Persconferentie na ministerraad 23 december 2011

Letterlijke tekst van de persconferentie van minister-president Rutte na afloop van de ministerraad op 23 december 2011.

INLEIDEND STATEMENT
RUTTE:
Gisteravond zijn alle begrotingen door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft deze week het Belastingplan aangenomen. Daarmee liggen we op koers bij de uitvoering van onze plannen. Dat vind ik een goede zaak. We hebben ons onder andere tot doel gesteld om het huishoudboekje van de Nederlandse overheid op orde te brengen. We kunnen het onder het huidige sombere economische gesternte ook niet veroorloven om daarbij vertraging op te lopen. En het is nu de kunst om in deze juist onzekere tijden zo koersvast mogelijk te blijven. We houden ons aan de gemaakte afspraken. We zullen zien dadelijk in maart waar het Centraal Planbureau mee komt, of extra ombuigingen noodzakelijk zijn, extra hervormingen, bezuinigingen. Dat zullen we dan bekijken. Maar het is van groot belang dat we in ieder geval op dit moment goed op koers liggen.

Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa is er in toenemende mate het besef dat we ons aan onze afspraken moeten houden. Je ziet wat er gebeurt als landen zich niet aan de juiste begrotingsdiscipline houden. Dat betekent dat we niet alleen de strenge regels voor Nederland zo goed mogelijk proberen hand te haven. Maar dat we er tegelijkertijd naar kijken hoe dat ook in Europa kan. We hebben daar voorstellen voor gedaan en in september aan de Europese Commissie gestuurd. En het is goed vast te stellen dat in de afgelopen maanden bij de diverse Eurotoppen die Nederlandse plannen ook kunnen worden omgezet in werkelijkheid. Dus strikte begrotingsdiscipline, voldoende geld in de fondsen, voldoende voorwaarden, voor de landen om die fondsen als ze daar gebruik van maken, om aan te voldoen. En een speciale rol voor de Europese Commissie en een Commissaris daarbinnen om landen ook te houden aan die afspraken. Dat betekent dat we natuurlijk ook als Nederland moeten voldoen aan die nadere afspraken die we nu in Brussel aan het maken zijn. Dat is de reden waarom we vandaag de Wet houdbare overheidsfinanciën hebben besproken. Die wet gaat de komende weken in consultatie met diverse organisaties zoals IPO en VNG, en daarna gaat die door naar de Raad van State. En in die wet leggen we als Nederland de afspraken vast op het gebied van begrotingsdiscipline zoals we daar binnen Europa over hebben besloten en aan het besluiten zijn.

Natuurlijk gaat het niet alleen om bezuinigen. Het gaat juist ook in deze tijden om innovatie, om economische groei, om het zoeken naar mogelijkheden voor extra banen, zodat we de groeimotor op gang brengen. We moeten ervoor zorgen dat Nederland sterker uit deze crisis komt. En daarom is het ook zo belangrijk dat we ervoor zorgen dat er geld is ook om in de toekomst te blijven investeren in innovatie, in onderwijs, zodat ook in de toekomst missies, zoals nu door André Kuipers - die is net met zijn ruimtemissie begonnen - dat ook in de toekomst dat soort grote missies kunnen blijven plaatsvinden.  Dat vraagt om ruimte geven aan ondernemerschap, ruimte geven aan innovatie. Maar dat vraagt er ook om dat we doorgaan met een lijn die is ingezet. Veel meer handelsmissies, de introductie van de topsectoren het afgelopen jaar, de green deals en natuurlijk het creëren van een kleine krachtige dienstverlenende overheid.

Ook op andere beleidsterreinen zijn we volop aan de slag zijn om uitvoering te geven aan de afspraken uit het regeer- en het gedoogakkoord. We willen leveren wat we beloofd hebben. Ook daar zijn we meters aan het maken. Ik noem een paar dingen van vandaag: het voorstel om de Crisis- en herstelwet permanent te maken; het voorstel om een kooprecht voor huurders in te voeren; het voorstel om kentekengegevens langer op te slaan om daarmee ook de pakkans van criminelen te vergroten en het voorstel om slachtoffers van een misdrijf te helpen door al in een vroeg stadium beslag te laten leggen op de eigendommen van een verdachte ten bate van schadevergoeding. Dit is een kabinet dat kiest voor het slachtoffer en niet voor de dader. En we willen de positie van het slachtoffer versterken. Daar past dit ook weer helemaal in.

