Persconferentie na ministerraad 2 maart 2012

Letterlijke tekst van de persconferentie van minister Opstelten na afloop van de ministerraad op 2 maart 2012.

INLEIDEND STATEMENT
Dames en heren, het is een voorrecht om hier voor u te mogen staan vanmiddag op dit uur. Vanochtend ben ik namelijk voor de eerste keer in de gelegenheid geweest om de voorzittershamer van de ministerraad te hanteren. Bijzondere gelegenheid en ik zit altijd tegenover MP en naast de vice-MP. Ze waren er vandaag niet en vandaag had ik eindelijk een keer goed overzicht ook over de Hofvijver. Ik zat aan de andere kant. Ik mocht naar buiten kijken. Ik had er weinig gelegenheid voor en het gebeurt niet vaak natuurlijk dat een vakminister de ministerraad voorzit. De regel is dat de minister-president zich bij afwezigheid laat vervangen door een van zijn viceministers-presidenten. Sinds 1994 had vrijwel elk kabinet 2 viceministers-presidenten, dit kabinet van VVD en CDA heeft gekozen voor 1 viceminister-president en dat is u inmiddels ook bekend. Dat betekent dat bij afwezigheid van de collega's Rutte en Verhagen de oudste minister in leeftijd de vergadering voorzit. Het kan u niet zijn ontgaan dat ik dat ben. Dus ik mocht dat doen.

Waar hebben we het over gehad? Uiteraard hebben wij in de ministerraad stilgestaan bij de voorlopige cijfers die het Centraal Planbureau gisteren heeft vrijgegeven. Het gaat om voorlopige ramingen over de ontwikkeling van de Nederlandse overheidsfinanciën en economie voor de periode 2012-2015. De tekortcijfers zijn stevig en dat is de nieuwe realiteit. De minister-president heeft gisteren al gezegd dat we die werkelijkheid samen onder ogen gaan zien en dat is ook afgesproken in het regeer- en gedoogakkoord. De agenda's zijn vrijgemaakt. Het Catshuis is gereserveerd en vanaf aanstaande maandag zullen Mark Rutte, Maxime Verhagen en Geert Wilders om de tafel gaan zitten. Ze worden vergezeld door Stef Blok, Sybrand van Haersma Buma en Fleur Agema. Maandagochtend bij de start van de gesprekken zullen de premier, de vice-premier en de voorzitter van de fractie van de PVV kort toelichting aan de media geven en ik verwijs u naar die bijeenkomst. Het is niet aan mij om op deze plaats te preluderen op die gesprekken.

Herstel van de overheidsfinanciën is een van de kernpunten van het kabinet, maar dat beschouwen wij niet als enige opgave. Ook grenzen stellen en handhaven behoort tot onze prioriteiten en in dat kader hebben wij vandaag een aantal onderwerpen behandeld. Ik licht er twee voor u uit. Ten eerste noem ik de aanscherping van de eisen voor het verkrijgen van het Nederlanderschap. Wij dienen daarover een wetsvoorstel in bij de Tweede Kamer conform de afspraken uit het regeerakkoord en mijn collega minister van BZK mevrouw Spies zal dat doen. Het gaat om een aantal aanscherpingen waaronder de invoering van een inkomens- en kwalificatievereiste. Vreemdelingen moeten voldoen aan de minimale eisen die noodzakelijk zijn om in Nederland in het eigen onderhoud te kunnen voorzien. Het uitgangspunt wat het kabinet betreft is dat iedereen zoveel mogelijk over 1 nationaliteit beschikt. Iemand die aanspraak maakt op het Nederlanderschap moet afzien van de andere nationaliteit behalve als dat niet mogelijk is. Ook Nederlanders die vrijwillig kiezen voor een andere nationaliteit verliezen automatisch het Nederlanderschap.

Tweede punt wat aan de orde is geweest in dat kader wat ik wil noemen is de herziening van het toezicht op de advocatuur, een wetsontwerp dat door staatssecretaris Teeven is ingediend en is voorgesteld. Advocaten hebben een bijzondere positie binnen onze rechtsorde. Zij genieten ook verschillende privileges. Een controle op naleving van voorschriften en het voorkomen van het misbruik van privileges is dan ook van belang. Het bestaande stelsel van toezicht voldoet volgens het kabinet niet meer aan de eisen van de tijd en daarom gaat dat op de schop. Een belangrijkste verbetering is eigenlijk de introductie van een onafhankelijk college van toezicht dat eindverantwoordelijk wordt voor het toezicht op advocaten. Kortom, u ziet het, ik heb een kleine selectie genomen. We blijven de komende periode hard aan de slag gaan als kabinet.

