Kabinet bespreekt aanvullende opleidingsbehoefte Afghaanse politie met de Tweede Kamer
Afghanistan heeft in Kunduz behoefte aan training voor lager politiekader en aan opleiding van Afghaanse politietrainers. Dit in aanvulling op de thans bestaande training van rekruten. Het kabinet vindt dat de Nederlandse politietrainingsmissie in deze behoefte moet voorzien en een meerderheid van de Tweede Kamer is het daarmee eens.
Verder is er behoefte aan opleidingen voor politie buiten Kunduz en aan de opleiding van de Afghaanse grensbewakingspolitie. Het kabinet onderzoekt wat daar de mogelijkheden voor zijn en zal dat zo spoedig mogelijk met de Kamer bespreken.
Bepalend daarbij is, volgens het kabinet, of de agenten goed kunnen worden gevolgd en of er afspraken gemaakt kunnen worden over de civiele inzet en over de duur van de opleiding. 'Het is van belang om de discussie over de inzet van basistrainers in perspectief te zien: de rest van de missie is op koers en loopt goed', aldus minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken vanmiddag tijdens het Kamerdebat over de politietrainingsmissie in Afghanistan.
De minister ging verder in op het belang van de overdracht van de verantwoordelijkheid voor veiligheid en stabiliteit aan de Afghaanse overheid.
‘Afghanistan heeft een stabiele toekomst als de burger ziet dat de overheid orde kan handhaven en mensenrechten respecteert, alleen dan kan overgang slagen. Daar levert Nederland nu een bijdrage aan. Een stabiel Afghanistan is in ons aller belang’.
Het kabinet benadrukt bovendien het belang van verzoening en de betrokkenheid van de internationale gemeenschap daarbij.
'Het werk is na 2014 nog niet af', aldus de minister. 'Nodig is in de eerste plaats een extra inspanning van de Afghanen zelf. Afghanistan zal daarbij ook na 2014 internationale steun nodig hebben, met name in de vorm van training en advisering en ontwikkelingsprogramma's. Nederland zal dit standpunt uitdragen op de Afghanistan-conferentie van begin december in Bonn.'