Opening meldkamer Noord-Nederland
Toespraak van staatssecretaris Teeven bij de opening van de Meldkamer Noord-Nederland in Drachten op 28 november 2011.
Dames en heren,
Van drie afzonderlijke regionale meldkamers naar één Centrale Meldkamer voor heel Noord-Nederland. Twee weken geleden bent u verhuisd naar deze mooie, nieuwe centrale in Drachten. Ik heb begrepen dat dit een heus huzarenstukje was, want tijdens de verbouwing draaide de winkel gewoon door. Ongelukken, branden, criminaliteit en andere calamiteiten weigeren zich nu eenmaal aan te passen aan uw agenda. Ook tijdens de verhuizing bleven de meldingen binnenkomen en u bent er in geslaagd ook deze meldingen allemaal keurig af te handelen. Dat alleen al lijkt me een groot compliment waard!
Maar er is méér om u mee te complimenteren. Door het samenvoegen van de drie regionale Meldkamers – Groningen, Friesland en Drenthe – is hier een betere en goedkopere meldkamer ontstaan. In die zin is Drachten een voorbeeld voor de “Meldkamer van de Toekomst”. En dat is iets waarvoor ik graag naar het Noorden kom, want dat wil ik natuurlijk met eigen ogen zien. U weet, eigenlijk zou de minister hier vandaag de feestelijke openingshandeling komen verrichten. En dat had hij ook heel graag gedaan, want die Meldkamer van de Toekomst is een project dat zijn bijzondere belangstelling heeft. Maar u weet hoe dat vaak gaat bij bewindslieden: andere verplichtingen roepen. Gelukkig liet mijn agenda nog wel een – gecombineerd – bezoek aan het Noorden des lands toe. Vanochtend heb ik in Leeuwarden het Multi-Disciplinair Centrum Kindermishandeling geopend. En zo meteen heb ik de eer uw gloednieuwe Meldkamer - plus het al enkele maanden draaiende Diensten- en Trainingscentrum Azeven voor de Politie Noord-Nederland - officieel te openen!
U weet, ik ben lange tijd officier van justitie geweest. En uit mijn periode bij het OM weet ik natuurlijk nog goed wat de knelpunten zijn van de huidige, vaak nog regionaal georganiseerde meldkamers. Die regionale organisatie brengt doorgaans een regionale oriëntatie met zich mee: eigen processen en eigen geautomatiseerde systemen die niet of niet goed met elkaar kunnen communiceren. Dat komt soms schrijnend aan het licht bij grootschalige incidenten, waarbij meldkamers elkaar juist goed zouden moeten kunnen ondersteunen. Ook het overnemen van elkaars taken, wordt door die regionale oriëntatie vaak bemoeilijkt. Een incident kan zich makkelijk naar een buurtregio verplaatsen - denk bijvoorbeeld aan een overvaller op de vlucht – of effecten hebben op een andere regio. Idealiter moet de meldkamer in die andere regio daar snel en goed op kunnen inspelen – iets wat nu helaas nog niet altijd mogelijk is.
Een ander obstakel in de – zeg maar – “oude” situatie is dat de verschillende disciplines – politie, brandweer en ambulancediensten - nog niet altijd goed samenwerken. Ook de uitvraag is nog over de kolommen verdeeld. De burger vindt dat maar lastig. In plaats van de vraag “wat wilt u melden?” krijgt hij te horen: “wie wilt u spreken?” Dat zal die burger in nood - eerlijk gezegd - worst wezen. Die wil gewoon dat hij met één telefoontje naar de Meldkamer snel, deskundig en op een éénduidige manier wordt geholpen. En in de meeste gevallen komt dat neer op snel actie ondernemen.
Sommige van deze bezwaren kunnen prima worden opgelost door regionale samenwerking; een aantal andere vraagt echter om een landelijke koers.