VAN DER HEYDE:
Meneer Opstelten, die onderhandelingen die maandag beginnen, daarvan wordt nu al gezegd dat er voor 2013 een enorme bezuiniging moet worden gevonden om aan de regels van Brussel te voldoen en de regels die de coalitie zelf heeft afgesproken. Wordt er gedacht bijvoorbeeld aan het op nul zetten van de salarissen, lonen van alle ambtenaren? Die staan nu al op nul en dat zou je dan nog even een paar jaar moeten doorzetten. Wat zou u ervan vinden als bijvoorbeeld de agenten de komende jaren niet stijgen?

OPSTELTEN:
Laat ik dit zeggen. We hebben zoals ik net al zei met elkaar afgesproken, dat staat ook in het regeerakkoord en in het gedoogakkoord, dat de drie partijen, ik heb net personen genoemd, dat die gaan na de CPB-cijfers gewoon eens even de consequenties daarvan… Want het is ernstig. Het is belangrijk dat we gewoon ook wat dat betreft de begrotingsdiscipline natuurlijk ter harte nemen, het huishoudboekje op orde stellen, even goed kijken naar de kansen voor onze economie. Ik ga er dus niet op vooruitlopen waar men in dat overleg op uit gaat komen. Ik ga dus ook niet daarop preluderen of op andere lijnen daar iets over zeggen.

VAN DER HEYDE:
Nou dan houd ik het hier maar bij.

OPSTELTEN:
Dat lijkt mij ook verstandig, dan hebben we het kort en zakelijk gedaan. Dan zou deze persconferentie wel iets anders kunnen lopen dan misschien de premier in de laatste persconferentie had bedacht. Misschien wordt hij wel korter dan de voorgaande.

WESTER:
Ik ga het toch even rekken. Toch even over de agenten. Maandag willen ze geen bekeuringen uitschrijven vanwege de CAO-onderhandelingen. Wat vindt u van dat voornemen?

OPSTELTEN:
Kijk, laat ik zo zeggen, ik heb een ultimatum gekregen. En als u mij aankijkt, dan ziet u dat ik daar misschien onder gebukt ga, maar ik heb tot aanstaande maandag 12.00 uur de kans om daar op te reageren. Dat betekent dat ik daarover aan het nadenken ben hoe ik op dat ultimatum ga reageren. Het is ook niet goed gebruikelijk om vooruitlopende daarop, die 12.00 uur, daar nu al iets over te zeggen, dus ik wou dat even voor me houden.

WESTER:
Wat vindt u van het actiemiddel geen bekeuringen uitschrijven? Gewoon in algemene zin.

OPSTELTEN:
Het zou kunnen zijn dat er helemaal geen actie plaatsvindt. U kent mij ook als iemand hopelijk die niet gauw onder de indruk is van welke druk dan ook. Dus in dit geval is dat inderdaad zo, dus ga ik ervan uit dat het actiemiddel niet wordt ingezet, waar ik ook mee kom.

WESTER:
Dat betekent dus dat u ze tegemoet gaat komen?

OPSTELTEN:
Ik zeg u al, ik heb een ultimatum en ik ga reageren. U kennende is het natuurlijk ook moeilijk om tot maandag 12.00 uur te wachten, ik bijna ook, om er iets over te zeggen, maar ik wacht gewoon even tot 12.00 uur maandag. Dan heb ik gereageerd en ben ik weer beschikbaar om daar iets over te zeggen.

WESTER:
Het is dus wat u betreft niet zo dat we maandag met 150 over de snelweg kunnen?

OPSTELTEN:
Dat kunt u nooit en dat weet u ook.

WESTER:
Maar als je niet bekeurd wordt?

OPSTELTEN:
U weet ook dat u dat niet kan en ik ga ervan uit dat dat actiemiddel ook niet wordt ingezet. Dat er überhaupt geen acties gevoerd worden. Laten we nou even tot maandag afwachten.

WESTER:
Vindt u ook dat dit actiemiddel niet zou moeten worden ingezet?

OPSTELTEN:
Ik ga ervan uit dat A: er geen actie komen en B: dat een dergelijk actiemiddel niet wordt ingezet. Punt.

VAN DER HEYDE:
Er is een voorstel om hasj te verbieden. Zou u daar voor zijn?

OPSTELTEN:
Dat is als zodanig niet aan de orde geweest in de ministerraad, op geen enkele manier.

