Kabinet akkoord met invoering bankenbelasting
De ministerraad heeft op voorstel van minister De Jager en staatssecretaris Weekers van Financiën ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van het Wetsvoorstel bankenbelasting.
De overheid heeft in het recente verleden, noodgedwongen, fors geïnvesteerd in de stabiliteit van de banksector in Nederland. Hoewel de steun slechts verleend is aan een beperkt aantal banken en een groot aantal banken deze kapitaalinjecties inmiddels met rente heeft terugbetaald, moet de reden voor steun niet uit het oog worden verloren. De Staat heeft de steun in het kader van de kredietcrisis niet verleend met het doel om één specifieke bank te helpen, maar om de financiële stabiliteit zeker te stellen. Zodoende heeft de hele bancaire sector profijt gehad van de door de Staat verleende steun. Hierdoor acht de regering het rechtvaardig dat de hele bancaire sector een bijdrage levert in de vorm van een bankenbelasting.
Bij de vormgeving van de belasting is rekening gehouden met de aangescherpte kapitaaleisen (Basel III) en het depositogarantiestelsel. Door zowel het kapitaal als de daadwerkelijk onder het depositogarantiestelsel gedekte deposito’s in aftrek te brengen op het totaal van alle passiva op de balans, wordt de bankenbelasting geheven over de resterende passiva, ofwel de ongedekte schulden. Door deze vormgeving wordt stapeling van maatregelen aan de passivazijde van de balans voorkomen.
Tegelijkertijd wordt in de bankenbelasting een prikkel ingebouwd om langlopende financiering te stimuleren, hetgeen de stabiliteit van het financiële systeem in Nederland verder kan bevorderen. Over de kortlopende schulden zal een tarief van 0,022 procent geheven worden. Op de langlopende schulden wordt een tarief van 0,011 procent van kracht.
Het kabinet wil daarnaast met deze bankenbelasting een bijdrage leveren aan het bestrijden van perverse prikkels in het beloningsbeleid. Daarom is aansluiting gezocht bij een norm uit de Code Banken waarin is overeengekomen dat de variabele beloning van een bestuurder niet meer mag bedragen dan 100 procent van de vaste beloning. Zodra die norm wordt overschreden, worden de tarieven van de bankenbelasting met een factor 1,05 vermenigvuldigd. Met deze maatregel wordt mede recht gedaan aan de gedachte achter de motie Van Vliet.
Het wetsvoorstel zal, na behandeling in de Tweede en Eerste Kamer, op een nader te bepalen moment bij Koninklijk Besluit in werking treden. Het kabinet streeft naar inwerkingtreding medio 2012, maar heeft, door te kiezen voor een ‘open’ inwerkingtredingsdatum, ruimte willen creëren zodat de ontwikkelingen op de financiële markten scherp in de gaten kunnen worden gehouden. Daarnaast zal het kabinet ook een eventuele samenloop met Europese initiatieven in het oog houden. Van een stapeling van gelijksoortige belastingen zou in beginsel geen sprake moeten zijn.