Dit kabinet wil daar iets aan doen. Dat hebben we expliciet aangekondigd in het Regeerakkoord. Om te komen tot verbetering van de kwaliteit én de efficiency van de meldkamers, zijn schaalvergroting en standaardisatie noodzakelijk. Dat gebeurt in de praktijk ook al. Uw meldkamer is daar een voorbeeld van. In het Regeerakkoord schetsen we een model van drie meldkamers voor heel Nederland. Of dit de juiste schaalgrootte zal blijken te zijn, laten we op dit moment onderzoeken. Eind dit jaar zijn de uitkomsten van dit onderzoek bekend. Op grond daarvan zullen we een besluit nemen. Wat ook precies de uitkomst wordt: belangrijk is dat de nieuwe meldkamerorganisatie leidt tot een kwalitatief betere dienstverlening tegen – en dat zeg ik er eerlijkheidshalve maar bij – structureel lagere kosten, een besparing van 50 miljoen euro per jaar.
Terug naar Noord-Nederland. Ik heb begrepen dat het idee voor een gezamenlijke meldkamer al een poosje geleden is ontstaan – onder meer getriggerd door de rampen in Enschede en Volendam. Vooruitlopend op de landelijke ontwikkelingen, bent u – met de u kenmerkende, noordelijke nuchterheid – gewoon aan de slag gegaan en hebt van drie regionale meldkamers één gezamenlijke meldkamer voor heel Noord-Nederland gemaakt.
En hoe eenvoudig dat misschien op het eerste gehoor mag klinken – dat is het zeker niet. U bent veel verder gegaan. U hebt de werkwijzen van de drie hulpdiensten – politie, brandweer en ambulance – naast elkaar gelegd en hun processen, procedures en protocollen nauwkeurig met elkaar vergeleken. Waar nodig en mogelijk hebt u ze aangepast, met als doel ze nagenoeg naadloos op elkaar te laten aansluiten.
En het gaat om méér dan procedures en protocollen. Ook de menselijke factor is heel belangrijk, wil je dit project doen slagen. Ook daar hebt u zeer veel in geïnvesteerd:
- de centralisten zijn goed getraind in het professioneel en gericht afhandelen van alle 112-meldingen en het bieden van ondersteuning aan alle hulpverleners op straat
- de medewerkers van de verschillende hulpdiensten – met hun verschillende culturen - hebben elkaar beter leren kennen én waarderen
- de managers van de diensten hebben veel meer en beter contact met elkaar
- ook de bestuurders in de drie betrokken regio’s zijn nauw bij deze operatie betrokken en trekken daarbij veelvuldig met elkaar op.
Kortom: u bent er heel goed in geslaagd het tot een gezamenlijke onderneming te maken. Deze meldkamer is echt van en voor u allemaal!”
Met elkaar hebt u een enorme kwaliteitsslag weten te boeken:
- dankzij de grotere schaal is de uw meldkamer robuuster en bent u beter in staat een piekbelasting op te vangen
- u hebt nadrukkelijk aandacht besteed aan uw overloop en uitwijk
- alle hulpverleners bij politie, brandweer en ambulancezorg in Friesland, Groningen en Drenthe kunnen snel en doelgericht aan de slag
- waarbij de samenwerking tussen de operationele diensten in de drie noordelijke regio’s ook vanuit de meldkamer nog eens wordt bevorderd
Ik denk – en verwacht eerlijk gezegd ook - dat de hier gestarte samenwerking een fantastische voorbeeldfunctie kan vervullen voor de rest van Nederland. Hoe eerder u met deze mooie en eervolle rol kunt beginnen, des te beter - lijkt me. Ik ga nu dan ook bijzonder graag over tot het verrichten van de officiële openingshandeling. Daarvoor ga ik – zo heb ik begrepen – even uit beeld, maar vrees u niet: u hoort me zo meteen des te beter! En niet alleen u, maar ook een heleboel collega’s van politie, brandweer en ambulancezorg.