De kracht van Nederland is groot. We staan hoog op alle internationale ranglijsten. We horen tot de top 3 van landen waar je het allerbeste kunt wonen. En die kracht van Nederland komt niet uit Den Haag. Die komt uit 16 miljoen mensen in dit land die iedere dag er weer iets van willen maken. De overheid kan zorgen voor de randvoorwaarden. We kunnen zorgen voor goede scholen, we kunnen zorgen voor veiligheid, we kunnen zorgen voor voldoende wegen, voor een verstandige sociale zekerheid en gezondheidszorg. Maar uiteindelijk komt de kwaliteit van de samenleving, komt uit de samenleving. Een samenleving kun je niet van bovenaf opleggen. Mensen zorgen zelf voor het bezielde verband in die samenleving.
Kortom: het gaat er niet om wat je bent, maar wie je bent. Met die gedachte zou ik mijn laatste openingswoordje op deze persconferenties voor dit jaar willen besluiten.

VERBEEK (BNR):
Meneer Rutte, u zei ook in de toekomst gaan we investeren in onderwijs. Is daarmee onderwijs uitgesloten van eventuele nieuwe bezuinigingen?

RUTTE:
Ik doe geen uitspraken zoals u weet, wat staat staat, en we bezuinigen niet op onderwijs, maar ik doe verder geen uitspraken of het überhaupt nodig is. Want dan ga ik al in op de vraag of het überhaupt nodig is om extra om te buigen, te bezuinigen, te hervormen. Dat zullen we allemaal in maart bekijken.

VERBEEK:
Hoe moet ik uw woorden dan opvatten?

RUTTE:
Dat het van belang is dat je de overheidsfinanciën op orde brengt. Als je dat niet doet, als je niet in algemene zin, even los van wat er nou precies wel of niet in maart nodig is, maar als je niet in algemene zin ervoor zorgt dat je de overheidsfinanciën onder controle hebt, dan loop je het levensgrote risico dat op langere termijn essentiële investeringen niet meer mogelijk zijn: in wegen, in onderwijs, in een goede gezondheidszorg. En die essentiële investeringen, het overeind houden van bijvoorbeeld de sociale zekerheid voor de mensen die het echt nodig hebben, dat vereist dat je als de overheidsfinanciën ontsporen je er ook alles aan doet om dat weer onder controle te brengen. Dat staat los van de discussie die nu speelt of we of wel of niet in maart misschien wel of niet extra dingen moeten gaan doen.

VERBEEK:
Maar als dat zo is, hoe moet ik dan uw woorden opvatten dat u zegt: ook in de toekomst gaan we investeren in onderwijs?

RUTTE:
Daarmee moet u opvatten dat voor dit kabinet geldt dat wij staan voor een goed begrotingsbeleid in de beste Nederlandse tradities die eigenlijk sinds 1994, toen Gerrit Zalm minister van Financiën werd, zijn ingevoerd. Waarbij je ervoor zorgt dat je de overheidsfinanciën onder controle houdt zodat er altijd ruimte is voor investeringen in de essentiële zaken van het leven zoals onderwijs en wegen, randvoorwaardelijk voor economische groei, innovatie, randvoorwaardelijk voor economische groei. Maar ook gezondheidszorg en sociale zekerheid, randvoorwaardelijk voor welzijn in de samenleving.

VERBEEK:
Dus u gaat de begrotingstekorten dusdanig terugdringen dat er ruimte overblijft om te investeren in onderwijs. Dan is toch de conclusie gerechtvaardigd dat er niet op bezuinigd wordt?

