Toespraak minister Donner tijdens de Landelijke Bewonersdag van het LSA in Arnhem
Dank voor dit manifest; het Manifest van de Actieve Bewoner. De naam zegt het al: het gaat om bewoners die zich in woord en daad willen inzetten voor hun wijk. ‘Actief’ betekent: geneigd tot handelen, geneigd werkzaam te zijn, aldus het woordenboek. Maar dat is te zwak, weet ik uit vele bezoeken aan wijken; het blijft niet bij neigen. Het gaat om mensen die daadwerkelijk de handen uit de mouwen steken om, al dan niet in samenwerking met bestuurders en professionals, de leefbaarheid van hun wijk, buurt en straat op een hoger niveau te tillen. Dat gebeurt op steeds meer plekken in ons land. Dat is goed.
Het heeft tastbare resultaten. Hier in Arnhem in Klarendal de bouwspeelplaats de Leuke Linde. Die is bedoeld voor kinderen, maar fungeert even hard als ontmoetingsplek voor mensen uit de buurt. Ten zuiden van hier, in Peel en Maas, treft u het gemeenschapscentrum dat is gebouwd en wordt geëxploiteerd door de dorpsbewoners. De Eigen Kracht Centrales bij de jeugdzorg bewijzen in diverse steden dat wijkbewoners tot veel in staat zijn, als ze verantwoordelijkheid krijgen en verantwoordelijkheid nemen.
Het gaat om wijkbewoners zoals u., die zich actief inzetten voor hun wijk en dan ook nog hun vrije zaterdag offeren om hier te komen meepraten over de wijkaanpak en hoe je dat doet; in het manifest dat ik net kreeg. U bent het zout in de pap van de samenleving; Nederland mag trots op u zijn en ik vind het een eer hier te mogen komen. En het aardige is, daar doet u het allemaal niet voor. Het gaat u om de eigen woon- en leefomgeving.
U bent hier in groten getale. Dat is geweldig. Ik hoop dat u anderen tot voorbeeld bent en ze inspireert om zich ook zo in te zetten. Want er moeten nog veel meer actieve wijkbewoners komen. Onze samenleving kan alleen draaien op de inzet van de burgers en de wil verantwoordelijkheid te willen nemen voor onze leefomgeving. Dat is het actieve burgerschap waar ik waar mogelijk steun aan wil geven.
Actief burgerschap is niets nieuws. Het is al zo oud als de weg naar Rome en nog ouder. Samenleven begint door samenwerken; dat is vaak gewoon noodzaak om te overleven. Zo werden dijken gebouwd, steden gevestigd en culturen gebouwd. Eerst komt de samenwerking; maar samenwerking op een breder niveau dan de directe omgeving vergt ook een overheid. Het is niet of – of, maar om het samenspel daartussen.
Laat ik, voordat ik inga op het manifest, daarom nog een keer het belang benadrukken dat het kabinet hecht aan actief burgerschap. We hebben een samenleving gebouwd waarin we uit een misbegrepen individualisme, collectieve taken zo veel mogelijk bij de overheid hebben neergelegd die het voor de mensen moest oplossen. Daarin lopen we vast en moeten we een draai vinden. Het kabinet staat een verandering voor ogen waarin persoonlijke inzet en het zelforganiserend vermogen van burgers weer uitgangspunt worden. Een samenleving die rust op waarden als vrijheid, gelijkwaardigheid, verdraagzaamheid en betrokkenheid. Het zijn de basiswaarden voor een land waarin we met zo veel mensen van vaak verschillende herkomst samenleven.
Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is het niet. Samenleven gaat niet vanzelf. Samenleven vereist hard werken. Daarin hebben zowel de overheid als de burgers van dit land een taak. De afgelopen decennia is steeds meer op het bordje van de overheid komen te liggen. Dat is de schuld van de overheid zelf, die is zich steeds meer gaan opstellen als dienstverlener die elk probleem voor de burgers wel uit de weg zou ruimen. Ook als mensen die problemen zelf en vaak beter kunnen oplossen. Dat heeft van betrokken burgers ontevreden consumenten gemaakt. Zij zien de overheid als een Santo Subito, een instantheilige tot wie je je altijd kunt wenden in tijden van nood en tegenslag. Overheid, doé er iets aan.
Dat is een overschatting van wat de overheid vermag. Zij heeft niet voor alle vragen en problemen een oplossing in huis. Daar komt nog bij dat de mondige burger van vandaag niet om een standaardoplossing vraagt, maar om maatwerk. Uit oogpunt van gelijkheid en rechtszekerheid is dat echter onmogelijk. En dat leidt weer tot groeiende onvrede. Kortom: wat de overheid doet, is nooit goed genoeg en zal dat ook nooit zijn. Bovendien is de financiële situatie van Rijk en gemeenten zeer penibel. Er is niet steeds meer geld wat nodig is voor een aanbodgerichte dienstverlening door de overheid. Dat is simpelweg onhaalbaar en onbetaalbaar.
Er is een andere taakverdeling tussen gemeenschap en overheid nodig. Die komt er naarmate burgers in de eerste plaats zelf verantwoordelijk zijn voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. De Franse president Sarkozy zei het vorige week nog heel treffend: 'De staat is geen loket meer dat ja zegt tegen iedereen die het meest lawaai maakt of de hoogste blokkades opwerpt’.
