Persconferentie na MR 3 februari 2012

INLEIDEND STATEMENT
Ik heb in de ministerraad onder andere verslag  uitgebracht van de Europese informele Raad van afgelopen maandag. Bij die top hebben we, volgens mij, opnieuw een paar hele goede stappen gezet met elkaar. Het gaat dan zowel om het aanscherpen van de begrotingsdiscipline als tegelijkertijd de vraag hoe krijgen we in Europa extra groei? Hoe gaan we ervoor zorgen dat de economie meer gaat groeien? Dat zijn wat mij betreft twee kanten van dezelfde medaille. Ik heb nog eens gezegd in Europa dat voor een gezonde groei van de Europese economieën het van essentieel belang is dat de gemeenschappelijke interne markt ook echt functioneert en dat allerlei blokkades die er nog in die markt zitten dat die worden weggehaald en dan gaat het bijvoorbeeld om de dienstensector, om de hele digitale economie, maar ook het afsluiten van vrijhandelsverdragen met allerlei delen van de wereld waar die verdragen in voorbereiding zijn. We hebben daar als Nederland ook voorstellen voor gedaan in aanloop naar die Raad samen met het Verenigd Koninkrijk om daar gezamenlijk te proberen zo goed mogelijk uit te komen en dat heeft ook tot goede conclusies geleid.

Zowel voor Nederland als voor de rest van Europa geldt dat 2012 economisch gesproken een moeilijk jaar wordt. Iedereen zal dat in Nederland ook merken, is mijn overtuiging. Voor de jaren na 2012 zullen de ramingen van het Centraal Planbureau voor wat betreft de ontwikkeling van de economie een belangrijke leidraad vormen bij de vraag of er, zo ja en hoe er extra bezuinigd moet gaan worden of er extra maatregelen genomen moeten worden. Daar lopen we niet op vooruit. Het kabinet beslist erover zodra die ramingen er zijn.

Maar ik vertel u niets nieuws als ik zeg dat er op dit moment weinig reden is voor optimisme en dit kabinet, kan ik zeggen, zal de zaken in ieder geval niet op zijn beloop laten. Wij willen de overheidsfinanciën gezond maken, we willen het huishoudboekje op orde brengen. Wij vinden het van belang dat het groeivermogen van de Nederlandse economie weer op gang wordt gebracht. Dat we nu door een moeilijke periode gaan, verandert niets aan die ambitie voor de langere termijn. Ik geloof ook dat de mensen die nu hun baan dreigen te verliezen als gevolg van de economische teruggang er helemaal niets aan hebben als er een regering in Den Haag zou zitten die wegkijkt bij moeilijke problemen. En bovendien, dat is misschien nog wel het belangrijkste argument: als je nu de maatregelen niet neemt, dan zal je uiteindelijk gedwongen worden om veel ingrijpender in te grijpen en veel ingrijpender maatregelen te nemen dan als je nu de maatregelen neemt die noodzakelijk zijn. We zullen dus bekijken dadelijk als die CPB-ramingen er zijn of dit allemaal nodig is. We hebben laten zien dat het kabinet bereid is om de maatregelen te nemen die nodig zijn. We blijven die koers dus ook varen. Dat is de opdracht die eigenlijk ten grondslag ligt aan de politieke samenwerking van deze drie partijen. We blijven doen wat nodig is om de overheidsfinanciën gezond te maken en daarmee ook het vertrouwen te houden van de financiële markten. We blijven doen wat nodig is om onze concurrentievermogen te versterken en voor een deel zijn die bezuinigingen ook juist daarvoor nodig en voor een deel moeten er allerlei extra maatregelen worden genomen. En we blijven doen wat nodig is om ervoor te zorgen dat er groei komt in Nederland, dat er banen komen in Nederland. Dat we wegkomen uit de crisis. Eigenlijk zou je kunnen zeggen: we moeten de komende jaren minder uitgeven en meer gaan verdienen.

In dat kader heb ik woensdag de Tweede Maasvlakte bezocht. Een fantastisch project, ons koninkrijk wordt groter. Er wordt spoor aangelegd, wegen aangelegd. Er komen 6.000 banen bij boven de 90.000 die er al zijn in de Rotterdamse haven. Het is echt Hollandse glorie. En met deze Tweede Maasvlakte kan Nederland, kan Rotterdam ook, zijn leidende positie behouden in de Europese markt van havens. En het zijn dit soort inspirerende projecten die mij ook ervan overtuigen dat we koersvast moeten zijn. Dat we vastberaden moeten zijn om in deze moeilijke tijden Nederland goed door deze fase te loodsen.

Vandaag in de ministerraad een paar besluiten die ik wil noemen. Om te beginnen hebben we besloten tot de aanscherping van de aanpak van criminele vreemdelingen. Dat betekent onder meer dat vreemdelingen straks eerder hun verblijfsvergunning zullen verliezen als zij worden veroordeeld voor misdrijven. Daarbij geldt een glijdende schaal. Dat betekent dat een vreemdeling die nog maar kort in Nederland is zijn verblijfsvergunning al snel kan verliezen als hij zich niet aan de regels houdt. Dat is een afspraak uit het regeerakkoord, maar het past ook in het streven van dit kabinet om Nederland veiliger te maken. Afspraak is afspraak. Grenzen stellen en grenzen handhaven.

In datzelfde kader hebben we vandaag ook afspraken gemaakt in het kabinet over de kwaliteit in het hoger onderwijs en vooral ook hoe we die kunnen waarborgen, op voorstel van staatssecretaris Zijlstra. De keuring van opleidingen in het HBO wordt strenger, die wordt onafhankelijker. Ook worden dezelfde opleidingen aan verschillende instellingen tegelijkertijd getoetst zodat je ook veel beter met elkaar kunt vergelijken wat de verschillen zijn in termen van kwaliteit.  Dat is niet alleen goed voor de opleidingen, maar vooral ook heel goed voor de studenten en het bedrijfsleven waar de mensen daarna gaan werken. Op deze manier willen wij in de toekomst situaties zoals die zijn ontstaan met bijvoorbeeld InHolland voorkomen.