Knapen: Ontwikkelingssamenwerking ook na 2015 belangrijk
De tijden zijn veranderd, overheden hebben niet alleen het primaat meer als het gaat om ontwikkelingssamenwerking. Daarom is het belangrijk om het debat aan te gaan over de toekomst van ontwikkelingssamenwerking na 2015. Nederland moet in dat debat een voortrekkersrol spelen. Juist omdat Nederland een open economische en morele traditie heeft. Dat stelde staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken zaterdag, 29 oktober, in de openingstoespraak van de Afrikadag van de Evert Vermeerstichting in Den Haag.
De internationale definitie over ontwikkelingssamenwerking dateert uit 1969, de tijd dat Lenny Kuhr het songfestival won. Sindsdien is de wereld drastisch veranderd. Naast overheden en internationale organisaties hebben nieuwe spelers als bedrijven, particuliere fondsen zoals The Bill & Melinda Gates Foundation en landen als China en Brazilië een grote invloed. Zij moeten aanschuiven bij de vergadering waar nieuwe afspraken worden gemaakt over de toekomst van ontwikkelingssamenwerking na 2015 eind november in Zuid-Korea. ‘We kunnen twee kanten op. Of er wordt alleen gepraat over hulp van klassieke donoren, of de deuren gaan open voor andere, net zo relevante spelers.’ Knapen kiest voor het laatste.
De tijd van de tegenstelling tussen arme en rijke landen, Noord en Zuid is voorbij. Volgens de Wereldbank vallen nog 68 landen onder de noemer ‘arm’, over tien tot vijftien jaar zijn het er waarschijnlijk zo’n 36. Ook het aantal arme mensen neemt af. Volgens het Brookings Institute is het aantal arme mensen tussen 2005 en 2010 teruggebracht van 1,3 miljard tot circa 900 miljoen. In 2015 zouden er zelfs minder dan 600 miljoen armen zijn. Knapen: ‘Dat zijn nog steeds dramatische aantallen. Onverschilligheid is ongepast. Maar de problemen liggen steeds vaker in middeninkomenslanden. En zeker in landen in conflict en fragiele staten is schrijnende armoede en veel menselijk leed. Daar zijn de VN ontwikkelingsdoelen voor 2015 nog lang niet in zicht.'
‘Ontwikkelingssamenwerking is zeker niet overbodig. Maar overheden kunnen het niet alleen,' zei Knapen. Wereldomspannende problemen als klimaat, migratie of financiële systemen schreeuwen om een collectieve aanpak, zei Knapen. Die vereisen een andere aanpak dan hulp van het ene land voor het andere land. ‘Samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen, ngo’s, internationale organisaties en overheden is daarbij onmisbaar. Ontwikkelingssamenwerking moet dan een meer coördinerende rol krijgen. De overheid als makelaar in internationale verantwoordelijkheid.'