RUTTE:
Het is in algemene zin het streven van het kabinet om de overheidsfinanciën onder te controle te krijgen, want als je dat niet doet dan kom je op een gegeven moment voor een situatie te staan - dat staat dus los van uw openingsvraag over maart - dan kom je in algemene zin voor een situatie te staan als je dat niet doet, dat je uiteindelijk moet snoeien om te groeien. En als je niet snoeit om te groeien dan is er uiteindelijk geen geld meer om te groeien. Dan moet je dus gaan bezuinigen op essentiële zaken. Maar dat zeg ik niet om een voorschot te nemen op wat er volgend jaar misschien moet gebeuren, dat zeg ik om nog eens aan te geven uit welke filosofie dit kabinet het afgelopen jaar heeft gewerkt.

VERBEEK:
Is dan het omgekeerde waar? Dat ook onderwijs niet uitgesloten kan worden van eventuele nieuwe bezuinigingen?

RUTTE:
Dat is een als-dan-vraag en daar ga ik niet op in.

VAN DER HEYDE (NOS):
Nog even voor mijn begrijp, meneer Rutte, het CPB gaat dus een berekening maken. Is dat voor u heilig? In die zin dat u die cijfers één op één over gaat nemen tegen die tijd?

RUTTE:
Het Centraal Planbureau is voor ons een belangrijke richtsnoer, ik weet niet precies waar u naartoe wilt, maar dat is voor ons natuurlijk een belangrijke richtsnoer.

VAN DER HEYDE:
[onverstaanbaar]

RUTTE:
Dat is voor het kabinet een zeer belangrijke richtsnoer. Altijd is het Centraal Planbureau een onafhankelijk orgaan waar we zeer veel waarde aan hechten.

VAN DER HEYDE:
Ook omdat de gedoogpartner, de heer Wilders, zegt dat er misschien wel minder bezuinigd gaat worden. Tegen die tijd maar eens even kijken wat er echt nodig is. Kan er dan toch nog afgeweken worden van de cijfers die het CPB dan presenteert?

RUTTE:
Nou, kijk, nogmaals, wat er in maart gebeurt al of niet dat moeten we dan bekijken. Maar als je kijkt naar het verleden hoe dit kabinet begonnen is in 2010, en dat zegt ook wel iets voor als je ergens een keer voor een nieuwe situatie komt te staan, dan probeer je altijd een mix te maken van bezuinigen, ombuigen - bijvoorbeeld in de gezondheidszorg als bovenop een enorme stijging er nog extra stijgingen komen. En hervormingen, kijk  naar het pensioenstelsel, die misschien op korte termijn niet heel veel geld opleveren maar, trouwens het pensioenstelsel zal op korte termijn al behoorlijk wat geld opleveren, en op langere termijn vooral de grotere bedragen binnen brengen. Maar die ook van belang zijn om ervoor te zorgen dat je de arbeidsmarkt moderniseert, dat je het investeringsvermogen in Nederland moderniseert. Het pensioenstelsel is daarvoor heel belangrijk. Dat de mogelijkheid om te investeren in het land, dat die goed blijft. Dus dit kabinet is in ieder geval ervan overtuigd, in deze samenwerking, dat je altijd langs die drie lijnen moet kijken naar maatregelen. En ik versta Geert Wilders zo dat hij dat nog eens heeft willen benadrukken.

VAN DER HEYDE:
Er zijn namelijk ook een paar oud-politici geweest die deze week hebben gezegd, o.a. Bolkestein, dat je op dit moment niet al te veel moet gaan bezuinigen. Hoe kijkt u daar tegenaan?

RUTTE:
Daar ben ik het geheel mee eens, dat doen we dus ook niet. We laten nu de automatische stabilisatoren voluit werken. Dus er komt nu als het allemaal tegenvalt zo'n 6 miljard extra beschikbaar voor de economie dan we eigenlijk hadden wegbezuinigd, als we onmiddellijk hadden omgebogen bij de eerste overschrijdingen. Dat is het procent signaalwaarde, 1 procent nationaal inkomen, ongeveer 6 miljard. Dus dat ben ik zeer met ze eens. Je moet dus niet meteen als het tegenzit gaan bezuinigen. We hebben afspraken gemaakt dat als je door die signaalwaarde heengaat dat je dan wel maatregelen moet nemen. En dat zal moeten blijken volgend jaar maart of dat zo is.

