Scholen voortgezet onderwijs maken prestatieafspraken met minister Van Bijsterveldt en staatssecretaris Zijlstra
Minister Marja van Bijsterveldt en staatssecretaris Halbe Zijlstra (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) hebben met VO-Raad voorzitter Sjoerd Slagter een akkoord gesloten waarin is vastgelegd welke prestaties de scholen voor voortgezet onderwijs in 2015 gerealiseerd zullen hebben en welke maatregelen de minister en staatssecretaris nemen om dit mogelijk te maken. De afspraken moeten leiden tot verhoging van de prestaties van leerlingen in het voortgezet onderwijs, verbetering van de onderwijskwaliteit en vergroting van de kwaliteit van leraren en schoolleiders.
De afspraken vormen de concrete uitwerking van de Actieplannen Leraar 2020 en Beter Presteren die eerder dit jaar werden gepresenteerd. Vanuit de VO-raad staat de VO-professionaliseringsagenda aan de basis. In het akkoord staan afspraken over het zichtbaar maken van de resultaten die scholen en leraren boeken, het aanspreken van scholen en leraren die achterblijven in prestaties en het scheppen van randvoorwaarden om dit alles te bereiken. Om het maximale uit leerlingen te kunnen halen gaan scholen voor voortgezet onderwijs zich komende jaren nadrukkelijker richten op het inzichtelijk maken van de daadwerkelijke leeropbrengsten. Zodat zij op basis daarvan het onderwijs gerichter kunnen bijsturen. Excellentie wordt verder gestimuleerd en hoogbegaafdheid ondersteund. Leraren worden beter uitgerust om met verschillen tussen leerlingen in de klas om te gaan en om de ontwikkeling van leerlingen te volgen en analyseren. Ook wordt meer geïnvesteerd in de kwaliteit van leraren en schoolleiders. Tevens gaan scholen ouders komende jaren nadrukkelijker betrekken bij de leerontwikkeling van hun kinderen.
Verhoging van kwaliteit en prestaties van het onderwijs
Volgens minister Van Bijsterveldt zijn de prestatieafspraken niet vrijblijvend en wordt met het akkoord een belangrijke stap gezet op weg naar uitvoering: ‘Willen we het beste uit leerlingen halen, dan vraagt dat om gerichte aandacht en inzet van zowel schooldirecteuren, leraren, leerlingen, ouders én overheid. Maar vooral om gezamenlijke ambities, met voldoende ruimte aan de scholen om hier gericht uitvoering aan te geven en duidelijke afspraken over waar partijen op aanspreekbaar zijn.”
De overheid heeft volgens de minister een belangrijke rol in het creëren van de juiste randvoorwaarden zodat scholen de ambities ook kunnen waarmaken, zoals adequate ondersteuning en regelruimte. Er wordt extra financiering beschikbaar gesteld, onder andere voor professionalisering en opbrengstgericht werken. Deze middelen worden op basis van een bedrag per leerling aan de scholen beschikbaar gesteld via een Prestatiebox. Het is vervolgens aan scholen om inzicht te verschaffen in de leerprestaties, zodat er waar nodig kan worden bijgestuurd.
Sjoerd Slagter, voorzitter van de VO-raad, is blij met het eindresultaat: “De ambities sluiten aan bij wat er in scholen al gebeurt aan kwaliteitsverbetering en professionalisering. Door er geld, ondersteuning en monitoring aan te verbinden, krijgen scholen de kans om de nodige versnelling en verdieping te realiseren. Natuurlijk staat hier tegenover dat de school zich verantwoordt over haar prestaties en uitgaven.”
Verhoging professionaliteit van het onderwijs
Belangrijk uitgangspunt in het bestuursakkoord vormen de investeringen in de professionaliteit van het onderwijspersoneel en de school als organisatie. Volgens staatssecretaris Halbe Zijlstra is de kwaliteit van het onderwijspersoneel essentieel voor de leerprestaties: "Goed onderwijs staat of valt met goede docenten, maar de talenten van een docent kunnen alleen tot ontplooiing komen als de leiding van zijn of haar school zorgt voor de juiste randvoorwaarden. Dat is precies de reden waarom we dit bestuursakkoord sluiten: om docenten en schoolleiders in een professionelere omgeving te laten werken. We versterken het personeelsbeleid op scholen en stimuleren experimenten met prestatiebeloning."