Nederland steunt Europese Commissie in verduurzaming visserijsector
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de kabinetsreactie op de plannen van de Europese Commissie voor een nieuw gemeenschappelijk visserijbeleid.
Het visserijbeleid wordt elke tien jaar herzien. Nederland steunt de verdergaande verduurzaming van de Europese visserijsector zoals dat door de Commissie wordt voorgesteld en wenst op sommige punten een voortvarender aanpak.
Ondanks de verbetering van de visstand is er nog veel overbevissing, daarom zijn voor een daadwerkelijk duurzaam beheer van de visserij nog grote stappen nodig. De Europese Commissie wil naar een duurzame visserij waarbij visvangst en natuurlijke aanwas van vissoorten in evenwicht zijn. Het kabinet steunt die aanpak want het is niet alleen van ecologisch belang, maar het biedt de visserijsector ook de kans rendabel te vissen met duurzame vangstmethoden die op maatschappelijke steun kunnen rekenen.
Een belangrijke stap naar een duurzame visserij is het terugdringen van ongewenste bijvangsten. Vis die buiten het quotum om gevangen wordt of te klein is, wordt verplicht teruggegooid in zee. Omdat het merendeel daarbij niet meer leeft, moet dit worden uitgebannen. Nederland steunt het voorstel van de Europese Commissie voor een aanlandingsplicht van alle gequoteerde vissoorten. Wel moet de sector zich kunnen voorbereiden, daarom wil Nederland dat de aanlandingsplicht gefaseerd wordt ingevoerd waarbij ook rekening wordt gehouden met verschillende visserijsoorten. Maar het kabinet ziet vooral winst in het voorkómen van bijvangsten door gebruik te maken van moderne vistechnieken. Als voorbeeld noemt het kabinet de pulskorvisserij die regulier moet worden toegelaten. Ook steunt het kabinet de Europese Commissie in haar beleid om te voorkomen dat de Europese vissersvloot groeit. Met de Europese Commissie kiest het kabinet niet voor sanering van de visvloot, er kan beter geld gestoken kan in modernisering en innovatie van de vloot, dan in het uitkopen van schepen.
Nederland steunt het afschaffen van de regel die het mogelijk maakt vis uit de markt te nemen en door te draaien. Maar Nederland vraagt wel een toelichting waarom de Commissie geen minimumeisen wil stellen aan duurzaamheidslabels. Op het gebied van regionaal beleid gaan de voorstellen van de Europese Commissie volgens het kabinet niet ver genoeg. De lidstaten moeten meer invloed krijgen op de uitvoering van Europees vastgestelde uitgangspunten en doelen. Op die manier krijgen de regionale adviesraden, waarin vissers samenwerken met maatschappelijke organisaties, wetenschappers en overheden, een belangrijke adviserende rol. Het kabinet vindt wel dat de Europese ministers verantwoordelijk moeten blijven voor de uiteindelijke goedkeuring van de plannen, om zo een 'level playing field' te garanderen.
Het nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid moet in 2013 ingaan. Het komend jaar gebruiken de lidstaten om tot een gezamenlijke koers te komen op het gebied van het verduurzamen van de Europese visserijsector. Het kabinet verwacht een lang en lastig proces, maar de voorstellen van de Commissie zijn naar het oordeel van het kabinet een goed vertrekpunt om een nieuw fundament te leggen voor een economisch en ecologisch duurzame bedrijfstak die ook maatschappelijk geaccepteerd wordt.