VAN DER HEYDE:
Over die regels. Het vorige kabinet deed dingen als dingen buiten de kaders plaatsen, bijvoorbeeld tegenvallers in de WW. Wat vindt u van dat soort van…

RUTTE:
Ja, ik ben daar buitengewoon terughoudend in. Ik zou zeggen laten we gewoon proberen ook in slechte tijden zoveel mogelijk de begrotingsregels te handhaven.

VAN DER HEYDE:
Dus ook als er tegenvallers zijn, bijvoorbeeld dat merk je nu, het dividend van De Nederlandsche Bank viel tegen, dan wordt er toch gezegd: dat zetten we even buiten de kaders. Maar moet je dan ook niet dat geld weer ergens gaan terug verdienen?

RUTTE:
Nee, maar dat heeft te maken met de Continuïteitswet en de begrotingssystematiek. Dat binnen die continuïteitswet en de begrotingssystematiek en een aantal gevallen zaken wel of niet relevant zijn voor het EMU-saldo. En wat de minister van Financiën heeft betoogd, dat in ieder geval in dit stadium een eventuele tegenvaller bij de DNB daar niet in mee telt, en mogelijk later wel als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan. En daar ging het debat van de week met Koolmees van D66 over.

VAN DER HEYDE:
Maar dan wordt het toch weer een hele technische discussie dat dat geld dan weer niet meetelt, maar zoiets als WW-tegenvallers weer wel. Dus waar ligt dan de grens precies?

RUTTE:
Die staat in de Continuïteitswet. Dus bijvoorbeeld wat wij nu doen met steun, dus als we garanties geven of kapitaal inleggen in Europese noodfondsen heeft dat niet onmiddellijk effecten op tekorten van de overheid. Dus dat soort zaken vallen er buiten. Maar dat zit gewoon in de wetgeving. Wat je moet voorkomen is dat je de wetgeving aanpast op het moment dat je zegt het komt me nu beter uit om het anders te doen. Dat heeft De Jager ook niet gedaan. De Jager heeft deze week uitgelegd hoe de wet werkt en dat we die niet anders interpreteren nu omdat het goed zou uitkomen, wat D66 beweerde. Dat klopte niet.

VRAAG:
Wat vindt u van de rel tussen Turkije en Frankrijk?

RUTTE:
Het zou een goede zaak zijn als zo snel mogelijk natuurlijk weer de situatie tussen de Turken en de Fransen normaliseert. Ik wijs er overigens op dat de Fransen nog niet hebben besloten tot de wet zoals die er nu ligt, die moet nog door de senaat. En wij wachten die ontwikkelingen verder af.

VRAAG:
Vindt u dat de ontkenning van de Armeense genocide strafbaar zou moeten zijn?

RUTTE:
Er ligt op dit moment een initiatief wetsvoorstel in de Tweede Kamer uit de hoek van de ChristenUnie, en het kabinet is op enig moment aan bod om daar een mening over te geven. Maar het is een goed gebruik tussen de medewetgevers dat als de Tweede Kamer, althans een deel van de Tweede Kamer, het initiatief neemt voor een wetsvoorstel dat de regering zeer terughoudend is in het geven van een opvatting daarover. Net zoals we dat ook eerder hebben gedaan, zeer terughoudend daarin zijn bij het wetsvoorstel over het ritueel slachten.

VRAAG:
U zegt dat het nog niet gelopen is in Frankrijk omdat de wet nog door de senaat moet. Hoopt u daarmee dat de wet niet door de senaat komt?

RUTTE:
Nee, daar zeg ik niets over. Ik vind het goed gebruik in Europa dat we zeer terughoudend zijn met ons bemoeien met binnenlandse aangelegenheden in andere landen. Ik wijs er alleen op dat formeel gesproken, en praktisch gesproken, en politiek gesproken die wet nog niet is aangenomen.

