Persconferentie na ministerraad 9 december 2011

De volledige persconferentie van de ministerraad is te vinden op het YouTube-kanaal van de Rijksoverheid. 

Verhagen:
Het zult u niet verbazen dat wij vandaag in de ministerraad ook hebben stilgestaan bij de nieuwe cijfers van de Nederlandse Bank, er is weer een nieuw signaal dat de economie in zwaar weer verkeert. Gezien de grote onzekerheden waarmee we kampen, ondermeer door de schuldencrisis in Europa, komen die neerwaartse bijgestelde cijfers niet helemaal als een complete verrassing. Dat de seinen voor de economie op oranje staan, dat werd ook al duidelijk uit andere cijfers, zoals de meest recente kwartaalcijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek. Ook in de miljoenennota hadden we overigens geconstateerd dat het begrotingstekort door die grote onzekerheden en die tegenvallende economische vooruitzichten, minder snel terugloopt dan we eind 2010 toen we het regeerakkoord maakten, dachten. Als open economie is Nederland sterk afhankelijkheid van de internationale ontwikkelingen en nu de groei en daarmee ook de handel wereldwijd afneemt, valt ook die groei van Nederland terug. 

We moeten er rekening mee houden dat we het verlies van economische groei als gevolg van die crisis, dat we dat niet meer goedmaken, dus de seinen staan echt op oranje. Maar juist als je, zoals nu, te maken hebt met economische tegenwind, is het wel van groot belang om koersvast te blijven. Dat betekent dat we vasthouden aan het beleid zoals we geformuleerd hebben voor het gezond maken van de overheidsfinanciën en tegelijkertijd ook het versterken van het verdienvermogen van onze economie. Het is ook belangrijk om het vertrouwen van die financiële markten in Nederland te behouden en te vergroten.

Die raming van De Nederlandsche Bank, die bevestigt de noodzaak om de rust herstellen, de schuldencrisis te bestrijden en te voorkomen dat we in Europa ooit weer in een zorgelijke situatie terechtkomen. Dat is ook het grote belang van de afspraken die we in Europees verband gemaakt hebben en waar de minister-president nu ook in Brussel zijn persconferentie over heeft. Intussen moeten we ook hier in Nederland blijven werken aan een versterking van onze economie en dat betekent onder meer het opruimen van overbodige regelgeving, het samenbrengen van kennis en vaardigheden van het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden, en ervoor zorgen dat werken loont. In welke mate budgettaire ingrepen en/of hervormingen nodig zijn, dat zullen we in het voorjaar aan de hand van de dan actuele cijfers bezien - het Centraal Economisch Plan van het CPB is zoals bekend daarbij een belangrijke leidraad - maar om iedere speculatie te voorkomen, die besluiten en die discussie, die voeren we in het voorjaar en niet nu. We hebben vandaag ook enkele besluiten genomen die zich richten op de financiële sector. Zo hebben we gewerkt aan het aanpassen van een depositogarantiestelsel, concreet betekent dit dat er een depositogarantiefonds komt, waarbij de banken vijftien jaar de tijd krijgen om dat fonds te vullen en op dat fonds kan dan zo nodig een beroep worden gedaan.

Daarnaast sturen we vandaag ook een wetsvoorstel naar de Kamer waarmee we het invoeren van een bankenbelasting aankondigen en met dit wetsvoorstel vragen we om een bijdrage van een sector die eerder op grote schaal ondersteuning en hulp heeft ontvangen van de staat. Daarnaast draagt het ook bij aan het verminderen van het risicoprofiel van de banken, waardoor financiële stabiliteit wordt versterkt en ten derde - ook een belangrijk element - zullen banken met excessen in de sfeer van bonussen, hogere belasting gaan betalen en dat heeft natuurlijk een duidelijke prikkelwerking, naar onze mening een goede prikkelwerking, waardoor ook het vertrouwen in de bankensector als zodanig kan worden versterkt. Het wetsvoorstel was reeds aangekondigd in de Troonrede en ik ben blij dat we het nu al aan de Kamer kunnen aanbieden. Tot zover de inleidende opmerking.