Toespraak minister-president Rutte bij afscheid van mr. H.D. Tjeenk Willink als vicepresident van de Raad van State
Toespraak tijdens de Buitengewone Vergadering van de Raad van State ter gelegenheid van het afscheid van Herman Tjeenk Willink als vicepresident van de Raad van State.
Majesteit, Koninklijke Hoogheden, dames en heren, en bovenal: mijnheer de scheidend vice-president,
Toen mijn voor-voorganger in 1997 de vraag kreeg waarom het kabinet u voordroeg als vice-president van de Raad van State, was zijn antwoord eenvoudigweg: 'Omdat hij er de beste voor is.' Dat was een kwalificatie die groot vertrouwen uitstraalde in uw kunnen. En dat vertrouwen is terecht gebleken.
Nu had u natuurlijk ook een prima vooropleiding. Lid en voorzitter van de Eerste Kamer, voorverkenner en informateur van Paars, regeringscommissaris voor de reorganisatie van de rijksdienst en bijzonder hoogleraar in Tilburg – geen wonder dat Wim Kok in 1997 besloot de senaat te onthoofden. Maar u leerde het adviesvak al eerder, als raadadviseur op het ministerie van Algemene Zaken in de jaren ’70.
Volgens verhalen die tot op de dag van vandaag op het departement rondgaan, was u voor die functie in de wieg gelegd. En als secretaris van de opeenvolgende informateurs en formateurs tijdens de kabinetsformaties van 1973 en 1977 was u helemaal in uw element. Het waren formaties die qua duur en complexiteit alle records braken – voor u een mooie leerschool. En zo kleurden de jaren op Algemene zaken uw verdere loopbaan in alle opzichten.
Marga Klompé schreef als ervaringsdeskundige ooit: 'Wat de politiek zo mooi, maar soms zo lelijk maakt, laat zich gedurende de formatie met felheid kennen.' En het is waar – weet ik inmiddels ook uit eigen ervaring: de formatie is een heel eigensoortig proces waaraan niets menselijks vreemd is. Voor u, mijnheer de vicepresident, is de formatie een natuurlijke habitat geworden. In 1973 en 1977 zat u nog op de achterbank. Maar vanaf 1994 was u actief betrokken bij zeven formaties en vier kabinetscrises. Vijf keer zelf aan het stuur in de rol van informateur. En vijf keer was de verantwoording in uw eindverslag zo helder en overtuigend dat de Tweede Kamer afzag van een afsluitend debat.
Uw kracht is dat u als adviseur en zeker als informateur werkelijk boven de partijen staat. Dat heb ik in 2010 ook persoonlijk ervaren. Zorgvuldigheid en een ordentelijk proces gaan voor u boven snelheid. Van haastige spoed komen alleen maar ongelukken. Zoals alle parlementair journalisten in Den Haag inmiddels weten: 'Formeren is faseren.' Of in muziektermen: u voelt haarfijn aan welke passage andante gespeeld moet worden en wanneer een allegro nodig is. Formeren is dus ook dirigeren en het is werkelijk een genot om van dichtbij te mogen meemaken met hoeveel rust en overzicht u op de bok staat. En verder is het natuurlijk louter toeval dat elk van uw optredens als informateur eindigde in een kabinet met de VVD. Desalniettemin: ook daarvoor mijn persoonlijke dank.
Door de jaren heen hebt u in verschillende functies goede raad gegeven aan de Koningin, aan alle premiers sinds Barend Biesheuvel en aan talloos veel ministers en staatssecretarissen. Dat gebeurde met een zeldzaam inzicht in onze constitutionele verhoudingen en altijd op basis van een gedegen politieke analyse. Zo werd elke kwestie boven het alledaagse uitgetild. Maar er was ook steeds dat fijne gevoel voor mensen en hun particuliere besognes. Ik vermoed vanuit een soort professionele nieuwsgierigheid omdat het persoonlijke nu eenmaal ook politiek is.
Ongetwijfeld hebben velen dezelfde ervaring als ik. Wie Herman Tjeenk Willink belt met een probleem, krijgt eerst een aantal verhelderende vragen, waarna deze aanloop volgt: 'Je zou het wellicht zo kunnen aanpakken...' Het advies dat dan volgt, is steevast af en zo geformuleerd dat er geen speld tussen is te krijgen. Uw taalgebruik is bijna chirurgisch. Met formuleringen die mondeling én op papier heel precies en trefzeker zijn, bijna literair soms. Of om het nog één keer in muziektermen te zeggen: uw teksten zijn als een partituur van Mozart. Op het eerste gezicht misschien wat veel noten, maar altijd precies genoeg en het eindresultaat is vaak opvallend lichtvoetig en energiek en in alle gevallen raak.