VULLINGS:
Ik wilde graag nog een andere rel met u bespreken. Eigenlijk de rel van de week, Ajax-AZ. We hebben van iedereen in Nederland al een mening gehoord, alleen nog niet van u. Hoe kijkt u aan tegen dat incident?

RUTTE:
Ja, ik vond dat natuurlijk heftig en zeer negatief voor het voetbal. Ik moet zeggen die kerel die daar het veld oprende dat kan natuurlijk absoluut niet. Dat is in strijd met elke wet, elke normale manier van voetbal, van het voetbalspel bedrijven. Ik kon mij wel de eerste reactie van de keeper voorstellen. Ik moet zeggen het is nu verder aan de autoriteiten binnen het voetbal om daar verdere uitspraken over te doen. Ik heb kennis genomen van het intrekken van de rode kaart. Maar goed, hoe dat verder gaat lopen dat laat ik nu over aan de autoriteiten die daarover gaan. Ik heb mijn handen vol aan Nederland, dus ik laat dat even over dan aan de voetbalautoriteiten.

VULLINGS (NOS):
Ja, er is natuurlijk wel in het regeerakkoord over gesproken. U zei het net ook, dit kabinet wil meer aandacht voor het slachtoffer dan voor de dader. En we mogen van u sinds kort inbrekers met een ferme tik het huis uit slaan. Valt dit daar ook onder? Was dit gerechtvaardigd.

RUTTE:
Ik doe nooit uitspraken in concrete casuïstiek. Dus de opvatting van het kabinet over noodweer en noodweerexcessen zijn bekend. Wij vinden dat je je eigen lijf en goed mag verdedigen, zowel privé als zakelijk. En dat je inderdaad als er een inbreker in huis is dat je gepaste maatregelen mag nemen om die inbreker weer weg te werken. Het is natuurlijk altijd aan de rechter om te bepalen of er sprake is van exces of niet. Dat kan nooit in een individueel geval door mij beoordeeld worden.

VULLINGS:
Maar ik zei net wel: ik kan het me goed voorstellen.

RUTTE:
Ik kan me de eerste reactie van de keeper, ik denk dat iedereen zich die kan voorstellen. Als je daar staat te keepen en er staat ineens een malloot achter je die je een trap wil verkopen, dat je daarvan schrikt en dat je daar een reactie op geeft. Dat kan ik me voorstellen. Of vervolgens hier sprake is van exces of niet dat is echt altijd aan de rechter en aan de officiële instanties.

VAN DER HEYDE:
De woningcorporaties, die moeten een groot deel van hun woningen gaan verkopen aan huurders. Wat hoopt het kabinet daarmee te bereiken?

RUTTE:
Het kabinet is voorstander van bezitsvorming. Wij zijn een voorstander van eigen woningbezit en we willen op die manier stimuleren dat mensen die in een huurwoning wonen meer mogelijkheden krijgen om dat huurhuis te kopen.

VAN DER HEYDE:
En denkt u dat de woningmarkt daardoor verder gaat doorstromen?

RUTTE:
Ja, we verwachten daarbij natuurlijk effecten op de woningmarkt, zeker. Maar de belangrijkste reden is dat wij het belangrijk vinden dat mensen die in een huurwoning wonen, ook de kans hebben om dat huis te kopen. Omdat ik van mening ben, dit kabinet van mening is, dat op zich woningbezit iets waard is om te stimuleren. We hebben natuurlijk de ervaringen gezien in de jaren '80 in het Verenigd Koninkrijk. Daar was het spectaculair succesvol, het eigen woningbezit is daar nog enorm gestegen. Dat ligt in Nederland overigens al op een behoorlijk hoog percentage, zo'n 60 procent van alle woningen in Nederland is in eigendom. Maar langs deze route menen wij ervoor te kunnen zorgen dat dat nog wat hoger komt te liggen dat percentage.

