Nederlands ontwikkelingsbeleid goed door OESO-examen
Het Ontwikkelingscomité van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) is positief over de nieuwe koers die Nederland heeft ingezet op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Dat concludeert de organisatie op basis van een Peer Review waaraan de organisatie alle lidstaten periodiek onderwerpt.
De OESO prijst dat Nederland ondanks de financieel-economische crisis nog altijd een van de vijf landen is die de internationale norm respecteren om 0,7% van het nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking te besteden. Bovendien blijkt uit het onderzoek dat de programma’s die de Nederlandse ambassades uitvoeren van goede kwaliteit zijn en dat Nederland een voortrekkersrol speelt op het terrein van beleidscoherentie voor ontwikkeling en het versterken van het internationale systeem voor noodhulp.
Het rapport wijst ook op uitdagingen en risico’s waarvoor Nederland zich gesteld ziet. Zo benadrukt de OESO dat het van belang is dat, daar waar Nederland zich omwille van meer focus terugtrekt als donor, de hulp zorgvuldig wordt afgebouwd. De ambassades in deze landen werken momenteel aan exit strategieën om die zorgvuldige afbouw te garanderen, zoveel mogelijk in coördinatie met de ontvangende landen en andere donoren.
Ander aandachtspunten zijn volgens de OESO de synergie tussen de verschillende hulpkanalen (via ambassades, multilaterale organisaties en maatschappelijke organisaties), de versterking van kennismanagement, de manier waarop met de private sector wordt samengewerkt en de communicatie over ontwikkelingssamenwerking.