Uitstel legbatterijverbod voor 40 pluimveebedrijven

40 pluimveebedrijven hebben tot 1 juli 2012 uitstel gekregen van het legbatterijverbod. In totaal 57 bedrijven hebben zich in de eerste helft van januari gemeld bij de Dienst Regelingen omdat zij op grond van overmachtsituaties in aanmerking wilden komen voor uitstel van het verbod. Dat blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer van staatssecretaris Henk Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I).

Bij de individuele beoordeling van de meldingen is onder meer gekeken naar het wel of niet op tijd gestart zijn met de vergunningprocedures voor omschakeling naar scharrelstallen of koloniehuisvesting en naar vertragingen die het gevolg zijn van factoren waar de bedrijven zelf geen invloed op konden uitoefenen. 17 bedrijven zijn niet als knelgeval erkend, waardoor zij niet voor de tijdelijke voorziening tot 1 juli 2012 in aanmerking komen. Hiervan hebben 11 bedrijven de productie in legbatterijen inmiddels beëindigd. Bij 6 bedrijven is een traject van bestuursdwang aangekondigd, zodat de leghennen zo snel mogelijk worden afgevoerd.

Controles

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), die toeziet op de naleving van het legbatterijverbod dat op 1 januari 2012 is ingegaan, heeft controles uitgevoerd bij 70 bedrijven die stonden geregistreerd als legbatterijbedrijf en die geen melding voor de tijdelijke voorziening hadden gedaan. Vrijwel alle bedrijven bleken hun legbatterijen voor of rond 1 januari 2012 geruimd te hebben. Hier werd het legbatterijverbod dus niet overtreden. Op één bedrijf waar nog wel kippen in legbatterijen zijn aangetroffen, zijn deze kippen inmiddels afgevoerd. De controles van pluimveebedrijven zullen de komende periode worden voortgezet. Daarbij zal de NVWA met name controleren of de bedrijven met een tijdelijke voorziening aan de gestelde voorwaarden voldoen.

De Europese Commissie heeft 13 lidstaten waaronder Nederland eind januari een aanmaningsbrief gestuurd. Voor Nederland is de reden hiervoor de uitstelregeling in het kader van overmachtsituaties. Lidstaten kunnen tot uiterlijk 26 maart 2012 op de aanmaningsbrief reageren.