VAN DER HEYDE:
Maar we stellen hier wel vaker vragen gewoon ook om…

OPSTELTEN:
Laat ik er dit van zeggen. Ik heb gisteren natuurlijk ook in de Kamer naast mijn collega Schippers gezeten en we kwamen niet aan bod, dat was jammer, maar als zodanig weet u ook als geen ander dat hasj als zodanig al niet is toegestaan. De handel in hasj is niet toegestaan. We gaan natuurlijk naar de coffeeshop met een beleid toe waar we het inperken, waar we ook twee lijsten hebben, Gerritse 1 en 2, waar we gewoon ook de zogenaamde 15%-regeling toepassen op hasj. Dat als het meer dan 15% thc is, niet is toegestaan in het coffeeshopbeleid, om als coffeeshop dat te verkopen, dan gaat de tent dicht. Het feit is nou eenmaal, ik probeer dat even uit mijn hoofd alle feiten te weten, maar die monitor ken ik wel van 2010. Daar staat al dat het gemiddelde is bij hasj, iets al over die 15%. Dus ik denk dat wij in de kern wat er wordt voorgesteld, dat wordt in de praktijk ook geëffectueerd. Ik vind het wel als zodanig een goede gedachte dat we dat ook scherp in de gaten houden. En als dat niet zou zijn zoals ik nu zeg, dat we dan overwegen om maatregelen te treffen. Verder zal ik dit natuurlijk ook ongeveer in de Kamer gaan zeggen, maar ik weet nog niet wanneer dat is. Maar dan hebt u als eerste dat antwoord gekregen.

HOEDEMAN:
Meneer Opstelten, u heeft een hele kleine besluitenlijst, heeft u die voorzittershamer wel voldoende dwingend gehanteerd?

OPSTELTEN:
Ik sta hier, we hadden natuurlijk een uitgebreide agenda. Het is natuurlijk iets heel anders, het is voor mij wel bijzonder om op die stoel te zitten waar de premier zit. Ik deed het voor de eerste keer, dat begrijpt u, maar op tijd dus ongeveer als de echte premier hier staat ben ik hier ook. Dus ik vind dat ik het nog niet zo gek heb gedaan. Maar dat moet u meer aan de anderen vragen. De besluiten die waren voorgesteld, de agenda die wij hadden voorgesteld is ook gewoon afgewerkt. Ik had ook de indruk dat iedereen wel kans heeft genomen en gekregen om als hij iets wou zeggen om dat te zeggen.

VRAAG:
Ik wil u graag wat vragen over de aanscherpingen voor het bereiken van het Nederlanderschap. Ik begreep dat ook de VVD overzee daar niet zo enthousiast over is, en dat er eigenlijk meer expats die de Nederlandse nationaliteit verliezen de dupe zijn dan dat de mensen die het Nederlanderschap krijgen hun nationaliteit kwijtraken omdat het onder druk van uw gedoogpartner Geert Wilders gebeurt. Hij wil vooral dat Marokkanen en Turken hiermee geen dubbele nationaliteit hebben, maar Marokkanen kunnen niet eens afstand doen van hun nationaliteit. Heeft het dan wel zin?

OPSTELTEN:
Jazeker, zeker. We hebben natuurlijk ook dit wetsontwerp goed besproken, we hebben alle adviezen ingewonnen en mevrouw Spies heeft natuurlijk ook alle vragen heel goed kunnen beantwoorden. Hier gaat het gewoon in de kern om. We kennen natuurlijk ook de bezwaren van de expats, ik ben net in New York geweest en ik heb dat van een heleboel ook gehoord, dat weten we. Maar in de kern gaat het erom dat één nationaliteit - en uiteraard is dat altijd je eigen keuze - dat dat het uitgangspunt is. Dat geeft helderder de rechten en plichten aan van iedereen. Het is dus ook niet iets wat gedwongen wordt, maar wat een vrije keuze is. Dus dat is de kern van het wetsontwerp, en het wordt dus ingediend bij de Eerste- en Tweede Kamer en we zien vol vertrouwen ook de behandeling in de Kamer tegemoet.  

VISCHJAGER:
Ik wilde een vraag stellen, het gaat over de verdwijning van stukken die toch van belang zijn voor de Nederlandse staat. Zo is er bijvoorbeeld over de atoombom en dergelijke zijn indertijd onze geheimen verraden, in Pakistan en ook Noord-Korea, daar zitten nu dus kerntoestanden van een Nederlander. Maar die stukken zijn weg, wist u dat? En zou u er naar willen kijken of vindt u het niet belangrijk genoeg?

OPSTELTEN:
Het is een bepaalde traditie, en ik hoop dat u natuurlijk voor mij op deze plaats, moet ik dit… Ik vind dit een buitengewoon serieuze vraag en zal mij daar op breder oriënteren.