Nederlandse missie in Uruzgan legde stevige basis
De Nederlandse inspanningen in de Afghaanse provincie Uruzgan hebben zichtbare resultaten opgeleverd. Dit stelt het kabinet bij de eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan de International Security Assistance Force (ISAF) in Afghanistan. In die periode, van 2006 tot 2010, is de veiligheidssituatie in de provincie geleidelijk verbeterd, de economische ontwikkeling op gang gekomen en het bestuur langzaam beter gaan functioneren.
Een steeds groter deel van de bevolking van Uruzgan kwam binnen de bescherming van ISAF en de Afghaanse overheid. Mede dankzij Nederlandse inspanningen nam de aanwezigheid van het Afghaanse leger in de provincie toe. Daardoor kwam de veiligheid geleidelijk meer in Afghaanse handen. Voorheen gemarginaliseerde stammen zijn bij het bestuur betrokken. Veel kinderen krijgen nu beter onderwijs dan vier jaar geleden. De toegang tot gezondheidszorg en de kwaliteit ervan zijn sterk toegenomen. De toegankelijkheid van de provincie is verbeterd, zowel door de lucht als over de provinciale wegen. Er is meer economische bedrijvigheid. En de provincie krijgt meer aandacht van, en is toegankelijker voor Afghaanse overheidsambtenaren, NGO's en Internationale Organisaties zoals de VN.
Vier jaar is niet genoeg geweest om de lokale overheid volledig in staat te stellen zelfstandig voor veiligheid, goed bestuur en ontwikkeling te zorgen. Wel heeft de missie een stevige basis gelegd voor de opvolgers - Amerikanen en Australiërs - en de Afghaanse autoriteiten. Uruzgan was in 2010 een geheel andere provincie dan in 2006.