Staatssecretaris Teeven over uitbreiding spreekrecht over bewezenverklaring en straftoemeting
De huidige voorstellen van staatssecretaris Teeven zijn een forse uitbreiding van het spreekrecht van personen die op goede gronden in de gelegenheid worden gesteld om te verklaren over de gevolgen van het strafbaar feit. Daarmee worden bestaande lacunes gedicht. Er is de staatssecretaris veel aan gelegen om deze voorstellen zo spoedig voor behandeling in de Tweede Kamer en Eerste Kamer in aanmerking te brengen. De toegezegde notitie over de toekomst van het slachtofferbeleid die in mei aan de Tweede Kamer wordt aangeboden, lijkt een geschikte gelegenheid om meer mogelijkheden met het spreekrecht te bespreken en te doordenken.
Verzoeken om verdere uitbreiding van het spreekrecht klinken sympathiek, maar er zijn ook schaduwkanten aan verbonden. Juist die schaduwkanten maken dat het niet gaat om een eenvoudige ingreep in een artikel. Het is geen kwestie van het simpel verruimen van de inhoud van het spreekrecht of het laten vervallen van de bestaande beperking.
Het spreekrecht is primair toegekend om het slachtoffer of diens nabestaanden in staat te stellen het leed dat zij hebben ondervonden op de openbare terechtzitting uit te spreken en de verdachte daarmee te confronteren. Dit kan bijdragen aan een goede verwerking van dat leed. Het spreekrecht wordt tijdens het onderzoek op de terechtzitting uitgeoefend nadat de feiten van de zaak en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zijn behandeld. Voordat de officier van justitie zijn requisitoir houdt, spreekt het slachtoffer. De officier van justitie kan daarmee in zijn requisitoir nog op terugkomen.
1. Bij het uitbreiden van de mogelijkheid voor het slachtoffer om zich ook uit te laten over de bewezenverklaring en de straftoemeting, zal de verdediging de gelegenheid moeten worden geboden om het slachtoffer vragen te stellen over de deugdelijkheid en gegrondheid van zijn verklaring. Dat betekent dat hij vaak als getuige zal moeten worden beëdigd; dan is hij verplicht de vragen van de verdediging te dulden en te beantwoorden. Sommige slachtoffers zullen dit als onaangenaam ervaren.
2. De officier van justitie en de rechter hebben respectievelijk bij het requisitoir en bij de einduitspraak alle beschikbare informatie af te wegen en bij de beslissing over de bewezenverklaring en de straftoemeting mee te wegen. Dat is niet altijd gelijk aan het belang en het perspectief van het slachtoffer. Met een verruiming van het spreekrecht kunnen bij het slachtoffer verwachtingen worden gewekt die niet altijd gehonoreerd kunnen worden. De rechterlijke uitspraak kan dan op een teleurstelling of desillusie uitlopen.