Knapen: klassieke, westerse hulp heeft langste tijd gehad
Ontwikkelingssamenwerking is niet overbodig, maar moet zich wel aanpassen aan veranderde omstandigheden. Dat stelt staatssecretaris Ben Knapen vandaag in NRC Handelsblad op de eerste dag van de internationale topconferentie over de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking in het Zuid-Koreaanse Busan.
Volgens de staatssecretaris verliest de hulparchitectuur zoals wij die kennen - rijke westerse landen bieden hulp aan arme landen in Afrika en Azië - in hoog tempo haar relevantie. ‘De rol van staten wordt kleiner. Ngo’s, filantropen, bedrijven en opkomende economieën als China, India en Brazilië spelen een steeds grotere rol. Armen wonen in toenemende mate in snel groeiende middeninkomenslanden die zelf verantwoordelijkheid dragen om alle burgers te laten deelnemen in de vooruitgang. De klassieke hulparchitectuur heeft vanuit dit perspectief zijn langste tijd gehad.’
Dat betekent volgens Knapen echter niet dat ontwikkelingssamenwerking overbodig is geworden. ’Integendeel’, is zijn stelling. ‘Ontwikkelingssamenwerking evolueert juist naar een soort makelaarsfunctie voor internationale verantwoordelijkheid.’ Hij hoopt dat bij de top in Busan een eerste stap voorbij de oude, westerse wereld van ontwikkelingssamenwerking kan worden gezet.