Opening Ecomobiel 2011

Toespraak | 27-09-2011

Dames en heren,

Duurzame mobiliteit is aan het doorbreken.

Vorig jaar waren er ten tijde van Ecomobiel 2010 misschien drie of vier automerken die zich profileerden met duurzame modellen.
Dit jaar is er geen enkel zichzelf respecterend merk dat géén duurzaam model in de etalage heeft.

Vorig jaar hadden we zo’n 200 laadpalen voor elektrische voertuigen in Nederland.
Dit jaar groeien we door naar 5000 laadpunten.

Vorig jaar dachten we bij groene mobiliteit nog vooral aan hybrides en elektrische auto’s.
Dit jaar komen ook andere duurzame voertuigen uit de coulissen.
Auto’s op groen gas. En de waterstofauto.

Het zijn inmiddels niet meer de overheid en de wetenschap alleen die wijzen op de potentie van schone auto’s.
De markt pakt het nu zelf op.
En dat is mooi!
Niet langer evangeliseren.
Maar praktiseren.

Een beetje geduld vraagt het wel.
Dat is altijd zo met grote veranderingen.
Ze beginnen klein.
Maar naarmate ze meer ‘massa’ krijgen neemt de snelheid toe.
Elke lawine begint met één kiezel.
En we zijn de ‘kiezelfase’ voorbij.

Inmiddels rijden er meer dan 40.000 hybrides rond in Nederland. Volgend jaar komen ook de plug-in hybrides de markt op.
En het aantal elektrische auto’s verdubbelde het afgelopen jaar tot bijna 1000. Die groei gaat door.
Dus het ‘rolt’.
Velen van u hebben geholpen de zaak aan het rollen te brengen. En dat is een compliment waard.

Als minister van Infrastructuur en Milieu sta ik voor duurzame mobiliteit.
In al zijn facetten. Want het gaat om veel méér dan schone auto’s.

Het begint met een goede infrastructuur; weg, spoor en water.
Een auto die met constante snelheid kan doorrijden is schoner dan een auto die in de file staat.
Vlotte spoorverbindingen zorgen ervoor dat meer mensen voor de trein kiezen.
Containerterminals en binnenhavens maken het mogelijk dat we méér vracht over het water vervoeren. Een bedrijf als Heineken vermindert zo de CO2-uitstoot van zijn biertransport met een derde.

Daarom blijf ik bouwen aan weg, spoor en vaarwegen.

Vervolgens gaat het om een goede benutting van die infrastructuur.

Als ik lees dat de beladingsgraad van transportmiddelen in ons land gemiddeld 45% is , dan denk ik dat we nog een flinke slag te maken hebben.

Trouwens… ook de bezettingsgraad van personenauto’s is laag en daalt zelfs nog. Dat wil zeggen dat we steeds vaker in ons eentje in de auto zitten. Sommige mensen vinden dat prettig en ik gun iedereen zijn plezier, maar efficiënt en duurzaam is het natuurlijk niet.

Daarom voer ik het programma Beter Benutten uit, samen met regio’s en bedrijven. Daarmee wil ik de filedruk met minstens 20% verminderen. Denk aan afspraken met bedrijven over Het Nieuwe Werken, betere fietsvoorzieningen, nieuwe IT-toepassingen voor persoonlijke, actuele reisinformatie, etcetera.

Goede infrastructuur die we efficiënt benutten.
Met zo schoon mogelijke vervoermiddelen.
Dat is duurzame mobiliteit.

Die schonere vervoermiddelen zijn hier in vele soorten en maten te bewonderen.

Ik ben blij dat nu ook rijden op waterstof in de schijnwerpers staat. Toyota bijvoorbeeld showt hier een concept van een hybride brandstofcel auto op waterstof.

Zo’n aandrijving levert 60% - 80% minder uitstoot van broeikasgassen op. En géén fijnstof.

Waterstof biedt unieke kansen voor Nederland.
Sterker nog: Nederland heeft het in zich het waterstof-Walhalla van Europa te worden.

• Wij hebben in de Botlek de grootste infrastructuur voor de productie van waterstof van Europa.
• We produceren het bovendien goedkoper dan onze concurrenten. 
• De haven van Rotterdam wil gráág meedenken over hoe we het beschikbare waterstof beter benutten.
• We hebben de transportleidingen al klaar liggen in de bodem.
• In de regio Arnhem worden brandstofcellen gemaakt en wordt waterstof gemaakt uit biogas.
• In Amsterdam rijden op proef al bussen op waterstof.

Kortom: we hebben een dijk van een startpositie.
En kunnen samen met Duitsland de lead nemen.

Autofabrikanten zeggen dat brandstofcel personenauto’s in het eindfase van ontwikkeling zijn en over drie of vier jaar op de markt komen.

Dat geeft ons wat tijd, maar niet véél.

De beschikbare tijd moeten we goed gebruiken.
Er moet met name iets gebeuren aan het kip-ei probleem van de tankinfrastructuur.

Ons land heeft nu welgeteld twee tankstations.
Eén in Amsterdam, maar dat is niet publiek toegankelijk.
En één in Arnhem.

Zo komen we niet ver.

We hebben méér vulpunten nodig.

Daarom stel ik 5 miljoen euro beschikbaar voor het faciliteren van rijden op waterstof. Voor bussen, vrachtauto’s en personenauto’s.

Ik wil met alle betrokken partijen (aanbieders van waterstof, pomphouders, autofabrikanten, gemeenten en provincies) afspraken maken. Zodat we straks ook echt klaar zijn voor de introductie van waterstof.

Daarnaast blijven we de schoonste auto’s ook fiscaal aantrekkelijk maken. Zo geven we de doorbraak daarvan een steun in de rug.

Groene mobiliteit gaat de markt veroveren.
Dit is geen verre-toekomstmuziek meer.
Geen science fiction.
Maar een proces dat onstuitbaar dóórrolt.

Hier op Ecomobiel zijn de nieuwste trends te zien. De beweging is voelbaar.
Geniet ervan!