Knapen: PSI bedoeld voor lokale ontwikkeling
De uitzending van Radar is voor staatssecretaris Knapen aanleiding om te onderzoeken of er sprake is van onregelmatigheden in een project in Bosnië uit 2007. ‘Uiteraard is mij er veel aan gelegen dat geld goed wordt besteed, gericht op lokale economische ontwikkeling. Ik laat uitzoeken of dat hier ook is gebeurd’, aldus de staatssecretaris.
Wel bestrijdt de staatssecretaris het beeld als zou over de hele breedte OS-gelden worden gebruikt bij de subsidie van megastallen in het buitenland. De verstrekte subsidies genoemd in het rapport betroffen voornamelijk geld van het ministerie van EL&I via het voormalige Programma Samenwerking Opkomende Markten (PSOM), waarvan enkele procenten naar veehouderijprojecten. In slechts één geval gaat het om een subsidie aan het bedrijf Van Genugten in Bosnië vanuit het OS-budget. Dit project valt sinds 2009 onder het nieuwe OS programma Private Sector Investeringen (PSI).
Het Private Sector Investeringen programma is bedoeld om economische ontwikkeling te stimuleren in OS-landen. Dit gebeurt met kennis en expertise van het Nederlandse bedrijfsleven via joint ventures waarbij het bedrijf minimaal 50% inlegt en de overheid eenmalig financiële middelen ter beschikking stelt. Praktijk ervaringen in Afrika (duurzame koffie met Simon Levelt in Oeganda, Cashewnoten in Mozambique, bijvoorbeeld) laten zien dat dit goed werkt. Het programma is gericht op lokale economische ontwikkeling en niet op het verhogen van de winst van Nederlandse bedrijven als zodanig. Een evaluatie van het PSI programma in 2010 beoordeelt het programma als succesvol en toont aan dat een project gemiddeld 81 directe lokale banen oplevert (naast gemiddeld 1300 indirecte banen van lokale producenten en toeleveranciers). Ook gaf de evaluatie nog aanleiding tot verbeteringen, die in aanvullende criteria voor 2012 zijn vertaald.
Aanvragen voor subsidie onder PSI worden altijd gecontroleerd. Elk bedrijf (en de lokale partner) dat een voorstel indient voor PSI wordt bezocht en er wordt gekeken of de bedrijfsvoering en financiering van het bedrijf in orde zijn en of het ook voldoet aan internationaal geldende normen op het terrein van bijvoorbeeld arbeidsrechten. Dat is voor het project van Van Genugten in maart 2007 gebeurd. Het bedrijf en de lokale partner hebben destijds een goede indruk gemaakt.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken hanteert de volgende criteria voor beoordeling van PSI programma’s: het leidt tot economische ontwikkeling en lokaal ondernemerschap in het betreffende land, het moet voldoen aan alle richtlijnen van bijvoorbeeld ILO (vakbonden) en de OESO (voor maatschappelijk verantwoord ondernemen o.a. ook arbeidsomstandigheden, milieu), het moet na de OS investering financieel levensvatbaarheid zijn, het moet innovatief zijn, het gaat om een beperkte eenmalige gift (maximaal 50 procent van de investering), en het lukt niet om geld op andere manier (met lening van bank) te krijgen. PSI projecten worden jaarlijks bezocht door Agentschap NL.
Voor wat betreft PSOM projecten niet gefinancierd uit OS-middelen van het toenmalige ministerie van Economische Zaken ging het om Nederlandse bedrijven te helpen uit te breiden naar opkomende markten. De negen door Stichting Wakker Dier genoemde PSOM-EZ investeringen in dierlijke productie voldoen in alle gevallen aan de toen geldende Europese regelgeving. PSOM-projecten zijn daar destijds op getoetst.