Kabinet stuurt brief aan parlement over EVRM
Minister Opstelten heeft vandaag het kabinetstandpunt over de hervormingen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) mede namens minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.
Het kabinet is van oordeel dat hervormingen van het EHRM een oplossing moeten bieden voor de grote achterstanden in de behandeling van zaken, zodat de rechters van dit Hof zich kunnen blijven richten op hoofdzaken. Tevens vormen deze hervormingen een gelegenheid om de kwaliteit van uitspraken van het Hof te waarborgen. Centraal hierbij staan onder andere de verankering van het beginsel van subsidiariteit van het Verdrag, efficiëntie van de werkprocessen binnen het EHRM en de borging van de kwaliteit van de jurisprudentie. Ook verdient de huidige laagdrempelige toegang tot het EHRM heroverweging.
Door toetreding van de EU tot het EVRM kunnen burgers handelingen van EU-instellingen waardoor zij rechtstreeks geraakt worden en na gebruik van de EU-rechtsmiddelen, voorleggen aan het EHRM. Ook wordt het voor burgers mogelijk over handelingen van EU-lidstaten, die gebaseerd zijn op EU-recht, niet alleen te klagen tegen de lidstaten (na gebruik van de nationale rechtsmiddelen), maar ook tegen de EU.
Voor Nederland is het belangrijk dat de voorwaarden voor toetreding van de EU tot het EVRM, die vastliggen in het EU-onderhandelingsmandaat, zo nauwkeurig en gedetailleerd mogelijk worden uitgewerkt in het Toetredingsakkoord en in de interne EU-regelingen. Nederland stelt een aantal voorwaarden. Zo moet bij toetreding van de EU tot het EVRM de bevoegdheidsverdeling tussen de EU en de EU-lidstaten onveranderd blijven. Dat betekent onder meer dat het Hof van Justitie van de EU in de gelegenheid wordt gesteld zich vooraf uit te spreken over de precieze uitleg van EU-bepalingen die verband houden met klachten, ingediend bij het EHRM.
Een ander belangrijk punt voor Nederland is dat de EU gelijkwaardig zal zijn aan andere partijen in het Comité van Ministers van de Raad van Europa wanneer het Comité de taken uitoefent in het kader van het EVRM.
Pas als er overeenstemming bestaat over zowel het concept-toetredingsakkoord als over de interne EU-regels, zal Nederland aan dit totaalpakket met betrekking tot de toetreding van de EU zijn goedkeuring hechten.