afgewezen Angolese vreemdelingen bij hun vrijwillige of gedwongen terugkeer. Ook zijn er afspraken gemaakt over de samenwerking tussen de immigratiediensten. Nederland heeft veel kennis over het herkennen van valse reisdocumenten en zal daar trainingen over geven aan Angola.
Kinderopvang Mulemba
Leers bezoekt donderdag 29 maart de school en de kinderopvang in Mulemba. Mulemba kan ook als weeshuis opvang bieden aan minderjarige vreemdelingen uit Nederland als er geen ouders of andere familieleden te vinden zijn. De afgelopen jaren bleek er op het moment van terugkeer – gelukkig - toch familie te zijn, zodat daadwerkelijke opvang in Mulemba nooit nodig was.
Maar de aanwezigheid van de opvang in Mulemba maakt het wel mogelijk Angolese kinderen vanuit Nederland terug te laten keren, omdat er goede opvang voor hen is.
Nederland heeft voor anderhalf jaar (tot maart 2013) 350.000 euro gereserveerd voor Mulemba. Daarvan is het grootste deel variabel: alleen als er kinderen opgevangen moeten worden, betaalt Nederland voor de opvang, begeleiding en scholing.
Ongeveer 70.000 euro is al uitgegeven aan herstel van het gebouw en aanleg van een drinkwatervoorziening. Dat drinkwater is ook beschikbaar voor 200 leerlingen van de school op Mulemba.
Verder staat het werkbezoek in het teken van de economische betrekkingen tussen Nederland en Angola. Leers spreekt met de Angolese onder-minister Clemente (Oorlogsveteranen) over projecten waarbij Nederlandse bedrijven in Angola actief zijn.
Tekenend voor de economische betrekkingen is ook dat Leers naar Angola kwam met de eerste rechtstreekse vlucht van de KLM op de Angolese hoofdstad Luanda.