Bestuurlijke conferentie over het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
Minister Schultz van Haegen investeert de komende tien jaar € 11 miljard in het spoor. Blikvanger is het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (€ 4,4 miljard). Tijdens een bestuurlijke conferentie op 21 november zei de minister dat de ambities van het programma recht overeind staan, maar dat het in financieel opzicht wel passen en meten wordt. Ruimte voor extraatjes is er eigenlijk niet. “Dat vraagt van ons allemaal het uiterste aan oplossingsgerichtheid en creativiteit.” De minister schetste een wenkend perspectief. “De reiziger volgt straks niet meer het ritme van het spoor. Het spoor volgt het ritme van de reiziger.”
Dames en heren,
Elke dag pakken 1,1 miljoen mensen de trein.
En elke dag wordt meer dan 100.000 ton aan goederen over ons spoor vervoerd.
Alleen al in Amsterdam, Utrecht en Almere komt er een kwart miljoen mensen bij in de komende 15 jaar.
En het spoorvervoer vanuit de Rotterdamse haven gaat naar verwachting met een factor vier groeien in de komende decennia.1
Het maatschappelijk en economisch belang van goed spoorvervoer is dus groot.
Het spoor verdient daarom een ambitieus toekomstperspectief.
Met PHS bieden we dat perspectief.
PHS is van ons allemaal.
Er zijn verschillen van inzicht over de precieze invulling.
Maar ik merk vandaag dat het perspectief van PHS ons allemaal verbindt.
• Zes intercity’s en zes sprinters op de drukste trajecten;
• Vijf procent groei op die verbindingen mogelijk maken;
• En een slimme routering van goederentreinen, waarbij we de Betuweroute maximaal benutten.
Dat is de kern.
Ik trek daar € 4,4 miljard voor uit.
In deze tijd van financiële krapte sparen we het spoor.
De ingeboekte bezuiniging blijft beperkt tot € 194 miljoen.
Dat is 4,4%.
Onze ambities blijven onverkort overeind.
Maar het wordt wèl passen en meten.
Ruimte voor extraatjes was er eigenlijk al niet. En dat wordt dus nog lastiger.
Dat legt een verantwoordelijkheid op ons allemaal om samen te kijken hoe we het maximale uit dit pakket kunnen halen. Zowel qua bereikbaarheid als qua leefbaarheid.
Het moet zo slim en efficiënt mogelijk.
We hebben als betrokken bestuurders vandaag onze wensen en vragen gedeeld. En ook onze zorgen.
In het oosten van het land en langs de drukke corridors hebben mensen zorgen over hoe PHS voor hen gaat uitpakken.
Het moet natuurlijk wel leefbaar blijven. Ik begrijp heel goed dat mensen in bijvoorbeeld Deventer, Vught, Castricum en Heiloo daar sterk mee bezig zijn.
Het is nodig dat we alle relevante informatie op een rij hebben voordat we knopen kunnen doorhakken over de precieze infrastructuurmaatregelen, de routering van goederentreinen en de aan te pakken overwegen.
Uw inbreng is en blijft dus essentieel.
Het is goed dat naast bestuurders ook mensen uit de spoorsector aanwezig zijn.
We hebben hoge verwachtingen van u!
Niet alleen om tijdig met de juiste planstudies te komen.
Maar ook om straks daadwerkelijk te gaan rijden met méér treinen en met stillere treinen.
Ik zal in ieder geval de nieuwe concessie op het hoofdrailnet zó inrichten dat gewaarborgd is dat de infrastructuur die we aanleggen ook goed wordt benut, volgens de ambities van PHS.
PHS maakt deel uit van een bredere inzet.
In totaal investeren we de komende tien jaar € 11 miljard in het spoor.
Met dat geld bouwen we extra infrastructuur.
We laten de zes grote knooppuntstations een metamorfose ondergaan.
We leggen nieuwe stations aan.
We verbeteren regionale spoorlijnen.
We zorgen voor 200.000 extra fietsenstallingen en voor meer Park and Ride-plekken.
En we lossen spoorse doorsnijdingen in steden en dorpen op.
Het gaat er om dat Nederland concurrerend en aantrekkelijk blijft.
Dat onze economische centra bereikbaar blijven.
De reiziger volgt niet meer het ritme van het spoor.
Het spoor volgt het ritme van de reiziger.
Ook vanuit het perspectief van Nederland als Poort naar Europa hebben we PHS nodig.
De Betuweroute wordt steeds beter benut; we zitten inmiddels op zo’n 500 goederentreinen per week.
Tegelijkertijd is het een illusie te denken dat al het goederenvervoer via de Betuweroute kan worden verwerkt.
Zo zullen er over het traject tussen Meteren en Boxtel meer goederentreinen gaan rijden als de boog bij Meteren klaar is.
We hebben verder nog een aantal belangrijke keuzes te maken over de afwikkeling van het goederenvervoer in het Oosten van Nederland, van Zutphen richting Hengelo en verder.
Buiten kijf staat dat de geluidsnormen in acht moeten worden genomen, wáár de treinen ook rijden.
Treinen moeten stiller worden. Zo pakken we het probleem bij de bron aan.
En waar dat niet voldoende soelaas biedt, zullen geluidsmaatregelen rond de baan worden genomen.
Het is een complexe puzzel om alle elementen te passen binnen het beschikbare budget.
Dat vraagt van ons allemaal het uiterste aan oplossingsgerichtheid en creativiteit.
Het moet uit de lengte of uit de breedte komen.
Ik heb inmiddels de MER-procedure voor Oost-Nederland formeel gestart.
We zullen elkaar over een aantal maanden weer spreken over de mogelijkheden voor de trechtering van de goederenroutes. Dat zal gebeuren voordat ik het voorstel naar de Kamer stuur. De belangen voor ons allen zijn groot; ik wil dat voorstel op een transparante manier opstellen.
We houden de komende jaren nauw contact. We zullen met elkaar tijdig knopen moeten doorhakken. Het is een spannend proces, dat we samen vormgeven. PHS is en blijft van ons allemaal.
Dank u wel voor uw komst. En graag tot ziens.
1 Spoor in cijfers 2011, p. 10