Ruimer spreekrecht slachtoffers en nabestaanden
Het kabinet verruimt het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden. Zo mogen ouders van minderjarige slachtoffers straks in rechtszaken spreken over de gevolgen van een misdrijf.
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Teeven (VenJ) ingestemd met de uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces.
Het kabinet wil slachtoffers beter ondersteunen. Spreekrecht kan slachtoffers helpen bij de verwerking van het misdrijf en de dader confronteren met de gevolgen.
Nabestaanden
Straks krijgen naast de (voormalige) levensgezel van het overleden slachtoffer maximaal 3 nabestaanden het recht om op zitting te spreken. Dat kunnen een kind of ouder zijn, maar ook andere familieleden met wie het slachtoffer een hechte band had.
Ouders en voogden minderjarigen
Ouders of voogden krijgen spreekrecht bij minderjarige slachtoffers die door hun jeugdige leeftijd niet in staat zijn te vertellen over de gevolgen van het misdrijf. Minderjarige slachtoffers die zelf op zitting kunnen spreken, mogen dat blijven doen.
Plaatsvervangende spreker
Slachtoffers of nabestaanden die zelf geen gebruik van hun spreekrecht durven of willen maken, mogen iemand anders laten spreken, bijvoorbeeld een familielid, een raadsman of medewerkers van Slachtofferhulp Nederland.
Het wetsvoorstel wordt voor advies aan de Raad van State gestuurd.