Lichtvoetig en raak is ook uw geweldige gevoel voor humor. Voor deze ene keer wil ik daarvoor uit de school klappen van de laatste formatie. Want, dames en heren, op enig moment belde ik de informateur met de mededeling dat het vanuit landsbelang nodig was zijn huis te vorderen voor geheim overleg. Die reageerde gevat, zoals alleen hij dat kan. 'Dus de hypotheekrente is wel veilig bij de VVD', zei hij 'maar je huis blijkbaar niet'. En zo slaagde hij er wel vaker in om hoogspanning met een kwinkslag om te zetten in ontspanning. Een niet genoeg te waarderen kwaliteit voor iemand in zijn positie.
Mijnheer de vicepresident, vandaag neemt u afscheid van een functie die professor Joop van den Berg, een groot kenner van ons staatsrecht en onze parlementaire geschiedenis, ooit typeerde als 'EHBO’er van het Binnenhof'. Dat is wat huiselijk geformuleerd voor de eerbiedwaardige post van vicepresident van de Raad van State, maar er zit veel waars in. Zeker in uw geval. Want u hebt in die 15 jaar menig pleister geplakt en noodverbandje aangelegd.
Toch denk ik dat een andere typering u meer recht doet. Jan Terlouw noemde u in een Sinterklaasgedicht in 1977, na de langste en ingewikkeldste formatie ooit, de 'grote stille knecht'. Hij wist toen natuurlijk niet tot welke grote hoogte u nog zou stijgen. Maar volgens mij sloeg hij met een vooruitziende blik drie keer de spijker op zijn kop.
Ten eerste omdat niemand kan ontkennen dat u veertig jaar lang een bijzonder grote rol hebt gespeeld in ons constitutionele bestel. Groter dan menigeen denkt, maar dat zullen de historici van de toekomst allemaal blootleggen.
Ten tweede bent u generaties lang een stille kracht geweest voor alle leden van de regering. Let wel: ik bedoel niet letterlijk 'stil', want als u dacht te moeten waarschuwen, dan gebeurde dat publiekelijk en zonder meel in de mond. Maar als adviseur en zeker als informateur staat u bekend als honderd procent prudent en onkreukbaar. 'Hij heeft altijd de indruk weten te vermijden dat het om macht ging', las ik ergens. Of zoals u zelf ooit zei: 'Ik loop al heel lang mee, maar altijd aan de rand.'
En ten derde moet dat woord 'knecht' wel slaan op uw dienstbaarheid aan de publieke zaak. Ik durf dat zelfs gerust een passie te noemen. Een passie die begon toen de jonge Herman Tjeenk Willink op de publieke tribune zat bij de vergaderingen van de Deventer gemeenteraad en die vandaag uitmondt in dit afscheid als vice-president van de Raad van State.
Beste Herman,
Ik wil persoonlijk eindigen. Eerder deze week vierde je je 70e verjaardag, waarmee ik je natuurlijk van harte feliciteer. Maar zelf gaf je twee jaar geleden aan niet uit te zien naar deze mijlpaal. Je noemde het toen 'bestuurlijk overlijden'. Ik begrijp dat wel, zeker in jouw geval. Helaas is de wet onverbiddelijk. Het staat geschreven dat een 70-jarige vice-president zijn taken neerlegt. En meer dan een pensioen stelt de wetgever daar materieel niet tegenover.
Maar ik wil daar vandaag wel graag, namens alle leden van de regering, onze zeer hartelijke dank aan toevoegen voor het vele en goede werk dat je als vice-president hebt verricht. Wij prijzen ons gelukkig dat je ook na vandaag een aantal werkzaamheden voortzet, waaronder het lidmaatschap van het Nationaal Comité 200 jaar Koninkrijk. Want dat betekent dat we elkaar blijven ontmoeten en dat we je in het voorbijgaan misschien ook nog af en toe om goede raad mogen vragen.
Nogmaals zeer veel dank en ik wens jou, samen met Quintus, alle goeds toe voor de toekomst.