Toespraak minister Spies tijdens het Achterhoekse Lentediner
Dames en heren, beste Achterhoekers,
De Achterhoek komt naar je toe deze lente. Die parafrase op de bekende Veronica-slogan schoot onwillekeurig door mijn hoofd toen ik de uitnodiging voor dit lentediner onder ogen kreeg. Misschien was dat ook wel uw bedoeling en hoopte u dat het voor mij een extra aansporing zou zijn om hier te verschijnen. Hoe het ook zij: uw poging om mij op uw diner te laten verschijnen hier in Nieuwspoort heeft het gewenste resultaat gehad. Ook al kan ik door tijdgebrek helaas niet blijven eten.
Bijna tien jaar geleden leerde ik de Achterhoek goed kennen toen ik als nieuwbakken Kamerlid mijn vuurdoop kreeg tijdens het debat over de gemeentelijke herindeling in uw regio. Maar ik ken de Achterhoek niet alleen in bestuurlijk opzicht. Ik weet ook uit persoonlijke ervaring dat de Achterhoek één van de mooiste streken is van Nederland, met gastvrije bewoners en een prettig leefklimaat.
De vraag is: blijft dat zo? Want de Achterhoek krijgt in de nabije toekomst te maken met een teruglopend inwonertal. En dat heeft consequenties op allerlei terreinen. Toch denk ik dat de Achterhoek de prettige, vitale en aantrekkelijke streek kan blijven die het nu is, omdat uw regio heel goed inspeelt op de naderende bevolkingsdaling en andere samenstelling van de bevolking.
Waar de krimp voor de Achterhoek nog toekomstmuziek is, zitten andere regio’s in ons land daar nú al middenin: Zuid-Limburg, Zeeuws-Vlaanderen en noordoost-Groningen. In die zogeheten topkrimpregio’s werken Rijk, provincies en betrokken gemeenten sinds een paar jaar samen om de gevolgen van de krimp in goede banen te leiden.
Die gevolgen doen zich voor op allerlei terreinen: werkgelegenheid, huisvesting, onderwijs, zorg, cultuur, sport en noem maar op. Dat geldt niet alleen voor de topkrimpregio’s, maar ook voor de anticipeergebieden, waarvan de Achterhoek er één is.
Met uw Achterhoek Agenda 2020 speelt u goed in op de toekomstige bevolkingsdaling in uw regio. Daarmee laat u zien dat krimp en het behoud van de kwaliteit van de leefomgeving hand in hand kunnen gaan. Met andere woorden: u grijpt de kansen die de krimp u biedt met beide handen aan.
Ik wil u daarvoor graag mijn complimenten maken. Ook omdat u het dak niet pas repareert als het regent, maar als de zon nog schijnt. Volgens het Achterhoekse model, oftewel: niet ieder voor zich, maar samen. Overheden, ondernemers en maatschappelijke organisaties – de drie O’s – werken eendrachtig samen om de gevolgen van de krimp het hoofd te bieden. Ik zou willen dat álle anticipeergebieden zo voortvarend te werk gingen als de Achterhoek.
Ik las in de onlangs verschenen bijlage van de Metro over bevolkingsdaling een artikel over het Glazen Campus-project. Daarbij worden jong talent en het bedrijfsleven in de regio met elkaar in contact gebracht. Een prachtig voorbeeld van hoe je verbindingen kunt leggen tussen diverse sectoren om zo talentvolle jonge mensen voor je regio te behouden.
Wat natuurlijk ook een slok op een borrel scheelt, is dat Herman Kaiser voorzitter is van de Regio Achterhoek, het samenwerkingsverband van de eerder genoemde drie O’s. Toen hij onlangs opperde om in zijn plaats een onafhankelijk voorzitter aan te stellen, waren de twee andere O’s er als de kippen bij om dit voorstel naar de prullenbak te verwijzen. Dat zegt wel iets over de kwaliteiten van Herman Kaiser als aanvoerder van de Achterhoek.
Kortom: de Regio Achterhoek is goed bezig! Dat laat onverlet dat ik u nog twee suggesties wil meegeven voor uw aanpak. De eerste is dat naast de eerder genoemde drie O’s ook de B belangrijk is: de B van bevolking. Ik bedoel: krimp is niet alleen een zaak van de overheid en andere organisaties, maar ook – misschien wel vooral – van de mensen zelf.
