Akkoord over meer hergebruik verpakkingsmateriaal

Het verpakkende bedrijfsleven gaat de komende jaren minder grondstoffen verbruiken en stelt ambitieuze doelen voor het hergebruik van verpakkingsmateriaal. Gemeenten kunnen daaraan bijdragen door bij de inzameling van afval nog effectiever materialen te scheiden die geschikt zijn voor hergebruik. Over de doelen, aanpak en financiering voor de komende tien jaar heeft staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) een onderhandelakkoord bereikt met delegaties van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het verpakkend bedrijfsleven.

Doelen en middelen

De kern van het onderhandelakkoord is volgens staatssecretaris Atsma ‘’dat gemeenten en bedrijven vrij zijn in de keuze van hun middelen, maar zich verplichten tot het bereiken van de gestelde doelen’’. Die keuzevrijheid betekent voor gemeenten dat zij zelf kunnen kiezen tussen voor- of nascheiding van kunststof verpakkingsmateriaal, mits het gesorteerde materiaal aan de normen voor hergebruik voldoet. De bedrijven op hun beurt zijn vrij om al dan niet statiegeld te vragen voor kunststof PET-flessen, mits ze een jaarlijks toenemende hoeveelheid PET-materiaal hergebruiken en zuiniger worden met grondstoffen.

Geld

Het akkoord gaat over de periode van 2013 tot en met 2022, en is een vervolg op de Raamovereenkomst Verpakkingen die eind dit jaar afloopt. Tevens geeft het akkoord uitvoering aan de afspraak in het regeerakkoord om het Afvalfonds af te schaffen. Het verpakkende bedrijfsleven verplicht zich met het akkoord zelf te zorgen voor een robuust en toereikend financieringsstelsel waaruit alle afgesproken activiteiten kunnen worden betaald. Gemeenten krijgen dus hun kosten voor inzameling van huishoudelijk verpakkingsafval volledig vergoed; daarnaast krijgen zij jaarlijks 20 miljoen euro voor de extra aanpak van zwerfafval. Tegelijk continueert het bedrijfsleven zijn activiteiten in de campagne Nederland Schoon.

Kennisinstituut verduurzaming verpakkingen

Om steeds zuiniger met grondstoffen en verpakkingsmateriaal om te gaan, wordt een onafhankelijk en deskundig kennisinstituut opgericht met wetenschappers en vertegenwoordigers van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de VNG en het verpakkend bedrijfsleven. Dit instituut bundelt en vermeerdert de kennis waarmee bedrijven kunnen werken aan de vier R’s:
- Reduce (voorkomen van verspilling van materialen en zuiniger gebruik van grondstoffen)
- Re-use (verhoging percentage hergebruik in verpakkingsmaterialen)
- Recycle (terugwinnen van verpakkingsmateriaal)
- Renew (inzetten van nieuwe materialen met lagere milieudruk).
Concrete projecten waaraan de bedrijven gaan werken zijn hergebruik van PET in frisdrankflessen, terugdringen van PVC-verpakkingen door producenten en importeurs, minder plastic tasjes bij de winkelier, materiaalreductie in kunststofverpakkingen, minder kunststofwikkels rond geadresseerd drukwerk, verlagen van de milieudruk door metalen verpakkingen.

Doelen

De gemeenten krijgen op basis van het akkoord hun kosten voor inzameling van kunststof verpakkingsafval vergoed vanuit het fonds dat de bedrijven vullen. Er zijn afspraken gemaakt waardoor gemeenten gestimuleerd worden hun inzameling zo effectief mogelijk aan te pakken. De hoogte van de vergoeding wordt bepaald op basis van de hoeveelheid ingezameld kunststof verpakkingsafval  die kan worden hergebruikt.

Een en ander moet er toe leiden dat het jaarlijks hergebruik van kunststof verpakkingsmateriaal toeneemt van 42 procent nu naar 52 procent over vijf jaar (streefdoel 2017), maar in ieder geval over tien jaar (resultaatverplichting 2022). Ook het hergebruik van houten verpakkingsmateriaal gaat omhoog: van 25 procent nu naar 45 procent over vijf jaar (streefdoel 2017).  maar in ieder geval over tien jaar  (resultaatverplichting 2022). Met deze doelen is Nederland een stuk ambitieuzer dan Europa, die vooralsnog voor hout op een hergebruikdoelstelling van 15 procent heeft en voor kunststof 22,5 procent.

Hergebruik

De afspraken uit het akkoord helpen met het realiseren van de kabinetsambitie om meer waarde uit afval te halen. Het gehalte hergebruikt PET (polyetheentereftalaat) in flessen wordt opgevoerd. In 2018 zal het aandeel hergebruikt kunststof in kleine flessen (tot een halve liter) minimaal 23 procent zijn, voor PET-flessen groter dan een halve liter wordt de norm minimaal 28 procent hergebruikt materiaal. Deze verplichte percentages creëren een vraag naar herbruikbaar kunststof verpakkingsmateriaal; op den duur kan dit leiden tot een kostendekkend systeem van inzameling. 

Omdat het akkoord focust op inzameldoelstellingen, en bedrijven zich verplichten tot zuiniger gebruik van grondstof en meer hergebruik van kunststof in hun verpakkingsmateriaal,  zijn ze vrij in de wijze waarop ze gebruikte PET-flessen terugnemen. Op z’n vroegst per 1 januari 2014 kunnen de bedrijven stoppen met het verrekenen van statiegeld op deze flessen. Deze relatief kleine stroom wordt nu parallel aan het overige kunststof verpakkingsafval ingezameld, wat inefficiënt is en relatief duur. Inzameling van de PET-fles via het statiegeldsysteem kost 6 cent per fles, terwijl inzameling via het Plastic Heroes systeem 1 tot 1,5 cent per fles kost. De kosten hiervoor komen uiteindelijk terecht bij de burger. Afgesproken is dat de bedrijven in op eigen kosten en in overleg met de gemeenten en het ministerie een communicatiecampagne financieren die de burgers informeert over het verdwijnen van statiegeld en over de inzamelmethode die daarvoor in de plaats komt. De verwachting is niet dat de hoeveelheid zwerfafval stijgt. Mocht dit onverhoopt toch zo zijn dan ontvangen de gemeenten daar een vergoeding voor. Bovendien worden de gemeenten vergoed voor de extra inzamelkosten die ze moeten maken als het statiegeld wordt afgeschaft.