Wetsvoorstel: strengere eisen voor naturalisatie
Het kabinet streeft er naar dat iedereen zoveel mogelijk over één nationaliteit beschikt. Uitzonderingen vervallen, behalve als het afstand doen van de andere nationaliteit niet mogelijk is.
Wie wil naturaliseren tot Nederlander moet in de toekomst ook voldoende inkomsten en opleiding hebben.
Dat blijkt uit het wetsvoorstel tot aanscherping van de Rijkswet op het Nederlanderschap waarmee de Rijksministerraad op voorstel van minister Spies van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft ingestemd. De aanscherpingen zijn een uitwerking van de afspraken in het regeerakkoord.
Het kabinet streeft er naar dat iedereen zoveel mogelijk over één nationaliteit beschikt. Door de aanscherping van de afstandplicht zal iedereen zoveel mogelijk één nationaliteit hebben. Zo verliezen ook Nederlanders die vrijwillig een andere nationaliteit aannemen, automatisch het Nederlanderschap. Het is en blijft aan iedereen zelf om een afweging te maken tussen het behoud van de oorspronkelijke nationaliteit en het aanvaarden van een andere nationaliteit. De wet heeft alleen werking voor toekomstige gevallen. Nederlanders die nu een meervoudige nationaliteit hebben verliezen het Nederlanderschap niet.
Het wetsvoorstel regelt verder het invoeren van inkomens- en opleidingeisen voordat aanspraak bestaat op de Nederlandse nationaliteit. Het gezinsinkomen moet minstens het minimumloon in Nederland (of Aruba, Curaçao, Sint Maarten) zijn. Daarnaast moeten vreemdelingen aantonen dat ze twee jaar een beroepsopleiding of werkervaring hebben.
Het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit is een bekroning op participatie en integratie in de maatschappij. Het kabinet wil iedereen maximaal stimuleren volwaardig mee te doen in de samenleving voordat aanspraak bestaat op het Nederlanderschap. Om die reden zijn in het wetsvoorstel de volgende eisen opgenomen:
- Optanten (degenen die het recht hebben het Nederlanderschap door optie te verkrijgen) moeten voortaan ook een toets Nederlandse taal afleggen.
- Gehuwden en ongehuwd samenwonenden kunnen pas het Nederlanderschap verkrijgen na vijf jaar verblijf in Nederland (nu is er voor gehuwden geen termijn, en voor ongehuwd samenwonenden een termijn van drie jaar).
- Ook bij jongeren van twaalf tot en met vijftien jaar gaat getoetst worden of zij een misdrijf hebben gepleegd of daarvan verdacht worden.
Het wetsvoorstel wordt binnenkort naar de Tweede Kamer gestuurd. Op dat moment is het wetsvoorstel en de reactie van het kabinet op het advies van de Raad van State openbaar.