Minister pleit voor meer Europese Defensiesamenwerking
Europa dient vormen van Defensiesamenwerking te overwegen die voorheen ondenkbaar leken. Dit geldt zowel voor de ondersteuning als de uitvoering, ongeacht of het om vaartuigen, voertuigen, of vliegtuigen gaat. “Er zullen taboes moeten worden doorbroken.” Minister Hans Hillen zei dit gisteravond tijdens de behandeling van de Defensiebegroting in de Tweede Kamer.
De plannen van de bewindsman voor 2012 werden door een grote meerderheid van de fracties onderschreven. Een flink deel van het betoog van minister Hillen ging over zowel nationale als internationale samenwerking. Dat betrof onder meer samenwerking met de nog te vormen nationale politie, met reders waar het de strijd tegen de piraterij betreft en met de Europese partnerlanden.
Taboe doorbreken
Nederland is volgens Hillen een voorloper in Europa als het om samenwerking gaat. Hij wees onder meer op de contacten tussen de Belgische en Nederlandse marine en de vorming van het Europees luchttransportcommando in Eindhoven. “Het zijn voorbeelden die navolging verdienen. We moeten het taboe doorbreken dat elk land alles zelf moet kunnen en zelf moet hebben.”
Slagkracht Europa
De NAVO blijft volgens de Defensieminister evenwel de beste garantie voor veiligheid op het Europese continent. De Europese afhankelijkheid van Amerikaanse militaire middelen om zelfs kleine missies uit te voeren, is volgens hem echter slecht voor de NAVO en voor Europa. Die afhankelijkheid moet daarom verminderen. “Alleen als de Europese lidstaten meer op eigen benen leren staan, kunnen zij op termijn volwaardige bondgenoten van de Verenigde Staten blijven. Het gaat dus niet alleen om het terugdringen van kosten, maar zeer zeker ook om het vergroten van de slagkracht”, stelde Hillen.