De kracht van ons land ligt bij de burgers en hun organisaties. Daarom wil dit kabinet het zelforganiserend vermogen van mensen meer ontwikkelen en beter benutten. De overheid moet daarbinnen niet werken vanuit het concept van burgerparticipatie, als wel vanuit het beeld van overheidsparticipatie. Het gaat er niet om de burger bij het bestuur te betrekken, maar het bestuur bij de burger.
Dát is actief burgerschap: mensen, maatschappelijke organisaties en bedrijven nemen het initiatief bij het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken of misstanden. De overheid voegt zich daar pas bij als het nodig is. En moet het ook niet onmiddellijk willen overnemen als het een keer misgaat. Die neiging tot handelen zal ze zo veel mogelijk moeten onderdrukken.
Ik noemde aan het begin van mijn verhaal Peel en Maas. Dat was één van de eerste gemeenten in Nederland die zo’n 15 jaar geleden de overstap maakte van de gangbare gemeentelijke dienstverlening naar ondersteuning van zelfsturing door burgers zelf. Peel en Maas voorzag dat de gegroeide verhouding tussen gemeente en inwoners vast zou lopen. Inwoners legden zich vooral toe op klagen en vragen en de gemeente voldeed in hun ogen nooit aan de gestelde verwachtingen. Daarom ging het roer om: de gemeente legde de bal terug in de samenleving. Pas als de bewoners zelf met een uitgewerkt plan kwamen, was de gemeente bereid aanvullende ondersteuning te leveren. En zo gebeurt het nu nog steeds, tot tevredenheid van zowel gemeente als de inwoners van Peel en Maas.
De nieuwe rolverdeling tussen overheid en maatschappij betekent allerminst dat de overheid zaken over de heg gooit en voortaan alleen maar van de zijlijn toekijkt hoe Gods water over Gods akker loopt. De overheid is er om de voorwaarden te scheppen om burgers optimaal in de gelegenheid te stellen een actieve bijdrage te leveren. Door zaken aan te jagen of te stimuleren, of voor instrumenten te zorgen die een doorbraak kunnen forceren. Bijvoorbeeld door het wegnemen van knellende regels of door het financieel ondersteunen van een ontwikkeling of instrument dat mensen in staat stelt hun rol als actief burger op te pakken.
Ik vind het de moeite waard om te bekijken of we het Engelse voorbeeld van de Development Trusts kunnen vertalen naar een Nederlands model. Om die reden heb ik eerder dit jaar het LSA een subsidie van bijna 300.000 euro toegezegd om een experiment te beginnen met de wijkondernemingen. Ik heb begrepen dat de gemeente Hengelo van plan is om in de wijk Berflo Es zo’n wijkonderneming te gaan opzetten.
Een ander instrument dat de afgelopen jaren z’n waarde ruimschoots heeft bewezen, is het bewonersbudget. Met de 95 miljoen euro die daarvoor in de periode 2008 – 2011 beschikbaar was, zijn veel mooie dingen gedaan in de wijken. Variërend van huiswerklassen tot en met schoonmaakacties in de wijken of uitjes voor oudere bewoners. Al die activiteiten hebben bijgedragen aan de sociale cohesie en de verbetering van de kwaliteit van de leefbaarheid in de wijken.
Het zou inderdaad zonde zijn als het geld en de energie die erin zijn gestopt, niet zouden beklijven. Maar de financiering van het Rijk was voor de aanzet, nu is het aan de gemeenten. Wel zal mijn ministerie ondersteuning blijven leveren in de vorm van kennisuitwisseling en het ondersteunen van experimenten.
Nu het Manifest van de Actieve Bewoner. De inhoud is nog kakelvers en u wilt een onmiddellijke reactie. Er wordt tegenwoordig onmiddellijk een mening gevraagd in plaats van er eerst over na te denken. Een snelle mening is meestal geen mening. Maar goed. Duidelijk is in elk geval dat u zich niet laat afschrikken door de veranderde omstandigheden en het feit dat van bewoners meer dan ooit wordt gevraagd een sleutelrol in de wijk te vervullen. Velen van u doen dat trouwens allang. In die zin is er voor u dus niet zo veel nieuws onder de zon. Vanzelfsprekend wilt u dan wel dat u daarvoor de ruimte krijgt en dat eventuele wetten en praktische bezwaren u daarbij niet hinderen.
Ik onderschrijf dat en ik beloof u dat ik alles doe wat in mijn vermogen ligt om u de ruimte te geven die u nodig heeft om uw rol als actieve bewoner waar te kunnen maken. Bijvoorbeeld door een experiment te beginnen met het tijdelijk buiten werking stellen van regels als dat maatschappelijk wenselijk is. Ook zal ik laten onderzoeken of het bedrijfsleven of de fondsenwereld bereid zijn maatschappelijke initiatieven te sponsoren, zoals het opzetten van een wijkonderneming.
Dames en heren,
Het was voor u een lange dag en ook een dag van hard werken aan een manifest. Daarmee heeft u opnieuw bewezen niet alleen tijd te willen steken in uw wijk, maar ook hart te hebben voor uw wijk. En u doet dat allemaal op vrijwillige basis. Daarvoor ben ik u, ik zei het al eerder, zeer erkentelijk. We hebben op dat punt een rijke cultuur. Laten we dat zo houden. Betrek uw omgeving er ook bij, de hele omgeving. Dat is echte integratie.
Na inspanning komt ontspanning. Vrijwilligers worden vaak het cement van de samenleving genoemd. Ik zou draagbalken zeggen Want balken onder druk hebben ook af en toe ontspanning nodig.
Dank u wel.