Wetsvoorstel passend onderwijs naar de Tweede Kamer

Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben op school krijgen in de toekomst een passende plek binnen het onderwijs. Jarenlang is gewerkt aan een nieuw wettelijk systeem voor extra ondersteuning van leerlingen in het onderwijs. Vandaag heeft minister Van Bijsterveldt het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd.

Dit voorstel geeft scholen en samenwerkingsverbanden meer ruimte om passend onderwijs vorm te geven. Schoolbesturen krijgen de verantwoordelijkheid om voor alle kinderen die extra ondersteuning nodig hebben een zo goed mogelijke plek in het onderwijs te vinden. Ouders hoeven zelf geen ingewikkelde indicatieprocedures te doorlopen, worden niet meer van het kastje naar de muur gestuurd en leraren worden beter voorbereid op het omgaan met verschillen tussen kinderen. Het nieuwe stelsel is transparanter, minder bureaucratisch en eenvoudiger. Het wetsvoorstel is gebaseerd op eerdere brieven die de minister naar de Tweede Kamer heeft gestuurd en adviezen van onder meer de Onderwijsraad, de Evaluatiecommissie Passend Onderwijs, advies van de Raad van State en een openbare internetconsultatie.

Betere samenwerking binnen en buiten het onderwijs

Om te zorgen dat leerlingen het best passende onderwijsaanbod krijgen, gaan reguliere- en speciale scholen in een regio samenwerken in een samenwerkingsverband. In het samenwerkingsverband worden onder meer afspraken gemaakt over welke kinderen geplaatst kunnen worden in het speciaal onderwijs, welke begeleiding in de reguliere scholen kan worden geboden en over de verdeling van de ondersteuningsmiddelen. Het plan met de afspraken dat het samenwerkingsverband maakt, moet worden goedgekeurd door de medezeggenschapsraad van het samenwerkingsverband. Dit betekent dat ouders en leraren medezeggenschap krijgen over de inzet en de verdeling van het geld voor extra ondersteuning. Met de gemeenten wordt op overeenstemming gericht overleg gevoerd in verband met de verantwoordelijkheden die gemeenten hebben danwel krijgen op het gebied van leerlingenvervoer, huisvesting, (jeugd)zorg en arbeidsmarkt.

Vereenvoudiging stelsel onderwijsondersteuning

Dit wetsvoorstel maakt een einde aan het huidige complexe en bureaucratische systeem van de onderwijsondersteuning. Er komt ruimte voor scholen en samenwerkingsverbanden om passend onderwijs vorm te geven, passend bij de eigen regio. Ouders kunnen hun kind dat extra ondersteuning nodig heeft, aanmelden bij de school van hun voorkeur. Deze school moet zorgen voor een zo passend mogelijk aanbod. Als de school dit niet zelf kan bieden, wordt na overleg met de ouders naar een passende plek op een andere reguliere of speciale school gezocht. De school regelt de indicatie voor extra ondersteuning. Ouders hoeven geen ingewikkelde procedures te doorlopen. De huidige circa 70.000 plekken in het speciaal onderwijs blijven in volle omvang bestaan.

Docenten beter toegerust

Docenten moeten goed worden voorbereid op passend onderwijs. Het bevorderen van de deskundigheid van docenten is ook een speerpunt van dit kabinet. Vanaf 2012 komen er middelen voor de professionalisering van docenten. Een belangrijk onderdeel is de toerusting van docenten op het gebied van omgaan met verschillen bij leerlingen in de klas. Scholen kunnen zelf bepalen hoe het geld wordt ingezet. Wel worden er op landelijk niveau prestatieafspraken gemaakt.

Planning

De invoering van passend onderwijs staat gepland op 1 augustus 2012. Vanaf die datum wordt passend onderwijs in meerdere stappen ingevoerd. Vanaf 1 augustus 2013 geldt de zorgplicht voor scholen. Op verschillende plekken in het land hebben schoolbesturen zelf al het initiatief genomen om de invoering van passend onderwijs vorm te geven. Daarbij wordt ook de samenwerking met gemeenten en jeugdzorg gezocht.

Kern van het wetsvoorstel:

  • Ouders melden hun kind tijdig (schriftelijk) aan bij de school van hun voorkeur. De beslistermijn over toelating wordt gemaximeerd: de school moet binnen 6 tot 10 weken een zo passend mogelijk aanbod op de eigen of een andere reguliere of speciale schoolregelen. De school heeft dus een zorgplicht.
  • Minder bureaucratie voor ouders: de school regelt de extra ondersteuning in de klas of plaatsing in het (v)so. Ouders hoeven dus niet meer zelf een ingewikkelde indicatieprocedure te doorlopen. De landelijke indicatiesystematiek wordt afgeschaft.
  • Scholen krijgen meer ruimte bij de toekenning van de extra onderwijsondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben. Dit betekent meer ruimte voor maatwerk, een betere beheersbaarheid en minder bureaucratie.
  • Het accent verschuift van het medisch labelen van kinderen naar wat leerlingen nodig hebben om onderwijs te kunnen volgen. Niet de medische beperking, maar de onderwijsbehoefte van een kind wordt het uitgangspunt. Daarom wordt in dit wetsvoorstel expliciet gesproken over onderwijsondersteuning van leerlingen.
  • Het geld komt meer in de klas terecht, bij de leerkrachten. Leerkrachten worden beter toegerust in het omgaan met verschillende leerlingen.
  • Ouders en leraren krijgen medezeggenschap over het beleid en de inzet van de verdeling van de middelen/het budget van het samenwerkingsverband.
  • De huidige circa 70.000 plekken in het speciaal onderwijs blijven in volle omvang bestaan.
  • Betere samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs en tussen scholen, gemeenten en jeugdzorg.