Dreigingsniveau gehandhaafd op ‘beperkt'
Het dreigingsniveau voor Nederland blijft ‘beperkt’. De dreiging van jihadistische netwerken in Nederland is nog steeds gering. Ook de weerstand onder de Nederlandse bevolking tegen gewelddadig radicalisme en terrorisme blijft onveranderd hoog. Nederlandse jihadisten of in Nederland wonende jihadisten blijven pogingen doen uit te reizen naar jihadistische strijdgebieden, maar slechts een enkeling slaagt erin het gewenste strijdgebied te bereiken en aansluiting te vinden bij jihadistische structuren. De aanslagen in Noorwegen laten daarnaast zien dat de binnenlandse terroristische dreiging in westerse landen niet alleen wordt bepaald door jihadistisch terrorisme. Ook andere ideologische overtuigingen kunnen zich vertalen in terroristisch geweld. Dat staat in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland dat minister Opstelten van Veiligheid en Justitie vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De belangrijkste component van de dreiging voor (de belangen van) Nederland is nog steeds de internationale jihadistische dreiging. Internationale jihadisten zien Nederland als een legitiem doelwit, vooral vanwege de gepercipieerde islambeledigingen in Nederland. De afgelopen maanden zijn er op internationale jihadistische websites wederom verschillende postings verschenen waarop wordt opgeroepen tot geweld tegen Nederland dan wel Nederlandse personen. Hoewel deze postings het profiel in jihadistische kringen van Nederland als vijand van de islam versterken, moeten zij vooral gezien worden als een manier om angst aan te jagen bij westerlingen en tegenstanders van jihadisten en ook om aanhangers te mobiliseren.
Bij de aanslagen in Noorwegen zijn voor het eerst in Europa tientallen mensen gedood door iemand die zich in zijn manifest beroept op hoofdzakelijk anti-islamitische, anti-multiculturele en anti-linkse denkbeelden. Deze aanslagen zijn te kenmerken als terroristische daden. De dader Breivik paste immers uit ideologische motieven op mensen gericht ernstig geweld toe, met als doel politieke en maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen. De aanslagen in Noorwegen onderstrepen ook nog eens de dreiging die kan uitgaan van geradicaliseerde eenlingen.
Ook in Nederland is, net als in andere West-Europese landen, sprake van steun voor de ideeën van Breivik, vooral wat betreft zijn afkeer van de islam en linkse ideologieën. Het nieuwe element is de gewelddadige vertaling van genoemde ideeën naar strategie, doelwitkeuze, werkwijze, wapengebruik en tijdfasering. Er zijn op dit moment in Nederland geen concrete aanwijzingen, dat groepen dan wel individuen bereid zijn om ter verwezenlijking van ideeën als die door Breivik zijn verwoord, terroristisch geweld toe te passen. Het kan echter niet worden uitgesloten dat de ideeën en daden van Breivik een inspiratie kunnen zijn voor gefixeerde dan wel verwarde eenlingen.