Kabinet pakt huwelijksdwang aan
De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie waarin maatregelen staan om huwelijksdwang in Nederland tegen te gaan.
Zo is het niet meer mogelijk dat minderjarigen in Nederland in het huwelijk kunnen treden.
Nu kan dat in sommige gevallen wel. Straks moeten de aanstaande echtgenoten allebei ten minste achttien jaar zijn. Een in het buitenland rechtsgeldig gesloten huwelijk van een minderjarige kan nu in Nederland worden erkend. Dat zal straks alleen nog mogelijk zijn als beide echtgenoten op het moment dat zij in Nederland erkenning van hun huwelijk vragen de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.
Daarnaast worden huwelijken tussen neef en nicht verboden omdat bij dit soort huwelijken dwang vaker een rol speelt. Is er geen sprake van dwang, dan kan het huwelijk alsnog worden gesloten. Ook wordt het gemakkelijker om onder dwang gesloten huwelijken nietig te verklaren.
Verder worden de mogelijkheden om in het buitenland gesloten polygame huwelijken in Nederland te erkennen verder beperkt. Erkenning van een polygaam huwelijk betekent overigens niet dat er in Nederland voor meerdere echtgenotes een verblijfsvergunning kan worden afgegeven. Maximaal één echtgenote kan een verblijfsvergunning krijgen. Het in Nederland sluiten van een polygaam huwelijk is al verboden.
Erkenning van een in het buitenland gesloten polygaam huwelijk wordt nu geweigerd als de Nederlandse openbare orde in het geding is. Dat is het geval als een van de echtgenoten de Nederlandse nationaliteit heeft. In het wetsvoorstel is nu bepaald dat erkenning van een polygaam huwelijk ook in strijd is met de openbare orde als een van de echtgenoten in Nederland woont, ook al heeft hij een buitenlandse nationaliteit. Wie in Nederland woont moet zich aan de Nederlandse wetten en regels houden.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.