VAN DER HEYDE:
Nou zijn de woningcorporaties bang dat ze te weinig woningen over houden om te kunnen verhuren aan mensen die een laag inkomen hebben. Hoe kijkt u daartegenaan?

RUTTE:
We moeten natuurlijk heel goed in overleg met de woningcorporaties over deze voornemens. Ik ben van oordeel dat het mogelijk is om dit zo vorm te geven dat we ook rekening kunnen houden met allerlei wensen die leven in de wereld van de woningcorporaties. Minister Spies heeft ook gezegd: daar ga ik natuurlijk de gesprekken over aan. Maar dit principe telt voor mij zwaar en natuurlijk moeten we het vormgeven op een manier dat ook de woningcorporaties hun primaire taken goed kunnen uitoefenen.

VAN DER HEYDE:
Er kunnen ook uitzonderingen worden gemaakt?

RUTTE:
In onze voorstellen hebben we gezegd tot welke percentages het zou moeten gaan, bepaalde uitzonderingen hebben we aangegeven, die verdere gesprekken gaan we natuurlijk ook voeren met de woningcorporaties. Maar het principe dat als jij in een woningcorporatiewoning woont, dat het mogelijk moet zijn voor jou om zo'n huis te kopen vind ik zeer belangrijk.

VRAAG:
Ik had toch nog een aanvullende vraag over de rel tussen Turkije en Frankrijk. U zei namelijk dat het goed gebruik is dat we ons niet bemoeien met binnenlandse aangelegenheden in andere landen. Geldt dat dan ook voor Turkije, dat het zich bemoeit met wetgeving in Frankrijk?

RUTTE:
Dan ga ik nu een mening hebben of, dat is een beetje een Droste-blikje, dan moet ik weer een mening hebben of zij een mening mogen hebben over wat er in een ander land voor mening zich aan het ontwikkelen is. Laat ik dat nou niet doen.

WESTER (RTL):
Dan nog een korte vraag meneer Rutte, toch nog over Ajax-AZ. Ik weet dat het kabinet niet de KNVB is, maar toch hebben een aantal ministers zich daar deze week over uitgelaten. En u zei zojuist: ik kan me iets voorstellen bij de reactie van de keeper. Wat vond u van de reactie van de trainer van AZ, Gert Jan Verbeek, van: onder deze omstandigheden wil ik niet verder voetballen?

RUTTE:
Ook daar kan ik me van alles bij voorstellen. Maar ook hier geldt dat het uiteindelijk aan de autoriteiten bij de KNVB is om zonder belasting van wat ik of Ivo Opstelten of Edith Schippers daar allemaal van vinden, tot een oordeel te komen.

WESTER:
Dan vraag ik het toch even als oud-Alkmaarder, vindt u dat AZ een faire kans moet hebben om de wedstrijd over dan wel uit te spelen?

RUTTE:
Dan treed ik zozeer in de, hoezeer ik ook uw bijzondere positie begrijp, dan treed ik zozeer in de interne gang van zaken binnen de voetbalwereld, dat moet ik niet doen. Maar ik kan me wel erg goed voorstellen dat als er zo'n malloot ineens achter je staat, dat je je rot schrikt en dat je die zo snel mogelijk uit je omgeving weg wil hebben.

VISCHJAGER (DAILY INVISIBLE):
Meneer Rutte, het is bekend geworden dat u eigenlijk piano wilde spelen vroeger, en dat u pianist wilde worden. Bent u nu als minister-president ook geneigd om de muziek, de klassieke muziek in de wereld te bevorderen volgend jaar?

RUTTE:
Meer klassieke muziek. [MP schrijft op blaadje van Vischjager, red] Even kijken, vrij naar de oud-president van Polen rondom de Eerste Wereldoorlog. Het zal mijn ambitie zijn om de beste minister-president te zijn onder de pianisten, pianospelers, iets minder hoogdravend, de beste minister-president onder pianospelers, en de beste pianospeler onder de ministers-presidenten. Overigens ook voor u allen zeer goede feestdagen en een goede jaarwisseling. We zien elkaar in het nieuwe jaar.