'Geschiedenis van de politie in Suriname 1863-1975' en 'Geschiedenis van de politie op de Nederlands-Caribische eilanden 1839-2010'
Dankwoord door minister Opstelten bij de inontvangstname van de boeken “Geschiedenis van de politie in Suriname 1863-1975” en “Geschiedenis van de politie op de Nederlands-Caribische eilanden 1839-2010”. Den Haag, 9 december 2011.
Dames en heren,
Ik sluit mij van harte aan bij de woorden van de heer Donner. Ook ik ben bijzonder verguld met deze twee prachtige boeken, over de geschiedenis van de politie in Suriname en de Nederlands-Caribische eilanden. Twee kloeke werken, schitterend uitgegeven, heel informatief en ook bijzonder prettig leesbaar. Mijn complimenten!Die leesbaarheid wordt voor een belangrijk deel ook bevorderd door de vele mooie praktijkverhalen die de auteurs mochten optekenen uit de mond van – al dan niet gewezen – politiemannen en –vrouwen.
Dat geeft de boeken hier en daar iets van een spannende avonturenroman uit de tropen. Zoals die verhalen over de moeizame strijd tegen illegale goudzoekers langs de Lawarivier. Toen de Surinaamse politie wel erg veel gouddelvers begon aan te houden en hun met veel moeite bijeengedolven goudvoorraadjes in beslag nam, bedachten de smokkelaars een list. Ze lieten een powisivogel – zeg maar, een soort pauw – de goudkorrels inslikken en probeerden zo, met die vogel als huisdier, naar de stad te reizen. Een soort voorbode van de latere bolletjesslikkers… En hoewel er in die tijd – we praten hier over honderd jaar geleden – nog geen bodyscans bestonden, kreeg de politie het trucje toch door. In het vervolg namen ze gewoon de hele vogel in beslag!
Op de Antillen kampte de politie weer met andere problemen. De aanwezigheid van wel tienduizenden zeelieden, militairen en buitenlandse arbeidskrachten op Curaçao, trok in de jaren ‘30 tal van prostituees aan uit omringende landen. De strenge wetgeving van die tijd zorgde ervoor dat het oudste beroep van de wereld vooral buiten de stad, in de openlucht, werd uitgeoefend. De politie werd echter geacht ook dáár een oogje in het zeil te houden, om uitwassen te voorkomen. Was dat sowieso al geen makkelijke taak, het werd helemaal ondoenlijk toen het eiland in de Tweede Wereldoorlog, vanwege de dreiging van aanvallen, volledig werd verduisterd. Aardedonker was het er. ‘Het is niet langer mogelijk’, zo schreef het bestuur, ‘de toenemende onzedelijkheid afdoende te bestrijden.’
Voeg daar aan toe de verhalen over opstanden, grootschalige rellen, tropische orkanen en epidemieën van nare ziektes en u begrijpt, dames en heren, onder welke lastige – en soms ronduit gevaarlijke – omstandigheden de politie in Suriname en op de Caribische eilanden haar werk moest doen. En voor sommige agenten bleef het niet bij het politiewerk. Een aantal was ambtshalve ook nog actief als brandweerman of gevangenenbewaarder, zoals op de Antillen, of hield toezicht op geesteszieken, zoals in Suriname. En een heleboel zaken die vandaag de dag – gelukkig – als vanzelfsprekend worden beschouwd, waren dat vroeger nog niet. Discussies over de rechtspositie, bezoldiging, opleiding, training, uitrusting, bewapening en huisvesting van politiemensen lopen dan ook als een rode draad door beide boeken.
Een ander thema dat uitvoerig aan bod komt in deze historische werken is de politiële samenwerking met Nederland. Ook die heeft een ontwikkeling doorgemaakt. Aanvankelijk zie je dat de Nederlandse deskundigen die overkomen naar “de West” vaak adviezen geven die sterk gestoeld zijn op de Nederlandse situatie en hun Nederlandse ervaringen. Dat pakt dan ook niet altijd goed uit. Later, met name sinds de afkondiging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in 1954, zie je dat er sprake is van een meer constructieve samenwerking, gericht op modernisering en professionalisering van de politie in Suriname en op de eilanden.
Vormen van politiële samenwerking bestaan er overigens tot op de dag van vandaag – zij het dat ze nu doorgaans in een ander jasje zijn gegoten.
Zo is Suriname al sinds 1975 onafhankelijk – 25 november; we hebben het onlangs weer herdacht. Toch vinden er nog steeds samenwerkingsvormen plaats tussen de Surinaamse politie en Nederlandse politiekorpsen. Bijvoorbeeld op het gebied van kennisoverdracht en trainingen voor het Surinaamse politiekorps.
Ook met de politie op de Nederlands-Caribische eilanden werkt Nederland nog steeds nauw samen. Ook op het operationele vlak. Zo is een flexibel inzetbare pool van KMar-medewerkers beschikbaar om de politie op Curaçao en Sint Maarten te ondersteunen bij de aanpak van drugssmokkel, mensensmokkel en –handel en geweldscriminaliteit, alsmede bij het grens- en vreemdelingentoezicht. Met het nieuwe protocol, dat momenteel in de maak is, wordt KMar-inzet – in voorkomende gevallen - ook mogelijk op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
En dan is er uiteraard nog de intensieve samenwerking in het Recherche Samenwerkings Team, waarin bijna 120 rechercheurs uit Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland de krachten bundelen in de strijd tegen de zware, grensoverschrijdende en georganiseerde criminaliteit. Met het oog op de staatkundige hervormingen is daarover de nodige discussie geweest. De uitkomst hiervan is dat de taken van dit succesvolle team geleidelijk aan worden overgedragen aan de GVP, de Gemeenschappelijke Voorziening Politie. Dit zal echter pas plaatsvinden op het moment dat de korpsen en de GVP kwalitatief voldoende functioneren. Tot die tijd blijft het Recherche Samenwerkings Team nog gewoon bestaan.
Dames en heren, ik ga afronden. Deze prachtige, goed gedocumenteerde boeken leren ons veel over de geschiedenis van de politie in Suriname en op de Nederlands-Caribische eilanden. Maar zoals de bekende dichter Willem Bilderdijk in 1811 al schreef: ‘In ’t voorleden ligt het heden, in het nu wat worden zal.’ Deze geschiedenisboeken maken het mogelijk tal van belangrijke ontwikkelingen in het juiste perspectief te plaatsen en ervan te leren voor de toekomst. Dat maakt deze uitgaven extra waardevol. Graag wil ik dan ook beide auteurs, Aart Broek en Ellen Klinkers, de leden van de begeleidingscommissie onder leiding van Gert Oostindië en alle anderen die aan deze uitgaven hebben meegewerkt van harte bedanken! Ik feliciteer de politie en alle betrokkenen met dit fantastische resultaat!