Dat sluit naadloos aan bij mijn streven naar een andere verhouding tussen overheid en burger. Een verhouding waarbij wijk- en buurtbewoners, bedrijven en organisaties zélf met initiatieven komen om de leefbaarheid van hun wijk of buurt op peil te houden en niet gaan zitten wachten tot de gemeente in actie komt.
Het kan om van alles gaan: van het aanleggen van een speelveldje tot het beheren van een buurtcentrum. Of je samen met een aantal inwoners sterk maken voor het in stand houden van een buurtsupermarkt of buurtcentrum.
De gemeente moet dergelijke initiatieven stimuleren en de verantwoordelijkheid in de handen van de bewoners leggen. Zeker in krimpregio’s is dat een ontwikkeling die het leefklimaat alleen maar ten goede komt. Ik roep de Achterhoekse gemeenten daarom op om hierover in gesprek te gaan met hun inwoners. Gebruik hun kennis van de streek en maak afspraken over wat zij zelf kunnen doen in hun wijk, buurt of straat.
De tweede suggestie is deze. Uw Agenda 2020 ziet er veelbelovend uit. Met uw visie op de aanpak van de bevolkingsdaling is niets mis. Maar een visie alleen is niet genoeg. Het komt aan op de uitvoering. Dus: smeed het ijzer nu het heet is. Begin vandaag, uiterlijk morgen, met de uitvoering van alle plannen. Doorpakken dus. Met de drie O’s én met de B.
Bij die uitvoering hoort ook: keuzes maken. Kiezen waar je woningen gaat bouwen, waar een school komt, waar een ziekenhuis, waar een winkelcentrum, bibliotheek, bedrijventerrein, sportveld enzovoort. Het is niet langer én-én, maar óf-óf. Wat dat betreft geven de 77 Achterhoekse veldvoetbalclubs het goede voorbeeld. Zij gaan binnenkort met elkaar praten over de gevolgen van de krimp. Uitstekend natuurlijk, want daardoor hou je een gezond sportklimaat in jouw regio in stand.
Ik snap overigens heel goed dat keuzes maken niet gemakkelijk is. Elke gemeente wil z’n eigen inwoners liefst alles bieden. In groeigemeenten kan dat, maar in krimpgebieden is dat funest. Dan bouw je huizen die leeg blijven staan, scholen die te weinig leerlingen trekken of bedrijventerreinen waar amper een bedrijf zich wil vestigen. Je zult dus goed moeten nadenken waar je wat doet en je moet elkaar ook wat gunnen. Dat alles uiteraard in samenspraak met die drie O’s en de B. Want draagvlak is in zo’n proces onontbeerlijk.
In dat proces van visie naar uitvoering krijgt u waar mogelijk ondersteuning vanuit de rijksoverheid. Niet met geld, want dat hebben we niet zoals u weet. Maar wel met bijvoorbeeld praktische hulp.
Zo is de Rijksbouwmeester al op drie plaatsen in de Achterhoek aan de slag gegaan om hun winkelcentra krimpbestendig te maken onder het motto: de juiste winkel op de juiste plek.
Verder stimuleert mijn ministerie kennisoverdracht tussen krimpgebieden en stelt het expertise beschikbaar, onder meer op juridisch gebied. Zo onderzoeken we samen met u de mogelijkheden van grensoverschrijdende samenwerking. En ook als u aanloopt tegen knellende regelgeving, kijkt BZK of we u daarin tegemoet kunnen komen, al of niet in overleg met andere ministeries. Daarnaast steekt ook de provincie u een helpende hand toe in de vorm van regiocontracten.
Kortom: de Achterhoek staat er niet alleen voor. Al blijft het omgaan met de gevolgen van de bevolkingsdaling in de eerste plaats een zaak van de regio’s zelf. Daar is geen blauwdruk voor te leveren, want geen krimpregio is hetzelfde. U heeft aangetoond dat u weet hoe je zoiets moet aanpakken. Als u doet wat in uw Agenda 2020 staat, komt het helemaal goed met de Achterhoek. Daar ben ik van overtuigd.
Dank voor uw aandacht en voor zo meteen: eet smakelijk!