Knapen bespreekt risico's op rampen met Margareta Wahlström
Nederland wil tien procent van het budget voor noodhulp besteden aan het voorkomen van humanitaire rampen door mensen in ontwikkelingslanden weerbaarder te maken. Dat zei staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken tegen speciaal vertegenwoordiger Margareta Wahlström van de Verenigde Naties.
De VN hebben na de tsunami van 2005 een zogenoemd actiekader opgesteld om rampenrisico's te verminderen door bijvoorbeeld overheden in ontwikkelingslanden te helpen bij het opbouwen van kennis en expertise in crisisbeheersing, of het gebruiken van waarschuwingssystemen. In vakjargon heet dat Disaster Risk Reduction. De VN willen net als Nederland dat dit een integraal onderdeel wordt van ontwikkelingssamenwerking.
Volgens staatssecretaris Knapen past het bij het nieuwe ontwikkelingsbeleid dat is gericht op armoedebestrijding door zelfredzaamheid van landen te bevorderen. Knapen heeft Disaster Risk Reduction ook opgenomen als een van de speerpunten van het humanitaire beleid.
‘Noodhulp is altijd een laatste redmiddel. Het mooiste is als ontwikkelingslanden zelf in staat zijn zich voor te bereiden, of te weren tegen rampen en de eventuele gevolgen zelf op te vangen’, aldus Knapen. Twee derde van de rampen in de wereld heeft met waterschaarste of overstromingen te maken. De speerpunten water en voedselzekerheid van het ontwikkelingsbeleid sluiten hier op aan.
Dinsdag bespreekt de staatssecretaris de inzet van de Europese Commissie op dit punt met eurocommissaris Kristalina Georgieva.